Ds R van Kooten:
"Het is veelzeggend dat bijvoorbeeld ds. W. C. Lamain en ds. A. Vergunst geregeld bij hem op bezoek kwamen. Het is aan een bezoek van ds. Vergunst te danken dat Kok zich in 1971 nog eenmaal tot de synode wendde. Ds. Vergunst zei dat 1950 nooit had mogen gebeuren en nog steeds gevolgen voor de gemeenten had. Toen werd de zaak bij ds. Kok weer op het hart gebonden en schreef hij een brief. Ter synode werd deze op formele wijze afgehandeld: de brief was niet langs de juiste kerkelijke weg op de synodetafel gekomen... Ten slotte, wij letten toch ook op Gods hand in het verloop der dingen? Is het niet op zijn minst opmerkelijk te noemen en roept het niet tot (her)bezinning, dat juist die predikanten die zich sterk maakten voor de schorsing, zelf later geschorst moesten worden?
Wie wijs is, merke alle bovengenoemde zaken op en geve verstandig acht... Mocht zo de zaak nog eens ter synode komen. Niet voor ds. Kok, hij is in de hemelse heerlijkheid alle smaad en laster te boven. Ook niet voor de familie, want wij zijn nog steeds dankbaar voor déze vader en grootvader en ervaren nog steeds Gods zegen. Maar voor de Gereformeerde Gemeenten zelf omwille van het Woord, opdat na vijftig jaren het jubeljaar gebondenen in vrijheid mag stellen en verloren erfdelen mag terugschenken."
http://www.refdag.nl/oud/opin/000603opin03.html