-DIA- schreef:eilander schreef:-DIA- schreef:Menheerse schreef:
Dank je Ad, dat je het artikel hebt gevonden en overgetypt.
Voor de volledigheid hier ook nog de eerste paragraaf van het antwoord:
Gods recht liever dan eigen zaligheid?
Iets toevoegen: Wat ik, geloof ik, niet lees: Gods recht liever krijgen, dan eigen zaligheid.
Zou er zaligheid zijn als ook maar één van Gods deugden gekrenkt zou worden voor mijn zaligheid?
Nee toch? Dan was God opgehouden God te zijn.
Zeker waar, daar zorgt de HEERE Zelf voor. Maar ik geloof toch dat God wonderlijk genoeg aan een zondaar die keuze niet vraagt.
De Heere Jezus vroeg: wat wilt gij dat Ik u doen zal? De blinde hoefde echt niet te zeggen: Och Heere, doe maar met Mij wat u goeddunkt, al zou ik naar de hel moeten, het is goed. Nee, hij mocht gewoon zijn nood bekend maken: "Heere, dat ik ziende mag worden!" Ook deze man is gered zonder enige krenking van Gods deugden.
Ik geloof juist dat dat één van de wonderen van het Evangelie is: dat God Zijn eer heeft verbonden aan het redden van afschuwelijke zondaren.
Uw voorstelling is anders. Ik geloof niet dat dit vergelijkbaar is. En zo'n redenatie geloof ik ook niet in.
Dat bestaat niet. Die man was een gekende van eeuwigheid. Dat geloof ik zeker.
Maar stel het gaat er om als je voor de keuze kwam. Dan kan en wil een mens die aan Gods zijde is gezet niet anders zeggen. Let wel, als je voor die keuze kwam, en God toe was gevallen in Zijn deugden, dan... Verder geloof ik dat ieder van God gekend eens op een punt zal komen om God recht en gerechtigheid toe te schrijven. Dat het van ´s mensen kant niet meer kan, maar ook van Gods kant niet. Waarom? De mens wil dan niet dat er ook maar iets van Gods deugden wordt gekrenkt, Dan is behouden worden van onze kant een onmogelijkheid, maar tevens een onmogelijkheid om verloren te gaan aan Gods kant. Waarom? Omdat God niet duldt dat die mens verloren gaat, maar Hij is wel een God van Recht en Genade: Die door de vlakke velden rijdt, Zijn Naam is HEERE der Heeren! Dat gaat het niet meer om eigen zaligheid maar om de eer van God. En zolang we daar niet van weten gaat het de mens om eigen behoud, als het er op aankomt. Ik kan het niet anders zien, dan dat het zo is.
Juist als een hel-waardige en niet anders meer verwacht dan Gods Rechtvaardige straf, dan wordt het zalig worden een wonder dat nooit te vatten is. Anders is het geen wonder, toch? Toen alle hoop mij gans ontviel en niemand zorgde voor mijn ziel.
Nu moet ik stoppen.
Kunt u dit ondersteunen met Bijbelse argumenten?
Dat wij alles verzondigd hebben is waar. Dat het van onze kant niet meer kan, is waar. Maar op het moment dat een van God gekende gaat inzien, dat hij verloren ligt en het zelf niet meer kan, gaat hij smeken: "Heere, bekeer mij, zo zál ik bekeerd zijn." En ja, dan leert hij ook inzien dat het rechtvaardig zóu zijn dat hij voor eeuwig moet omkomen. Maar zo'n ziel zal nooit zeggen dat het van Gods kant onmogelijk is, want dan ligt het aan hemzelf. Juist door het bloed des kruises gaat zo'n ziel tot Hem bidden: "Wat moet ik doen opdat ik zalig worde?" Hij bidt niet tot God: "Het kan niet meer Heere, want dan worden Uw deugden gekrenkt." Als er geleerd wordt dat het van Gods kant niet meer kan, druist dat dwars tegen Gods Evangeliebeloften in. Want Hij heeft geen lust in de dood der goddelozen, maar dáárin, dat zij zich bekeren van hun boze wegen. Een ziel in nood gaat nooit bidden dat hij het niet meer verwacht... Nee hij pleit juist op Gods beloften, zie Psalm 130! Daar staat absoluut niet in dat die ziel zucht: Heere, als het u wil is, gooi me maar in de hel. Dat staat nergens in de bijbel, dus is een onwaarheid. De mens wil inderdaad niets liever dan dat Gods recht voldaan wordt! Maar zo'n ziel in nood gaat dan juist leren inzien dat die Hemelse Advocaat dat recht heeft bepleit bij Zijn Vader en dat dat recht is voldaan! Dat er nog een middel is om die welverdiende straf te ontgaan.
De kloof tussen God en onze ziel is, van onze kant, voor eeuwig. Maar God heeft een weg over die kloof gelegd, door Zijn eigen Zoon te geven tot een rantsoen, een betaling, voor velen. Als zo'n ziel tot God zucht en Hij laat die ziel de weg over de kloof zien, en dát er nog een weg is, gaat zo'n ziel dan zeggen: "Als U een slagboom over die weg doet en ik niet over die kloof kan en eeuwig omkom, is het goed?" Nee, dan zou zo'n ziel Gods genade te kort doen. Want zo'n ziel leert dan in ware dankbaarheid dat Gods genade véél groter is dan dat hij had kúnnen bevatten. En in ware ootmoed mag zo'n ziel dan die weg ter ontkoming inslaan en aan het einde voor eeuwig Hem grootmaken. Daar is niets van de mens bij, maar Gods recht wordt tóch niet gekrenkt, omdat Hij Zelf betaald heeft.
In feite wordt, als er geleerd wordt dat het ook van Gods kant een onmogelijkheid moet worden, de diepte en rijkdom van Zijn Borgwerk en Zijn lijden en sterven ontkend. Hij is een Borg voor Zijn Sion! Dát gaan ze leren. Dat het rechtvaardig zou zijn geweest als ze voor eeuwig zouden omkomen, maar dat juist Hij dat niet heeft gewild omdat Hij die van eeuwigheid verkorenen bij Zich wil hebben (Johannes 17). Hoe zou Hij dan tot hen kunnen zeggen dat het van Zijn kant nog onmogelijk is, omdat Zijn recht en deugden anders gekrenkt worden? Dat recht is toch al voldaan?
Als we straks aan Gods rechterstoel staan, kunnen we toch ook niet zeggen: "Ik ben niet bekeerd, omdat anders Uw rechten en deugden gekrenkt zouden worden, en daarom moet ik naar de hel?" We krenken God juist als we ons níet bekeren!
Want anders steken we de schuld op God. Dát is een veroordeling!
Laten we toch tot onszelf inkeren en zien op die Overste Leidsman en Voleinder des geloofs: Jezus (Want Hij zál Zijn volk ZALIG maken van hun zonden)