Wanneer we het bezien vanuit het individu (de individuele christen), dan heeft een individu maar heel beperkt invloed op de overheid en de inrichting van de maatschappij. De individuele christen kan dan participeren in de maatschappij voor zover hij door zijn eigen verantwoordelijkheid, houding en gedrag niet in conflict komt met wat de Schrift ons leert. Denk bv. aan Daniël en zijn vrienden: zij trokken duidelijke grenzen als het ging om de dienst van God, maar participeerden wel in de maatschappij. Als het erop aankwam, waren zij echter bereid om alles, en zelfs hun leven, op te geven: denk aan de spijzen die zij niet namen, het niet knielen voor het beeld van Nebukadnezar en het gebed tot God. Hield dit voor hen een evolutie in, in vergelijking met toen de Joden nog in hun eigen land leefden? M.i. is dat niet het geval. Zij participeerden nu in een ander bestel, maar zij bleven persoonlijk gehoorzaam aan wat de Schrift hen leerde. Alleen in het handelen van de overheid, waren zij gedwongen een andere macht te erkennen, maar dan wel binnen bepaalde grenzen. Zo zie ik het ook als het gaat om bv. kiesrecht. Hoe principieel is deze kwestie? Is het op grond van de Schrift inderdaad voor een vrouw niet mogelijk om haar stem uit te brengen als het gaat om overheidsorganen? Dat geloof ik niet. Het wordt pas principieel wanneer de overheid ook zou voorschijven hoe in de kerken of als man en vrouw in het gezin de verhoudingen liggen. Dan is er (zoals jij het noemde) een rode lijn, waar de Schrift gehoorzaamheid eist. Misschien is het wel zo dat in het verleden te snel een zaak tot een gewetenszaak of zaak van de Schrift verheven werd, terwijl deze het in feite niet was. Dat geldt ook voor de leidinggevende of regeringsfunctie van een vrouw, die er altijd de eeuwen door geweest is, ook in Bijbelse tijden.Posthoorn schreef: ↑13 feb 2025, 08:51 @Valcke en @MNB, ik zou dan toch graag zien hoe jullie hier tegenaan kijken (even los van de discussie over dit onderwerp in een ander topic):Posthoorn schreef:Om het toch maar even over de positie van de vrouw te hebben. Inmiddels leven wij in een maatschappij waar de vrouw gelijke rechten heeft met de man. In onze kringen was men vroeger tegen het vrouwenkiesrecht, maar dat hebben we voor het grootste deel losgelaten. Met vrouwen in een leidinggevende functie of een vrouwelijke docent heeft men over het algemeen ook geen moeite, hoewel de SGP nog steeds vasthoudt aan het principe dat een vrouw geen regeringsfunctie mag bekleden. In die zin is er sprake geweest van een evolutie, waarbij de Bijbelse gegevens in feite telkens op een andere manier geïnterpreteerd werden. Ik denk dat je dat bedoelt met de doorgaande lijn.
Schriftgezag
Re: Schriftgezag
Re: Schriftgezag
Voor de abonnees op het ND:
https://www.nd.nl/lees/1257109
Een artikel waarin prof. Ad de Bruijne er voor pleit om de bezinning van de hoogleraren Oosterhoff en Versteeg en van dr. Loonstra voort te zetten. Het kan verkeren.
https://www.nd.nl/lees/1257109
Een artikel waarin prof. Ad de Bruijne er voor pleit om de bezinning van de hoogleraren Oosterhoff en Versteeg en van dr. Loonstra voort te zetten. Het kan verkeren.
Re: Schriftgezag
In aanvulling op wat Valcke zegt wil ik nog wel het volgende noemen.Posthoorn schreef: ↑13 feb 2025, 08:51 @Valcke en @MNB, ik zou dan toch graag zien hoe jullie hier tegenaan kijken (even los van de discussie over dit onderwerp in een ander topic):Posthoorn schreef:Om het toch maar even over de positie van de vrouw te hebben. Inmiddels leven wij in een maatschappij waar de vrouw gelijke rechten heeft met de man. In onze kringen was men vroeger tegen het vrouwenkiesrecht, maar dat hebben we voor het grootste deel losgelaten. Met vrouwen in een leidinggevende functie of een vrouwelijke docent heeft men over het algemeen ook geen moeite, hoewel de SGP nog steeds vasthoudt aan het principe dat een vrouw geen regeringsfunctie mag bekleden. In die zin is er sprake geweest van een evolutie, waarbij de Bijbelse gegevens in feite telkens op een andere manier geïnterpreteerd werden. Ik denk dat je dat bedoelt met de doorgaande lijn.
Ik weet niet of er in het verleden te makkelijk is geoordeeld over bepaalde zaken. In alle eerlijkheid ken ik op punten als het vrouwenkiesrecht niet alle argumenten en de onderbouwing vanuit Gods Woord. Daar zou ik dan eerst kennis van willen nemen voordat ik tot een conclusie kom. Ik heb persoonlijk dit punt ook nooit doordacht op grond van Gods Woord.
Een groot probleem is dat veel van de ontwikkelingen die momenteel plaatsvinden nauwelijks kritisch worden beoordeeld en waar dit aanvankelijk wel gebeurt in sommige delen van onze gezindte, verstomd dat vaak snel doordat we ingehaald worden door de realiteit en we het niet meer ‘realistisch’ achten om zo anders te zijn dan de wereld om ons heen. In veel gevallen vrees ik dat we veel meer een pragmatische insteek kiezen en een houding hebben aangenomen met een open blik naar culturele en maatschappelijke ontwikkelingen dan een houding waarbij we alles kritisch toetsen aan Gods Woord (mogelijk dat dat ook raakt aan het artikel waar DDD naar verwijst, waarvan ik alleen het eerste deel lezen kan) en daaruit vervolgens ook de consequenties trekken, ook al gaat dat lijnrecht in tegen de geest van de tijd, of ons eigen gemak. Tekenend hierin vind ik onder meer de ontwikkelingen rondom het gebruik van internet, maar ook voor de doordenking van onze houding ten aanzien van bijvoorbeeld AI lees ik ontzettend weinig fundamentele doordenking ten aanzien van onze houding en verhouding met deze ontwikkelingen. Eén van de oorzaken is vanzelf ook de snelheid waarmee ontwikkelingen gaan en ook de veelomvattendheid ervan.
Het kritisch toetsen op grond van Gods Woord geldt niet alleen voor nieuwe ontwikkelingen, maar ook voor ontwikkelingen uit het verleden. Het onbreken hiervan geeft veel mensen ook terecht het argument dat ook mensen die zich zeggen te onderwerpen aan het gezag van Gods Woord zich in de praktijk toch ook vaak laten leiden door de culturele ontwikkelingen. Dat gaf ik ook al aan in een eerder bericht. Dit is vaak een terecht verwijt en zorgt er tevens voor dat er van het Christendom weinig uitgaat. De kritiek op Christenen verstomd omdat haar visie niet meer zo confronterend is met die van de wereld om haar heen, en waar dat nog wel zo is, houden we meest onze mond dan er in openheid en met ernst en bewogenheid met onze naaste over te spreken.
Onze grondhouding ten opzichte van genoemde ontwikkeling moet naar mijn mening altijd zijn:
- Welke teksten spreken over de positie van de vrouw (of welk ander onderwerp dan ook)
- Wat zeggen deze teksten precies over de positie van de vrouw (of welk ander onderwerp dan ook)
- Wat is de richtlijn die daaruit voortvloeit voor ons
Re: Schriftgezag
Dat dus. En dat argument zal door de 'progressieven' aangegrepen worden om hun standpunt te rechtvaardigen.Valcke schreef:Misschien is het wel zo dat in het verleden te snel een zaak tot een gewetenszaak of zaak van de Schrift verheven werd, terwijl deze het in feite niet was.
-
- Berichten: 144
- Lid geworden op: 27 jul 2019, 10:24
- Locatie: forumboer@gmail.com
Re: Schriftgezag
Ergens lijkt het dan zo te zijn dat er zaken zijn die niet vallen onder de Schrift, of beter onder de werking van de zedenwet. En dat lijkt mij niet juist, omdat die wet nu juist alles omvat.Posthoorn schreef: ↑14 feb 2025, 12:41Dat dus. En dat argument zal door de 'progressieven' aangegrepen worden om hun standpunt te rechtvaardigen.Valcke schreef:Misschien is het wel zo dat in het verleden te snel een zaak tot een gewetenszaak of zaak van de Schrift verheven werd, terwijl deze het in feite niet was.
Ter illustratie hiervan een citaat uit Gereformeerde ethiek van H. Bavick.
Wij hebben dus van de adiaphora en het Erlaubte de volgende opvattingen:
a. De katholieke, van Scotus, Concilie van Konstanz, Trente: er zijn bepaald niet slechts dingen, voorwerpen, maar ook handelingen, die niet maar in abstracto maar ook in individuo in een concreet geval indifferent zijn, met de zedenwet niets hebben uit te staan, evengoed kunnen gedaan als nagelaten worden, geheel los zijn van de wet, de plicht, en dus niet zedelijk noodzakelijk maar geheel en zuiver willekeurig, toevallig zijn.
Dit is het standpunt van het pelagianisme: heel de zedenwet is toevallig, God had evengoed anders, meer, minder kunnen bepalen dan Hij nu eenmaal bepaald heeft met een willekeurige daad. Die wet bestaat uit enkele, louter toevallig naast elkaar staande geboden, is geen organisme maar een aggregaat. Zij omvat dus niet heel het leven, maar slechts enkele handelingen. De wet is niet absoluut, normeert de mens niet geheel. Er blijft dus een groot terrein over, dat de wet vrijlaat,
waarover zij zich niet uitspreekt. Er ligt een open terrein boven en evenzo een breed terrein beneden de wet. Men kan meer, men kan ook minder doen dan de wet.
b. De protestantse, tevens die van Thomas, Bellarminus, en anderen. Adiaphora, erlaubte dingen, zijn er alleen in abstracto. In individuo worden zij altijd, wel niet in se, maar per intentionem, finem, circumstantias aan de zedenwet onderworpen en houden dus op onverschillig te zijn, zijn dus dan wel ge- of verboden. In concreto valt dus het Erlaubte of indifferente geheel weg. Alleen de wet, de plicht, het zedelijk noodzakelijke blijft over. Ofschoon dus niet a priori en in abstracto van veel is uit te maken of het goed of kwaad is, trachten de protestanten, bijvoorbeeld Flacius c.s. tegenover Melanchthon,
gereformeerden tegenover anglicanen, toch in concreto wel terdege alles naar de zedenwet, objectief vast te stellen, en laten dit niet aan het individu over. De protestanten handhaven dus tegenover Rome vooral het absolute en allen en altijd geldende der zedenwet.
Rome zegt: behalve in het door de wet paalde kan de individu naar verkiezen meer of minder doen, het staat aan zijn keuze. Het protestantisme zegt: elk individu wordt in concreto altijd door de zedenwet bepaald.
Amesius: er zijn onverschillige dingen, in zichzelf, maar niet zo, of zij kunnen door de omstandigheden goed of kwaad worden. In haar gemene en blote natuur zijn ze echter onverschillig, als eten, drinken, reizen, wandelen. Sommige ervan
worden lichter met kwade, andere lichter met goede omstandigheden saamgevoegd. Vele handelingen, baard wrijven, enz., zijn niet zedelijk goed of kwaad, vallen daaronder niet, geschieden zonder voorafgaande reden, door de naakte inbeelding. Alleen moet het betamelijke hier in acht genomen. Maar alle handeling uit beraadslaagde reden voortkomend, is of goed of kwaad, ofschoon vele dingen te doen niet nodig of ongeoorloofd is te doen, maar als men ze doet, geschiede het naar de wet.
Re: Schriftgezag
De zedelijke wet beschrijft volmaakt wat goed is en wat kwaad. Daarin ontbreekt niets. Maar je kunt dit niet omdraaien en zeggen: dus er is dus geen enkele zaak waarvoor in Gods Woord geen gebod of verbod bestaat. Ook het citaat van bv. Amesius bewijst dat er zaken zijn die op zichzelf niet geboden of verboden zijn, en op zichzelf (!) niet vallen onder de zedelijke wet. Zij vallen daar pas onder als gevolg van eventuele omstandigheden, waardoor ze geboden of juist verboden kunnen zijn. En zo heeft ook Calvijn de res mediae (middelmatige zaken) nadrukkelijk geleerd, waaraan verbonden is het wezenlijke stuk van de christelijke vrijheid. Ook t.a.v. de burgerlijke regering geeft Calvijn aan dat er in Gods Woord geen voorschrift is ten gunste van een monarchie, aristocratie of democratie (al acht hijzelf de aristocratie de beste vorm).
En zo is er naar mijn overtuiging ook geen verbod in Gods Woord te vinden van een vrouw die een regeerambt heeft in de maatschappij. Ik geloof wel dat er Schriftuurlijke argumenten zijn waarom dit niet de voorkeur heeft, maar een verbod kun je (naar mijn overtuiging) niet funderen op de Schrift. Ik meen dat ik dat dit ook de opvatting was van Theodorus à Beza. (Dit natuurlijk in tegenstelling tot het regeerambt in de gemeente / kerk, waarvoor we dit wel duidelijk in de Schrift vinden.) Wel is elke overheid van God geordineerd en is ook elke overheid onderworpen aan Gods geboden.
Het kromme in het vroegere SGP-standpunt was bv. dat men het regeerambt voor de vrouw in zijn algemeenheid afwees, maar voor de koningin werd dit prima gevonden (zogenaamd omdat dit een gevolg is van erfopvolging, terwijl toch ook de wetten voor de erfopvolging anders zouden kunnen zijn, maar daar pleitte men niet voor).
En zo is er naar mijn overtuiging ook geen verbod in Gods Woord te vinden van een vrouw die een regeerambt heeft in de maatschappij. Ik geloof wel dat er Schriftuurlijke argumenten zijn waarom dit niet de voorkeur heeft, maar een verbod kun je (naar mijn overtuiging) niet funderen op de Schrift. Ik meen dat ik dat dit ook de opvatting was van Theodorus à Beza. (Dit natuurlijk in tegenstelling tot het regeerambt in de gemeente / kerk, waarvoor we dit wel duidelijk in de Schrift vinden.) Wel is elke overheid van God geordineerd en is ook elke overheid onderworpen aan Gods geboden.
Het kromme in het vroegere SGP-standpunt was bv. dat men het regeerambt voor de vrouw in zijn algemeenheid afwees, maar voor de koningin werd dit prima gevonden (zogenaamd omdat dit een gevolg is van erfopvolging, terwijl toch ook de wetten voor de erfopvolging anders zouden kunnen zijn, maar daar pleitte men niet voor).
-
- Berichten: 144
- Lid geworden op: 27 jul 2019, 10:24
- Locatie: forumboer@gmail.com
Re: Schriftgezag
Ik denk dat wij Amesius niet op gelijke manier lezen. Want in abstracto moge het zo schijnen, het blijft een feit dat in de schepping niets is te onttrekken aan Gods woord. Die mogelijkheid openhouden leidt tot een ernstige relativering van het Schriftgezag en zelfs van het gezag van God zelf. Zo blijf ik komen tot de overtuiging dat het ook waar is dat er is geen enkele zaak is waarvoor in Gods Woord geen gebod of verbod bestaat.Valcke schreef: ↑14 feb 2025, 18:13 De zedelijke wet beschrijft volmaakt wat goed is en wat kwaad. Daarin ontbreekt niets. Maar je kunt dit niet omdraaien en zeggen: dus er is dus geen enkele zaak waarvoor in Gods Woord geen gebod of verbod bestaat. Ook het citaat van bv. Amesius bewijst dat er zaken zijn die op zichzelf niet geboden of verboden zijn, en op zichzelf (!) niet vallen onder de zedelijke wet. Zij vallen daar pas onder als gevolg van eventuele omstandigheden, waardoor ze geboden of juist verboden kunnen zijn. En zo heeft ook Calvijn de res mediae (middelmatige zaken) nadrukkelijk geleerd, waaraan verbonden is het wezenlijke stuk van de christelijke vrijheid.
In het aardse bestaan is er vanuit de mens sprake van overleg, nadenken en handelen. Hiermee zijn de omstandigheden gerealiseerd die de zaken brengen binnen het domein van de wet.
Hoe dat toegaat? Ik laat Dr. H. Bavinck daarover aan het woord.
En die christelijke vrijheid? Zeker niet onbelangrijk. Maar tevens een belangrijk argument voor een activistisch christendom.Het gebied der adiaphora schijnt zo verbazend groot en heel het natuurlijk leven te omvatten. Maar dat is schijn. In abstracto is het even goed, een steek of een hoed te dragen, te wandelen of niet. Maar de fout is juist, dat men die dingen, die alle historisch geworden zijn, uit het milieu, uit de historie losmaakt, los op zichzelf stelt en dan vraagt of het goed is of kwaad. Op die abstracte vraag is geen antwoord te geven. Maar wel in concreto. Het christendom onderstelt en vindt overal een natuurlijk, historisch geworden leven, onder Gods leiding ontstaan. En nu nivelleert het christendom dat alles niet; het revolveert niet maar reformeert. De zedenwet die het christendom meebrengt bevat algemene beginselen en past deze nu op het historisch gewordene toe. Alleen zoveel afschaffend als met die beginselen In onverzoenlijke strijd is en het overige nieuw bezielend en heiligend.
Een christendom dat zelfbeschikking en zelfrealisatie voorop heeft staan. En dat moet dan wel meetbaar zijn in de vorm van (zelf in te vullen).
Calvijn was daar al heel beducht voor en schreef terzake
Velen dwalen ook daarin, dat zij hun vrijheid, alsof die niet ongeschonden en gaaf was zo zij de mensen niet tot getuigen had, zonder onderscheid en onvoorzichtig gebruiken. Door welk ontijdig
gebruik zij de zwakke broeders dikwijls ergeren.
Men ziet hedendaags sommigen, die menen dat hun vrijheid niet kan stand houden, zo zij door het eten van vlees op Vrijdag zich niet in haar bezit stellen. Ik berisp hen niet omdat zij dan eten; maar deze valse mening moet uit de harten uitgedreven worden. Want zij behoorden te bedenken dat zij door hun vrijheid niets nieuws bekomen voor het oog der mensen, maar bij God; en dat die vrijheid zowel gelegen is in het zich onthouden als in het gebruiken. Zo zij inzien dat het voor God hetzelfde is of zij vlees eten of eieren, of zij met rode of met zwarte klederen gekleed worden, zo is het ten volle genoeg. Het geweten, hetgeen de weldaad dezer vrijheid toekwam, is nu vrij. Schoon zij dan later gedurende hun gehele leven zich van vlees onthouden, en altijd een kleed van één kleur dragen, zo zijn zij toch vrij. Ja, omdat zij daarin vrij zijn, onthouden zij zich daarvan met een vrij geweten.
Maar zeer verderfelijk misgaan zij zich daarin, dat zij niets hechten aan de zwakheid der broederen, die door ons zó moet worden gedragen, dat wij niets lichtvaardig doen, dat hun kan aanstoot geven.
Een godvruchtig mens moet bedenken, dat hem in uitwendige zaken daarom vrije macht verleend is, opdat hij tot allerlei plichten der liefde te vaardiger zijn zou.
Re: Schriftgezag
Gods Woord bestrijkt zonder enige twijfel alle zaken van het leven. En ieder mens dient in al zijn doen en laten - ook in de kleinste dingen - afhankelijk te zijn van God en van Zijn Woord, en naar Zijn wil te vragen. En alle z.g. 'vrijheid' wordt door de mens misbruikt, zonder enige twijfel! - Maar dit was niet het punt waar het over ging, dus ik laat dit verder liggen.
Re: Schriftgezag
Een uiterlijk aspect van Schrift-gezag: als Gods Woord thuis gezamenlijk gelezen wordt, "voeten van de bank, armen over elkaar". Wachten tot die straaljager voorbij is geraasd. Het is 'alzo spreekt de Heere'. Het gezag (en daarmee Gods heiligheid) erodeert ook in ons, als men niet probeert weg te blijven van het quasi-grappig misbruik (als het te direct klinkt 'geef mij van dat rode, dat rode daar'; dan worden gedeelten van berijmde psalmen gebruikt 'maar 't blij vooruitzicht dat mij streelt', enz. enz.).
Tegelijk, bijvoorbeeld in gesprek met anders-denkenden: Zijn Woord laten klinken, ook al wordt het spottend weggezet, al wordt geprobeerd dat Woord te overstemmen enz.
Tegelijk, bijvoorbeeld in gesprek met anders-denkenden: Zijn Woord laten klinken, ook al wordt het spottend weggezet, al wordt geprobeerd dat Woord te overstemmen enz.
Re: Schriftgezag
Er is m.i. nog wel een verschil tussen het gebruik van 'onschuldige' teksten als "dat rode daar" in familiaire setting en bijv. misbruik van citaten van de Heere Jezus ("Het is volbracht" in een anti-christelijke, openbare context, we kennen allemaal het voorbeeld).