O Licht!
Hoe ben ik, louter duisterheid,
en stekeblend geboren,
O Licht, tot uwen lof bereid,
bestemd en uitverkoren?
Hoe is 't, dat ooit Gij, ongemaakt,
gewonnen noch geschapen,
mij, duisterling, dendag ontstaakt
en duizenden liet slapen?
Guido Gezelle
Gedichten
-
Online
- Berichten: 5679
- Lid geworden op: 14 sep 2018, 08:49
- Locatie: bertiel1306@gmail.com
Re: Gedichten
Wien heb ik nevens U in den hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde!
Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid.
Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid.
-
Online
- Berichten: 5679
- Lid geworden op: 14 sep 2018, 08:49
- Locatie: bertiel1306@gmail.com
Re: Gedichten
iemand nog een tip voor een mooi (literair) gedicht (niet te lang) voor op de kerstkaart
Wien heb ik nevens U in den hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde!
Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid.
Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid.
Re: Gedichten
Migratie
Een vogel volgt de roep van de wind,
naar verre landen waar dromen zijn bemind.
Zijn vleugels dragen hoop en pijn,
tussen wat was, en wat ooit zal zijn.
De mens trekt, een reiziger van bestaan,
laat achter wat hij niet meer kan weerstaan.
De horizon lonkt, een belofte zo groot,
maar elke stap draagt het gewicht van zijn nood.
Grenzen vervagen, een nieuwe tijd breekt aan,
wortels verplaatst, toch blijven ze bestaan.
Migratie, een lied van verlies en kracht,
een reis naar morgen, geleid door de nacht.
Een vogel volgt de roep van de wind,
naar verre landen waar dromen zijn bemind.
Zijn vleugels dragen hoop en pijn,
tussen wat was, en wat ooit zal zijn.
De mens trekt, een reiziger van bestaan,
laat achter wat hij niet meer kan weerstaan.
De horizon lonkt, een belofte zo groot,
maar elke stap draagt het gewicht van zijn nood.
Grenzen vervagen, een nieuwe tijd breekt aan,
wortels verplaatst, toch blijven ze bestaan.
Migratie, een lied van verlies en kracht,
een reis naar morgen, geleid door de nacht.
- J.C. Philpot
- Berichten: 10090
- Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08
Re: Gedichten
Daar moet veel strijd gestreden zijn,
Veel kruis en leed geleden zijn,
Daar moeten heiige zeden zijn,
Een nauwe weg betreden zijn
En veel gebed gebeden zijn,
Zolang wij hier beneden zijn;
Zo zal 't hierna in vrede zijn.
Ds. D. Rafaëlsz. Camphuysen (1586-1627)
Veel kruis en leed geleden zijn,
Daar moeten heiige zeden zijn,
Een nauwe weg betreden zijn
En veel gebed gebeden zijn,
Zolang wij hier beneden zijn;
Zo zal 't hierna in vrede zijn.
Ds. D. Rafaëlsz. Camphuysen (1586-1627)
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.
George Whitefield
George Whitefield
Re: Gedichten
Op een lijst van artiesten, in de oorlog vermoord,
staat een naam waarvan ik nog nooit had gehoord,
dus keek ik er met verwondering naar:
Ben Ali Libi. Goochelaar.
Met een lach en een smoes en een goocheldoos
en een alibi dat-ie zorgvuldig koos,
scharrelde hij de kost bij elkaar:
Ben Ali Libi, de goochelaar.
Toen vonden de vrienden van de Weduwe Rost 1
dat Nederland nodig moest worden verlost
van het wereldwijd joods-bolsjewistisch gevaar.
Ze bedoelden natuurlijk die goochelaar.
Wie zo dikwijls een duif of een bloem had verstopt,
kon zichzelf niet verstoppen, toen er hard werd geklopt.
Er stond al een overvalwagen klaar
voor Ben Ali Libi, de goochelaar.
In ’t concentratiekamp heeft hij misschien
zijn aardigste trucs nog wel eens laten zien
met een lach en een smoes, een misleidend gebaar,
Ben Ali Libi, de goochelaar.
En altijd als ik een schreeuwer zie
met een alternatief voor de democratie,
denk ik: jouw paradijs, hoeveel ruimte is daar
voor Ben Ali Libi, de goochelaar.
Voor Ben Ali Libi, de kleine schlemiel,
hij ruste in vrede, God hebbe zijn ziel.
Door Willem Wilmink
staat een naam waarvan ik nog nooit had gehoord,
dus keek ik er met verwondering naar:
Ben Ali Libi. Goochelaar.
Met een lach en een smoes en een goocheldoos
en een alibi dat-ie zorgvuldig koos,
scharrelde hij de kost bij elkaar:
Ben Ali Libi, de goochelaar.
Toen vonden de vrienden van de Weduwe Rost 1
dat Nederland nodig moest worden verlost
van het wereldwijd joods-bolsjewistisch gevaar.
Ze bedoelden natuurlijk die goochelaar.
Wie zo dikwijls een duif of een bloem had verstopt,
kon zichzelf niet verstoppen, toen er hard werd geklopt.
Er stond al een overvalwagen klaar
voor Ben Ali Libi, de goochelaar.
In ’t concentratiekamp heeft hij misschien
zijn aardigste trucs nog wel eens laten zien
met een lach en een smoes, een misleidend gebaar,
Ben Ali Libi, de goochelaar.
En altijd als ik een schreeuwer zie
met een alternatief voor de democratie,
denk ik: jouw paradijs, hoeveel ruimte is daar
voor Ben Ali Libi, de goochelaar.
Voor Ben Ali Libi, de kleine schlemiel,
hij ruste in vrede, God hebbe zijn ziel.
Door Willem Wilmink
"Then he isn't safe?" said Lucy.
"Safe?" said Mr. Beaver. "Don't you hear what Mrs. Beaver tells you? Who said anything about safe? "Course he isn't safe. But he's good. He's the King, I tell you."
"Safe?" said Mr. Beaver. "Don't you hear what Mrs. Beaver tells you? Who said anything about safe? "Course he isn't safe. But he's good. He's the King, I tell you."
Re: Gedichten
Mijn vader droeg het wel eens voor; die kon veel gedichten uit zijn hoofd
Re: Gedichten
https://youtu.be/qE6wFs1GZQo?si=Ea7IWcEY7jAbA2kG Om stil van te worden…parsifal schreef: ↑17 apr 2025, 07:12 Op een lijst van artiesten, in de oorlog vermoord,
staat een naam waarvan ik nog nooit had gehoord,
dus keek ik er met verwondering naar:
Ben Ali Libi. Goochelaar.
Met een lach en een smoes en een goocheldoos
en een alibi dat-ie zorgvuldig koos,
scharrelde hij de kost bij elkaar:
Ben Ali Libi, de goochelaar.
Toen vonden de vrienden van de Weduwe Rost 1
dat Nederland nodig moest worden verlost
van het wereldwijd joods-bolsjewistisch gevaar.
Ze bedoelden natuurlijk die goochelaar.
Wie zo dikwijls een duif of een bloem had verstopt,
kon zichzelf niet verstoppen, toen er hard werd geklopt.
Er stond al een overvalwagen klaar
voor Ben Ali Libi, de goochelaar.
In ’t concentratiekamp heeft hij misschien
zijn aardigste trucs nog wel eens laten zien
met een lach en een smoes, een misleidend gebaar,
Ben Ali Libi, de goochelaar.
En altijd als ik een schreeuwer zie
met een alternatief voor de democratie,
denk ik: jouw paradijs, hoeveel ruimte is daar
voor Ben Ali Libi, de goochelaar.
Voor Ben Ali Libi, de kleine schlemiel,
hij ruste in vrede, God hebbe zijn ziel.
Door Willem Wilmink
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.
Re: Gedichten
1.
Hij zal ze voeren met geweén,
En drijven tot Zijn Trone heen,
Een ieder met zijn eigen schuld,
Die Jezus bloed alleen vervult,
En zal hen al tot Hem doen komen
Wanneer de vijand komt met stromen.
2.
In Neêrlands tuin, weleer Gods hof,
Daar alles ligt in as en stof,
Waar eertijds bloeide en groeide 't al,
Maar nu verzonken in de val,
Dan zal zich Israël bekeren,
En Jezus maar alleen regeren.
3.
Wanneer het is des Heeren tijd,
En Hij zal opstaan tot de strijd,
Dan zal een ieder met geween,
Tot Jezus gaan, tot Hem alleen,
En zich van alle vreemden wenden,
En zien gedompeld in ellenden.
4.
Dan zullen zij tot hunnen Heer,
In ootmoed vallen voor Hem neer,
En vragen schuldvergiffenis
In Jezus’ bloed, dat altijd is
Geopend voor Zijn Jacobs kind’ren
Wier komst geen Beelzebul kan hind’ren.
5
Als Jezus komt, dan is het uit,
Dan roept Hij Zijn droeve bruid,
Vanuit de rotse, daar zij zat,
En schier haar Heer vergeten had,
Hij zal haar halen uit de holen,
En niet meer van Hem af doen dooien.
6
(JEZUS SPREEKT)
O bruid van Jezus, waar zijt gij?
Vergeet gij Mij, zegt Jezus, gij
Die vrijgemaakt zijt, door Mijn bloed,
Waar blijft gij niet uw komst met spoed,
Ik ben uw Heer, doe haast’lijk open,
En kom in Mijnen armen lopen.
7
(BRUID)
Zijt Gij het Heer! wonder God!
Ontferm U over Sions lot,
En komt Gij tot Uw Isrel weêr,
Ai doe zelf open, goede Heer!
En laat mij in Uw' armen lopen,
Want buiten U is 't zonder hopen.
8
(JEZUS)
Wel ziele! 't was al lang reeds klaar,
Ik ben Uw Borg en Middelaar,
Gij zocht het elders, niet bij Mij,
En wildet vreemde heerschappij,
Gij bukte neer voor vreemde heren
En wildet u tot Mij niet keren. Enz.
Ds. Ledeboer
Hij zal ze voeren met geweén,
En drijven tot Zijn Trone heen,
Een ieder met zijn eigen schuld,
Die Jezus bloed alleen vervult,
En zal hen al tot Hem doen komen
Wanneer de vijand komt met stromen.
2.
In Neêrlands tuin, weleer Gods hof,
Daar alles ligt in as en stof,
Waar eertijds bloeide en groeide 't al,
Maar nu verzonken in de val,
Dan zal zich Israël bekeren,
En Jezus maar alleen regeren.
3.
Wanneer het is des Heeren tijd,
En Hij zal opstaan tot de strijd,
Dan zal een ieder met geween,
Tot Jezus gaan, tot Hem alleen,
En zich van alle vreemden wenden,
En zien gedompeld in ellenden.
4.
Dan zullen zij tot hunnen Heer,
In ootmoed vallen voor Hem neer,
En vragen schuldvergiffenis
In Jezus’ bloed, dat altijd is
Geopend voor Zijn Jacobs kind’ren
Wier komst geen Beelzebul kan hind’ren.
5
Als Jezus komt, dan is het uit,
Dan roept Hij Zijn droeve bruid,
Vanuit de rotse, daar zij zat,
En schier haar Heer vergeten had,
Hij zal haar halen uit de holen,
En niet meer van Hem af doen dooien.
6
(JEZUS SPREEKT)
O bruid van Jezus, waar zijt gij?
Vergeet gij Mij, zegt Jezus, gij
Die vrijgemaakt zijt, door Mijn bloed,
Waar blijft gij niet uw komst met spoed,
Ik ben uw Heer, doe haast’lijk open,
En kom in Mijnen armen lopen.
7
(BRUID)
Zijt Gij het Heer! wonder God!
Ontferm U over Sions lot,
En komt Gij tot Uw Isrel weêr,
Ai doe zelf open, goede Heer!
En laat mij in Uw' armen lopen,
Want buiten U is 't zonder hopen.
8
(JEZUS)
Wel ziele! 't was al lang reeds klaar,
Ik ben Uw Borg en Middelaar,
Gij zocht het elders, niet bij Mij,
En wildet vreemde heerschappij,
Gij bukte neer voor vreemde heren
En wildet u tot Mij niet keren. Enz.
Ds. Ledeboer
Re: Gedichten
Tis a point I long to know,
Oft it causes anxious thought;
Do I love the Lord or no?
Am I His, or am I not?
If I love, why am I thus?
Why this dull and lifeless frame?
Hardly sure can they be worse,
Who have never heard His name!
Could my heart so hard remain,
Prayer a task and burden prove,
Every trifle give me pain,
If I knew the Savior's love?
When I turn my eyes within,
All is dark and vain and wild;
Filled with unbelief and sin,
Can I deem myself a child?
If I pray, or hear, or read,
Sin is mixed with all I do!
You who love the Lord indeed,
Tell me, Is it thus with you?
Yet I mourn my stubborn will,
Find my sin a grief and thrall;
Should I grieve for what I feel,
If I did not love at all?
Could I joy His saints to meet,
Choose the ways I once abhorred,
Find at times, the promise sweet,
If I did not love the Lord?
Lord decide the doubtful case!
You who are Your people's sun,
Shine upon Your work of grace,
If it is indeed begun.
Let me love You more and more,
If I love at all, I pray;
If I have not loved before,
Help me to begin today!
John Newton
Oft it causes anxious thought;
Do I love the Lord or no?
Am I His, or am I not?
If I love, why am I thus?
Why this dull and lifeless frame?
Hardly sure can they be worse,
Who have never heard His name!
Could my heart so hard remain,
Prayer a task and burden prove,
Every trifle give me pain,
If I knew the Savior's love?
When I turn my eyes within,
All is dark and vain and wild;
Filled with unbelief and sin,
Can I deem myself a child?
If I pray, or hear, or read,
Sin is mixed with all I do!
You who love the Lord indeed,
Tell me, Is it thus with you?
Yet I mourn my stubborn will,
Find my sin a grief and thrall;
Should I grieve for what I feel,
If I did not love at all?
Could I joy His saints to meet,
Choose the ways I once abhorred,
Find at times, the promise sweet,
If I did not love the Lord?
Lord decide the doubtful case!
You who are Your people's sun,
Shine upon Your work of grace,
If it is indeed begun.
Let me love You more and more,
If I love at all, I pray;
If I have not loved before,
Help me to begin today!
John Newton
Re: Gedichten
Ik plaatste pas in een ander topic (wat off-topic) een gedeelte van mijn berijming van Psalm 42 in een metrische zetting.
Voor degenen die belangstelling hebben voor de berijming van de volledige psalm, plaats ik deze hier.
Zoals in het andere topic opgemerkt kan deze berijming op vele melodieën die o.a. voor het Schots psalter gemaakt zijn, gezongen worden.
Genoemd zijn o.a. de tunes Argyle, Evan en Martyrdom. Maar er zijn nog vele andere tunes die voor deze psalm/berijming geschikt zijn.
Onder de berijming - die gebaseerd is op de Hebreeuwse grondtekst én de Statenvertaling - plaats ik nog enkele noten ter verklaring van enkele keuzes.
Psalm 42
1 Zoals een hert of hinde schreeuwt
naar waterstromen zeer,
zo schreeuwt, o God, mijn ziel naar U,
met groot verlangen, Heer’.
2 In dorst naar God, naar God Die leeft
mijn ziel verlangt, wanneer
zal ’k ingaan voor Uw aangezicht,
voor U verschijnen, Heer’?
3 Mijn tranen zijn mijn spijs en brood,
zowel bij dag als nacht,
wanneer zij zeggen, heel de dag:
Waar ’s God, Die u verwacht?
4 Mijn ziel is in mij uitgestort,
als ik gedenk en weet,
hoe ’k heenging in een grote schaar,
ik langzaam met hen schreed,
naar ’t huis van God met luide stem
van juichen, prijs en lof,
ja, met een menigt’ die daar hield
het heilig feest van God.
5 Waarom, mijn ziel, buigt u zich steeds
terneer in droefenis,
waarom is het dat u zich kwelt,
onrustig in ’t gemis?
O hoop op God, want ik zal nog
Hem loven, Hij^heeft verricht
veelvoudige verlossingen,
ja, van Zijn aangezicht.
6 Mijn God, mijn ziel buigt zich in mij,
daarom gedenk ik U
uit Jordaans land en de Hermon,
uit ’t klein gebergte nu.
7 De diepte roept tot diepte weer
bij d’ stem van stroomgeruis,
Uw baren en Uw golven gaan
ov’r^mij met groot gedruis.
8 De HEER’ nu zal des daags gebiên
Zijn gunst die Hij mij geeft,
Zijn lied zal ’s nachts nog bij mij zijn,
ik bid tot God Die leeft.
9 ’k Zal zeggen tot mijn God: Mijn Rots,
waarom vergeet Gij mij?
Waarom ga ik in ’t zwart van rouw
door ’s vijands heerschappij?
10 Verdrukkers’ hoon, een steek van dood
mijn beend’ren toegebracht,
wanneer zij zeggen heel de dag:
Waar ’s God, Die u verwacht?
11 Waarom, mijn ziel, buigt u zich steeds
terneer in droefenis,
waarom is het dat u zich kwelt,
onrustig in ’t gemis?
O hoop op God, want ik zal nog
Hem loven, Hij is mij
veelvoudige verlossingen,
ja weet, mijn God is Hij.
Noten:
- Algemeen: De versnummers corresponderen met de onberijmde tekst, met één nummer verschil gezien het opschrift van de psalm. De nummering komt daardoor precies overeen met de nummering in de KJV (en het Schots psalter).
- Algemeen: in deze berijming is gestreefd naar een zo letterlijk mogelijke weergave van de onberijmde tekst, waarbij in beginsel niets wordt toegevoegd wat we niet in de Bijbeltekst vinden (wat wezenlijk anders is dan in 1773 en de meeste andere berijmingen). De berijming is qua rijmkunst soms minder fraai, maar daartegenover staat dat op deze manier letterlijk uit Gods Woord gezongen kan worden.
- Vs. 1: 'hert of hinde': twee mogelijke vertalingen van het grondwoord, zie de kt. in de SV.
- Vs. 3: 'spijs of brood'. De letterlijke betekenis van het Hebreeuwse woord is 'brood', zie ook de kt.
- Vs. 4: 'ik langzaam met hen schreed'. Zie ook hier de kt. voor de betekenis van het Hebreeuws, in de SV vertaald met 'met hen te treden': 'Of: zediglijk, statelijk, zachtkens treden.' Vandaar de keuze voor 'langzaam schrijden'.
- Vs. 5 en 11: Deze verzen vormen de afsluiting van het eerste en het tweede gedeelte, een refrein. Zoals ook uit de onberijmde tekst blijkt, zijn er kleine verschillen tussen deze verzen, die ook doorwerken in de berijming. (Psalm 43 vormt feitelijk het derde deel, waarin het mede gaat om de vervulling van het verlangen naar Gods huis en nabijheid dat in eerste deel is uitgesproken. In vs. 5 vinden we daar hetzelfde refrein.)
Psalm 43
1 Doe recht, o God, bepleit voor mij
mijn pleitzaak en verlos
van ’t trouwloos volk, ook van de man
van onrecht en bedrog.
2 Want Gij zijt God, mijn God van kracht,
waarom verstoot Gij mij?
Waarom ga ik toch steeds in ’t zwart
door ’s vijands heerschappij?
3 O zend Uw licht en waarheid neer,
dat die mij leiden heen,
mij brengen naar Uw heil’ge berg
om^Uw woning in te treên.
4 Dan zal ik tot Gods altaar gaan,
tot God Die mij verblijdt,
mijn Vreugd, U loven met de lier,
o God, Mijn God Gij zijt.
5 Waarom, mijn ziel, buigt u zich steeds
terneer in droefenis,
waarom is het dat u zich kwelt,
onrustig in ’t gemis?
O hoop op God, want ik zal nog
Hem loven, Hij is mij
veelvoudige verlossingen,
ja weet, mijn God is Hij.
Voor degenen die belangstelling hebben voor de berijming van de volledige psalm, plaats ik deze hier.
Zoals in het andere topic opgemerkt kan deze berijming op vele melodieën die o.a. voor het Schots psalter gemaakt zijn, gezongen worden.
Genoemd zijn o.a. de tunes Argyle, Evan en Martyrdom. Maar er zijn nog vele andere tunes die voor deze psalm/berijming geschikt zijn.
Onder de berijming - die gebaseerd is op de Hebreeuwse grondtekst én de Statenvertaling - plaats ik nog enkele noten ter verklaring van enkele keuzes.
Psalm 42
1 Zoals een hert of hinde schreeuwt
naar waterstromen zeer,
zo schreeuwt, o God, mijn ziel naar U,
met groot verlangen, Heer’.
2 In dorst naar God, naar God Die leeft
mijn ziel verlangt, wanneer
zal ’k ingaan voor Uw aangezicht,
voor U verschijnen, Heer’?
3 Mijn tranen zijn mijn spijs en brood,
zowel bij dag als nacht,
wanneer zij zeggen, heel de dag:
Waar ’s God, Die u verwacht?
4 Mijn ziel is in mij uitgestort,
als ik gedenk en weet,
hoe ’k heenging in een grote schaar,
ik langzaam met hen schreed,
naar ’t huis van God met luide stem
van juichen, prijs en lof,
ja, met een menigt’ die daar hield
het heilig feest van God.
5 Waarom, mijn ziel, buigt u zich steeds
terneer in droefenis,
waarom is het dat u zich kwelt,
onrustig in ’t gemis?
O hoop op God, want ik zal nog
Hem loven, Hij^heeft verricht
veelvoudige verlossingen,
ja, van Zijn aangezicht.
6 Mijn God, mijn ziel buigt zich in mij,
daarom gedenk ik U
uit Jordaans land en de Hermon,
uit ’t klein gebergte nu.
7 De diepte roept tot diepte weer
bij d’ stem van stroomgeruis,
Uw baren en Uw golven gaan
ov’r^mij met groot gedruis.
8 De HEER’ nu zal des daags gebiên
Zijn gunst die Hij mij geeft,
Zijn lied zal ’s nachts nog bij mij zijn,
ik bid tot God Die leeft.
9 ’k Zal zeggen tot mijn God: Mijn Rots,
waarom vergeet Gij mij?
Waarom ga ik in ’t zwart van rouw
door ’s vijands heerschappij?
10 Verdrukkers’ hoon, een steek van dood
mijn beend’ren toegebracht,
wanneer zij zeggen heel de dag:
Waar ’s God, Die u verwacht?
11 Waarom, mijn ziel, buigt u zich steeds
terneer in droefenis,
waarom is het dat u zich kwelt,
onrustig in ’t gemis?
O hoop op God, want ik zal nog
Hem loven, Hij is mij
veelvoudige verlossingen,
ja weet, mijn God is Hij.
Noten:
- Algemeen: De versnummers corresponderen met de onberijmde tekst, met één nummer verschil gezien het opschrift van de psalm. De nummering komt daardoor precies overeen met de nummering in de KJV (en het Schots psalter).
- Algemeen: in deze berijming is gestreefd naar een zo letterlijk mogelijke weergave van de onberijmde tekst, waarbij in beginsel niets wordt toegevoegd wat we niet in de Bijbeltekst vinden (wat wezenlijk anders is dan in 1773 en de meeste andere berijmingen). De berijming is qua rijmkunst soms minder fraai, maar daartegenover staat dat op deze manier letterlijk uit Gods Woord gezongen kan worden.
- Vs. 1: 'hert of hinde': twee mogelijke vertalingen van het grondwoord, zie de kt. in de SV.
- Vs. 3: 'spijs of brood'. De letterlijke betekenis van het Hebreeuwse woord is 'brood', zie ook de kt.
- Vs. 4: 'ik langzaam met hen schreed'. Zie ook hier de kt. voor de betekenis van het Hebreeuws, in de SV vertaald met 'met hen te treden': 'Of: zediglijk, statelijk, zachtkens treden.' Vandaar de keuze voor 'langzaam schrijden'.
- Vs. 5 en 11: Deze verzen vormen de afsluiting van het eerste en het tweede gedeelte, een refrein. Zoals ook uit de onberijmde tekst blijkt, zijn er kleine verschillen tussen deze verzen, die ook doorwerken in de berijming. (Psalm 43 vormt feitelijk het derde deel, waarin het mede gaat om de vervulling van het verlangen naar Gods huis en nabijheid dat in eerste deel is uitgesproken. In vs. 5 vinden we daar hetzelfde refrein.)
Psalm 43
1 Doe recht, o God, bepleit voor mij
mijn pleitzaak en verlos
van ’t trouwloos volk, ook van de man
van onrecht en bedrog.
2 Want Gij zijt God, mijn God van kracht,
waarom verstoot Gij mij?
Waarom ga ik toch steeds in ’t zwart
door ’s vijands heerschappij?
3 O zend Uw licht en waarheid neer,
dat die mij leiden heen,
mij brengen naar Uw heil’ge berg
om^Uw woning in te treên.
4 Dan zal ik tot Gods altaar gaan,
tot God Die mij verblijdt,
mijn Vreugd, U loven met de lier,
o God, Mijn God Gij zijt.
5 Waarom, mijn ziel, buigt u zich steeds
terneer in droefenis,
waarom is het dat u zich kwelt,
onrustig in ’t gemis?
O hoop op God, want ik zal nog
Hem loven, Hij is mij
veelvoudige verlossingen,
ja weet, mijn God is Hij.
Laatst gewijzigd door Valcke op 24 mei 2025, 10:50, 1 keer totaal gewijzigd.