Dat geldt beslist niet alle kinderen, hoofd voor hoofd.
PS is hier juist gequoot?
Dat geldt beslist niet alle kinderen, hoofd voor hoofd.
Waar grondde hij dat op, en in welke context zegt hij dat?
Nee, die quote klopt niet. Het antwoord ook niet helemaal: het is niet zonder Gods openbaring, maar zonder bijzondere openbaring. God heeft Zich geopenbaard, in de Schrift. En die wordt door de belijdenis nagesproken.
Er moet altijd vanuit de belijdenis een beroep op de Schrift mogelijk zijn. Als dat niet meer kan, krijgt een belijdenis in zichzelf een canoniek gezag. Dat kan de bedoeling niet zijn.
Dit was hij zegt in het hoofdstuk over de heilige doopKinderen van de bondgenoten moeten als begenadigden aangemerkt worden.
XXV. 7. Alle kinderen van de bondgenoten, ‘t zij bekeerden of onbekeerden, ‘t zij voor
of na het ontvangen van de doop, in hun jonkheid stervende, moeten gehouden worden
zalig te zijn, uit kracht van het verbond Gods in ‘t welk zij geboren zijn, en alzo te Zijn
kinderen van het verbond; zijn de ouders onbekeerd en trouweloos in het verbond, dat
is op hun eigen rekening, de zoon zal niet dragen de misdaad van de vader; zo heeft men
ze ook voor ware bondgenoten en kinderen te houden als ze opwassen, totdat, ze met ter
daad vertonen, dat ze trouweloos in het verbond zijn, en aan de belofte geen deel hebben.
Zij vallen niet uit de genade, en de verzegeling wordt niet vernietigd; maar ‘t is een
bewijs dat de doop hun geen zegel was en dat ze nooit waarlijk in het verbond zijn
geweest; maar als sommigen na een zondig leven bekeerd worden, zo was de doop hun
een zegel, dat ze waarlijk in het verbond waren opgenomen, en dat ze deel aan alle
deszelfs goederen zouden hebben met der daad, gelijk zij daaraan in hun jeugd recht
hadden, schoon zij tussen de doop en hun bekering niet minder dan naar bondgenoten
geleken, én ten opzichte van hun staat in zichzelf, én in het waar oordeel van anderen
zodanig waren. De doop verzegelt alleen uitverkorenen.
Dat klopt, maar toch ga ik er op dit forum nog steeds vanuit dat de drie Formulieren van Eenheid een gemeenschappelijke basis zijn.Posthoorn schreef: ↑24 sep 2024, 10:17Er moet altijd vanuit de belijdenis een beroep op de Schrift mogelijk zijn. Als dat niet meer kan, krijgt een belijdenis in zichzelf een canoniek gezag. Dat kan de bedoeling niet zijn.
Wie verstaat hij, (en ook u) onder 'bondgenoten'...? Bekeerde, wedergeboren mensen, of mensen die gewoon uiterlijk belijden en lid van een kerk zijn?Bertiel schreef: ↑24 sep 2024, 10:24Dit was hij zegt in het hoofdstuk over de heilige doopKinderen van de bondgenoten moeten als begenadigden aangemerkt worden.
XXV. 7. Alle kinderen van de bondgenoten, ‘t zij bekeerden of onbekeerden, ‘t zij voor
of na het ontvangen van de doop, in hun jonkheid stervende, moeten gehouden worden
zalig te zijn, uit kracht van het verbond Gods in ‘t welk zij geboren zijn, en alzo te Zijn
kinderen van het verbond; zijn de ouders onbekeerd en trouweloos in het verbond, dat
is op hun eigen rekening, de zoon zal niet dragen de misdaad van de vader; zo heeft men
ze ook voor ware bondgenoten en kinderen te houden als ze opwassen, totdat, ze met ter
daad vertonen, dat ze trouweloos in het verbond zijn, en aan de belofte geen deel hebben.
Zij vallen niet uit de genade, en de verzegeling wordt niet vernietigd; maar ‘t is een
bewijs dat de doop hun geen zegel was en dat ze nooit waarlijk in het verbond zijn
geweest; maar als sommigen na een zondig leven bekeerd worden, zo was de doop hun
een zegel, dat ze waarlijk in het verbond waren opgenomen, en dat ze deel aan alle
deszelfs goederen zouden hebben met der daad, gelijk zij daaraan in hun jeugd recht
hadden, schoon zij tussen de doop en hun bekering niet minder dan naar bondgenoten
geleken, én ten opzichte van hun staat in zichzelf, én in het waar oordeel van anderen
zodanig waren. De doop verzegelt alleen uitverkorenen.
Mensen die zich, op grond van de kenmerken die in de belijdenissen worden genoemd, wedergeboren mensen mogen noemen?-DIA- schreef: ↑24 sep 2024, 10:35Wie verstaat hij, (en ook u) onder 'bondgenoten'...? Bekeerde, wedergeboren mensen, of mensen die gewoon uiterlijk belijden en lid van een kerk zijn?Bertiel schreef: ↑24 sep 2024, 10:24Dit was hij zegt in het hoofdstuk over de heilige doopKinderen van de bondgenoten moeten als begenadigden aangemerkt worden.
XXV. 7. Alle kinderen van de bondgenoten, ‘t zij bekeerden of onbekeerden, ‘t zij voor
of na het ontvangen van de doop, in hun jonkheid stervende, moeten gehouden worden
zalig te zijn, uit kracht van het verbond Gods in ‘t welk zij geboren zijn, en alzo te Zijn
kinderen van het verbond; zijn de ouders onbekeerd en trouweloos in het verbond, dat
is op hun eigen rekening, de zoon zal niet dragen de misdaad van de vader; zo heeft men
ze ook voor ware bondgenoten en kinderen te houden als ze opwassen, totdat, ze met ter
daad vertonen, dat ze trouweloos in het verbond zijn, en aan de belofte geen deel hebben.
Zij vallen niet uit de genade, en de verzegeling wordt niet vernietigd; maar ‘t is een
bewijs dat de doop hun geen zegel was en dat ze nooit waarlijk in het verbond zijn
geweest; maar als sommigen na een zondig leven bekeerd worden, zo was de doop hun
een zegel, dat ze waarlijk in het verbond waren opgenomen, en dat ze deel aan alle
deszelfs goederen zouden hebben met der daad, gelijk zij daaraan in hun jeugd recht
hadden, schoon zij tussen de doop en hun bekering niet minder dan naar bondgenoten
geleken, én ten opzichte van hun staat in zichzelf, én in het waar oordeel van anderen
zodanig waren. De doop verzegelt alleen uitverkorenen.
En welke teksten liggen dan aan de basis van DL I, 17? Er wordt er er niet een genoemd.Marco schreef: ↑24 sep 2024, 10:25 Aanvulling: daarmee kan er daarover nog steeds gediscussieerd worden wat mij betreft (ik ben geen moderator, maar een 'vreemde' op dit forum!), maar ik ga er toch wel een beetje vanuit dat de teksten die bij het opstellen van de belijdenissen volstaan voor het 'bewijs' daarvan.
@-Dia-, Kan je hier op reageren? Er staat toch heel duidelijk 'de kinderen van de gelovigen'? Wie zijn dat volgens jou?Marco schreef: ↑24 sep 2024, 09:54 De vraag is fout. Je moet kinderen niet rekenen als bekeerden en niet als onbekeerden. Kinderen zijn binnen het verbond. Dit probleem komt pas naar voren als je het verbond zo ver uitgehold hebt, dat het niets meer inhoudt.
Dordtse Leerregels schreef: Over de wil van God kunnen wij ons alleen uitspreken op grond van zijn eigen Woord. Dit verzekert ons ervan, dat de kinderen van de gelovigen heilig zijn, niet van nature, maar uit kracht van het genadeverbond, waartoe zij met hun ouders behoren. Daarom moeten godvrezende ouders niet twijfelen aan de uitverkiezing en het behoud van hun kinderen, die God zeer jong uit dit leven wegneemt.
mensen die in het verbond zijn opgenomen door de doop-DIA- schreef: ↑24 sep 2024, 10:35Wie verstaat hij, (en ook u) onder 'bondgenoten'...? Bekeerde, wedergeboren mensen, of mensen die gewoon uiterlijk belijden en lid van een kerk zijn?Bertiel schreef: ↑24 sep 2024, 10:24Dit was hij zegt in het hoofdstuk over de heilige doopKinderen van de bondgenoten moeten als begenadigden aangemerkt worden.
XXV. 7. Alle kinderen van de bondgenoten, ‘t zij bekeerden of onbekeerden, ‘t zij voor
of na het ontvangen van de doop, in hun jonkheid stervende, moeten gehouden worden
zalig te zijn, uit kracht van het verbond Gods in ‘t welk zij geboren zijn, en alzo te Zijn
kinderen van het verbond; zijn de ouders onbekeerd en trouweloos in het verbond, dat
is op hun eigen rekening, de zoon zal niet dragen de misdaad van de vader; zo heeft men
ze ook voor ware bondgenoten en kinderen te houden als ze opwassen, totdat, ze met ter
daad vertonen, dat ze trouweloos in het verbond zijn, en aan de belofte geen deel hebben.
Zij vallen niet uit de genade, en de verzegeling wordt niet vernietigd; maar ‘t is een
bewijs dat de doop hun geen zegel was en dat ze nooit waarlijk in het verbond zijn
geweest; maar als sommigen na een zondig leven bekeerd worden, zo was de doop hun
een zegel, dat ze waarlijk in het verbond waren opgenomen, en dat ze deel aan alle
deszelfs goederen zouden hebben met der daad, gelijk zij daaraan in hun jeugd recht
hadden, schoon zij tussen de doop en hun bekering niet minder dan naar bondgenoten
geleken, én ten opzichte van hun staat in zichzelf, én in het waar oordeel van anderen
zodanig waren. De doop verzegelt alleen uitverkorenen.
Gen. 17:7; Jes. 59:21; Hand. 2:39; 1Kor. 7:14.Posthoorn schreef: ↑24 sep 2024, 10:40En welke teksten liggen dan aan de basis van DL I, 17? Er wordt er er niet een genoemd.Marco schreef: ↑24 sep 2024, 10:25 Aanvulling: daarmee kan er daarover nog steeds gediscussieerd worden wat mij betreft (ik ben geen moderator, maar een 'vreemde' op dit forum!), maar ik ga er toch wel een beetje vanuit dat de teksten die bij het opstellen van de belijdenissen volstaan voor het 'bewijs' daarvan.
Dat is nogal vaag. Wie zijn opgenomen in het verbond. Is de doop dan het middel om in het verbond opgenomen te worden? Of is dit een behoren tot het erf van het verbond?Bertiel schreef: ↑24 sep 2024, 10:41mensen die in het verbond zijn opgenomen door de doop-DIA- schreef: ↑24 sep 2024, 10:35Wie verstaat hij, (en ook u) onder 'bondgenoten'...? Bekeerde, wedergeboren mensen, of mensen die gewoon uiterlijk belijden en lid van een kerk zijn?Bertiel schreef: ↑24 sep 2024, 10:24Dit was hij zegt in het hoofdstuk over de heilige doopKinderen van de bondgenoten moeten als begenadigden aangemerkt worden.
XXV. 7. Alle kinderen van de bondgenoten, ‘t zij bekeerden of onbekeerden, ‘t zij voor
of na het ontvangen van de doop, in hun jonkheid stervende, moeten gehouden worden
zalig te zijn, uit kracht van het verbond Gods in ‘t welk zij geboren zijn, en alzo te Zijn
kinderen van het verbond; zijn de ouders onbekeerd en trouweloos in het verbond, dat
is op hun eigen rekening, de zoon zal niet dragen de misdaad van de vader; zo heeft men
ze ook voor ware bondgenoten en kinderen te houden als ze opwassen, totdat, ze met ter
daad vertonen, dat ze trouweloos in het verbond zijn, en aan de belofte geen deel hebben.
Zij vallen niet uit de genade, en de verzegeling wordt niet vernietigd; maar ‘t is een
bewijs dat de doop hun geen zegel was en dat ze nooit waarlijk in het verbond zijn
geweest; maar als sommigen na een zondig leven bekeerd worden, zo was de doop hun
een zegel, dat ze waarlijk in het verbond waren opgenomen, en dat ze deel aan alle
deszelfs goederen zouden hebben met der daad, gelijk zij daaraan in hun jeugd recht
hadden, schoon zij tussen de doop en hun bekering niet minder dan naar bondgenoten
geleken, én ten opzichte van hun staat in zichzelf, én in het waar oordeel van anderen
zodanig waren. De doop verzegelt alleen uitverkorenen.
Iedereen die gedoopt is, is een bondgenoot. 'T zij bekeerden of onbekeerden zegt Brakel in deze quote. Of je dit verbond trouw bent of niet, God is getrouw! Het verbond blijft staan. Dat betekent niet dat je als gedoopte automatisch zalig bent, als je het verbond met God ontrouw blijft zul je verloren gaan. Verbond heeft 2 partijen zei je zelf al eerder.