Groot Blankenstein schreef: ↑30 okt 2024, 09:35
JCM schreef: ↑30 okt 2024, 09:07
Het is goed om kennis te nemen van wat Thomas Boston schrijft over het genadeverbond:
https://theologienet.nl/bestanden/bosto ... erbond.pdf
Weliswaar uitgebreid, maar op veel zaken erg verhelderend. De plaats van de Doop komt hier niet direct in terug, maar wel de aard, kern en werking van het genadeverbond, waarvan de doop een teken en zegel is.
Inderdaad, zo’n waardevol boek! Maar helaas niet meer nieuw te koop in de boekwinkels. Hier is werk voor uitgevers..!
Maar ben je het dan ook eens met wat Boston in dit boek op grond van Gods Woord naar voren brengt ten aanzien van het genadeverbond?
Op basis van je reactie op één van mijn eerdere berichten lijkt dat namelijk niet zo. Destijds maakte je, in reactie op mijn bijdrage dat de heidenen alleen door het geloof in het genadeverbond zijn gekomen en daarmee Christus en al zijn weldaden deelachtig worden, nog de opmerking dat dit voor kinderen van gelovige ouders mogelijk anders is.
Dit werk van Boston laat opnieuw zien dat de visie op het genadeverbond zoals dat hier voortdurend als Gereformeerd wordt gepresenteerd, dat helemaal niet is. Althans, ik kom het niet tegen bij de (Nadere) Reformatoren waar ik kennis van heb genomen en ook niet in dit werk van Boston. Op 24 september 23.48 merkte ik in dit topic op dat de lijn die ik steeds tegenkom als volgt is (en dat zien we ook opnieuw bij Boston):
- Van nature liggen we allen onder de eis van het werkverbond, die geen mens meer kan onderhouden. Ik geloof dat hier de meesten nog wel overeenstemmen
- Er is maar één genadeverbond, geen uitwendig en inwendig verbond. Daar vinden we geen grond voor in de schrift en dit is ook altijd bestreden door de (Nadere) Reformatoren. Dat bestrijd bijvoorbeeld Brakel stellig in zijn ‘Redelijke Godsdienst’. Hier lopen de wegen al uiteen vrees ik.
- We zijn of in het genadeverbond, of we staan er buiten en liggen daarmee nog onder de eis van het werkverbond. Zonder een waar geloof leven we nog onder de eis van het werkverbond en staan daarmee buiten het genadeverbond. Ook hier lopen de meningen breed uiteen. Wat dit aan gevolgen heeft voor de noodzaak van Christus Borgwerk is werkelijk niet te overzien.
- Als we in het genadeverbond zijn, bezitten we ook alle goederen van het genadeverbond. Dit wordt ook ontkend door de meesten die spreken van een ‘ruime verkondiging van het genadeverbond’. Het is echter een arm, uitgekleed verbond dat wordt voorgesteld.
- Alleen het ware geloof lijft de zondaar in, in het genadeverbond. Dat doet niet de Heilige Doop, en ook doet dat niet onze geboorte uit gelovige ouders. Vrijwel niemand lijkt dit meer zo voor te staan terwijl dit uiterst helder is uit Gods Woord en uit de oudvaders.
Doordat bovenstaande lijn niet meer gevolgd wordt, wordt veelal de klem uit de prediking weggehaald ten aanzien van de absolute noodzaak van wedergeboorte en een waar geloof in de gekruiste Christus, om alleen in die weg verlost te worden van de toekomende toorn. Een zeer aansprekend voorbeeld daarvan kwam ik gisteren tegen bij het lezen van het dagboek van Wulfert Floor naar aanleiding van de tekst uit 2 Kronieken 19:11b: "En de HEERE zal met de goede zijn". Als we dat nu eens allemaal zouden geloven en ter harte nemen:
Wulfert Floor schreef:
Onbekeerden! U behoort niet onder de goeden. De waarachtige bekering en het zaligmakend geloof maken de mens goed. Maar geen uitwendige plichten, doop, lidmaatschap en bijwoning van het avondmaal. God is ook niet met u, maar tegen u, zelfs in de dag der gezondheid en van voorspoed. Zijn toorn blijft op een ieder die de Zoon ongehoorzaam is. God is tegen u in de lange bange dag van tegenspoed. En tegen u op uw sterfbed, in het oordeel en tot in alle eeuwigheid.
Och, zoek dan nog met die God verzoend te worden! Het Evangelie wordt u nog verkondigd. Jezus roept en nodigt u nog. Neem dan nog heden uw genadetijd waar, eer het voor eeuwig te laat is. Maar bid vooral om aan uzelf ontdekt te worden, om te geloven en te gevoelen dat uw hart kwaad is en dat u nog tot de kwaden behoort, opdat u onder dit gezicht nog vermoeid en belast, nog treurend, hongerig en dorstig mocht worden.
De inhoud van het dierbare Evangelie heeft alleen kracht en klem voor vermoeide en belaste zielen, die zich voor God schuldig voelen. Rijken, wijzen en rechtvaardigen willen daar nauwelijks het oor aan lenen. Die gezond is, heeft de medicijnmeester niet nodig. Daarom is het zo noodzakelijk een zondaar, een schuldenaar, een vermoeide en ellendige te worden in zijn eigen schatting. Rust echter nooit in uw vermoeidheid en het gezicht uwer zonden, want indien dit u in de hemel kon brengen, had Jezus niet behoeven uit te roepen: "Komt herwaarts tot Mij en Ik zal u rust geven."
Tot Jezus te komen, bij Hem te schuilen en alleen bij Hem rust en behoudenis te zoeken, is dus voor elk van ons noodzakelijk. Hij is de schuilplaats, waar wij in moeten. Hij is de vrijstad, Die ons veiligheid kan geven tegen de toorn Gods. Jezus kan ons goed maken en rein verklaren en ons de ingang openen van het nieuwe Jeruzalem. Wend u dan naar Hem toe en word voor eeuwig behouden!
Waar wordt nog met zoveel ernst de absolute ellendestaat van de mens geschetst liggend onder Gods toorn (gedoopt of niet) en de aandrang gedaan om tot Christus te vluchten tot behoudenis. Als dat eerste ontbreekt is dat laatste een lege huls. Waar onze ellendestaat onder het werkverbond niet wordt verkondigd, wordt de noodzaak gemist om (met de woorden van Boston) te vluchten tot het genadeverbond. Waar dat ontbreekt, ontbreekt de klem of gaat ze zeer spoedig ontbreken.