KDD schreef: ↑25 sep 2024, 12:41Dat kan, dat weet ik niet. Maar ik weet wel dat hij groot aanhanger was van de schotse broeders Erskines en wat die leerde over de genadeverbond.GG links schreef: ↑25 sep 2024, 10:11Ds. Kersten was groot aanhanger van SteenblokGroot Blankenstein schreef: ↑25 sep 2024, 08:56 Klopt. GG en GGiN onderwijzen beide vanuit dat spoor..
(blz. 7)Ds. G.H. Kersten schreef:Nietwaar, al die beloften, die daar in de Bijbel staan, zijn voor het volk van God. God belooft aan de verworpenen nooit de zaligheid; dat kan niet. Dat leren sommigen in
deze dagen: de 'winnen zijn voor alle gedoopten. Maar dan zou God moeten liegen; dan zou Hij beloven, wat Hij niet vervult. Maar die beloften zijn voor alle uitverkorenen, ze zijn aan het volk vermaakt In Christus Jezus. En de Heere is geen mensenkind, dat Hij liegen kan, of dat Zijn Woord Hem ooit berouwen zou. Als de Heere dan Zijn volk verschijnt, krijgen zij, houvast aan de beloften; als Hij met Goddelijke majesteit en heerlijkheid de beloften in hun ziel bevestigt, opdat zij zeggen kunnen: "Gij hebt tot mijn ziel gesproken; gedenk aan het woord, dat Gij tot Uw knecht gesproken hebt."
Blz 11.Toepassing.
Wat is nu zo duidelijk uit het gehele leven van Abraham? En ook uit ons tekstwoord? Dat God Zijn beloften aan Zijn volk persoonlijk geeft. U kunt de gehele Bijbel doorgaan en dan zult u vinden, dat God gewis spreekt, tot elk, die voor Hem leeft. God belooft Zijn volk de zaligheid in Christus Jezus. Al de beloften, ik herhaal het, die in de Bijbel staan, zijn voor Gods uitverkorenen. Mijn hoorders, werpt die beloften zo maar niet midden in de wereld, dat ieder er maar van grijpen kan; maar Hij heeft de zaligheid in Christus beloofd voor Zijn volk, dat Hij in de eeuwigheid verkoren heeft en Hij zal hen zalig maken. Want als God wat belooft, dan doet Hij het. Nu is het alleen maar de vraag: "Heeft God aan mij ook wel eens iets beloofd?" Vraagt het voor uzelf u eens af, klein en groot. Want wij kunnen wel zeggen: Heere, het staat in de Bijbel en het staat er niet voor niets; en een mens mocht er wel werkzaam mee worden en ze op zijn hart binden en het onze kleine kinderen vroegtijdig zeggen. Dat moeten die vaders en moeders en schoolmeesters doen, niet uit de hoogte en uit hardheid, maar in teder onderwijs, opdat zij vroeg hun knieën leren buigen en zeggen: "Heere, geef mij toch een nieuw hart."
Bron: https://theologienet.nl/bestanden/kerst ... eksten.pdf