Ja, dan gebruikt Hij wel een middel buiten de prediking om. Maar dat doet niets af aan het probleem dat zeker wel bestaat.olfie schreef:Zó lang (tot de dood) is die kringloop niet, want die Hem oprecht zoeken die zullen Hem vinden. Hij zal geen bidder laten staan.Kaw schreef: Maar waarom horen mensen die geloven dat ze Christus nodig hebben en ook verlossing bij Hem zoeken dan dat God ze eerst nog maar eens moet trekken? Dat is de kip en het ei dat ik bedoel. Mensen die zoekende zijn gemaakt worden weer terug gestuurd naar de status van lijdelijkheid met de boodschap dat ze nog maar eens echt zoekende gemaakt moeten worden. (om allerlei redenen) Die kringloop is levenslang vol te houden, totdat de dood komt! En dan?
Wij hebben de lust om Christus te zoeken omdat God ons eerst gezocht heeft. Wij hebben God lief omdat God ons eerst lief heeft gehad. Indien wij een poging doen om Christus aan te nemen (wat gewoon een bijbelse term is), dan is dat omdat God ons die wil heeft gegeven en God zal die poging dan ook zegenen wanneer het Zijn werk is dat wij die poging doen.olfie schreef:Juist, dat wij in onze machteloosheid en ellende aan Zijn voeten terecht komen, en belijden dat er in ons niets meer te vinden is wat tot onze zaligheid kan dienen. Dat wij smeken of Hij ons in Zijn genade aan wil nemen. En wie bidt die ZAL gegeven worden.Kaw schreef: Je zegt als in feite dat het voorhangsel niet gescheurt is en dat God ons in het ongewisse heeft gelaten over de weg tot behoud. Schande! De bijbel zet ons juist niet klem maar wijst ons op de Weg, Waarheid en het Leven!
Als wij Hem aan moesten nemen dan houdt dat gewoon in dat wij iets toe moeten voegen aan onze bekering, zonder onze aanname geen bekering en dus ook geen zaligheid. Zou het dan niet voor eeuwig onmogelijk worden?
Je stelt iets wat een hele bekende, maar oneigenlijke stellingname is. God vraagt van ons dat wij ons bekeren en dat we geloven in Christus. Nu doen we al die zaken niet zonder Gods wil en zegen, maar dat betekent niet dat daarmee Gods eis vervalt. We moeten ons bekeren en we moeten geloven. Gods kinderen zijn wel bekeerd en ze geloven, dus ze hebben zich bekeerd en ze zijn tot geloof gekomen. Niet om hun keuze, maar ze hebben voor God gekozen omdat God ze die keuze heeft laten opdringen. Ze konden niet meer anders dan zich bekeren en voor God kiezen en in Hem geloven. Sterker nog: Op dat moment zagen ze helemaal niet dat ze zich bekeerden en dat ze tot geloof kwamen. Het gebeurde en ze konden niet anders.
Ongelooflijk of niet, maar er is een groep die deze gang van zaken verwerpt in de praktijk, doordat ze deze bekeringen in twijfel trekken en mensen terug sturen met de boodschap:"Je moet eerst maar eens oprecht worden en leren dat je niet kunt geloven en bekeren" En ten diepste geloof ik dat deze opmerking voort komt omdat ze zelf het leven van Gods kinderen niet kennen. Gods kinderen trekken elkaar bekering niet in twijfel om redenen van de hoeveelheid beleefde ellendekennis of om mates van oprechtheid, want Gods kinderen weten dat er geen oprechte ellendekennis bestaat in dit leven. Altans, dat ze dat van zichzelf nooit zullen kunnen bemerken en het daarom nooit van een ander kunnen eisen. En daarom is de eis van een oprechte droefheid ook zo fenijnig. Oprecht voelt een kind van God zich nooit, dus het zal hem altijd aanvechten, totdat hij er achter komt dat het niet te doen is om zijn werk, maar om het werk van zijn Heiland.