Je kan het ook positief duiden: Wij beseffen nu pas wat hij echt bedoelde.Maanenschijn schreef: ↑20 jan 2025, 21:01Het citaat zou ook op een keurig kerkmens van toepassing zijn, die zichzelf als zondaar leert kennen. Ik denk dat iets dergelijks in menig levensbeschrijving kan terug vinden.Job schreef:Ik pakte net het bewuste boek (de autobiografie) erbij om eens te kijken hoe hij met deze episode omging. Omdat het boek is opgedeeld in hoofdstukken op basis van jaartallen, is dat gemakkelijk. Onder "1939-1946, Blinde ogen geopend" wordt nauwelijks iets over de oorlog vermeld. Ik lees er het volgende:
"Toch had ik een zekere drang om boven mijn vrienden uit te groeien. Door zelfstudie wilde ik een grote plaats in de maatschappij verwerven. Zo meende ik een geslaagd mens te worden. Alle middelen daartoe zijn dan toegestaan. Hoe bitter is het als de Heere daar later op terugkomt en laat zien hoe fel-vijandig men is tegen God en Zijn Woord. Als de Heere de mens laat doorgaan, zal hij verstikken in zijn zonde en dwaasheid. Dat de Heere hem niet wegveegt van voor Zijn aangezicht wordt later als een wonder ervaren. In het licht daarvan is het niet toegestaan te roemen over de diepten van een mensenbestaan. Gods Woord spreekt van een ruisende kuil en modderig slijk. Wat door genade als zonde wordt ontdekt, is een oorzaak van diepe smart en walging. Wee mijner, dat ik zo gezondigd heb.
(...) Wat ervaren werd als ramp en tegenspoed, verlies en schande, was een oorzaak dat ik niet steeds dieper zou wegzinken in de poel van het verderf. (...). Zo leefde ik tot april 1944. In de diepste zin een leven zonder God. Maar daar moest ik aan ontdekt worden."
Hierna verhaalt hij van zijn omkering. Ik denk dat je dit deel als schuldbekentenis moet lezen. Maar misschien zoek ik er teveel in.
Ik kan dit niet zozeer als een specifieke schuldbekentenis lezen. Al geeft het vast een mild gevoel om dat wel te doen.
En wellicht was de genadeloosheid in het beoordelen van andermans fouten waar onze gezindte bekend om staat die hem heeft doen zwijgen. Want wij zijn heel goed in het na 80 jaar nog naar boven halen van andermans fouten uit jonge jaren. Waardoor vele tollenaren en zondaren zich niet thuis voelen in de gereformeerde gezindte.