Gedichten

Gebruikersavatar
Menheerse
Berichten: 62
Lid geworden op: 29 mei 2017, 06:59

Re: Gedichten

Bericht door Menheerse »

Bovenstaande reacties worden heel goed verwoord in dit artikel wat ik las van Ds. P. de Vries.
http://www.refoweb.nl/vragenrubriek/236 ... tsgronden/

Vooral dit gedeelte van het artikel gaat daar over:
...Jean de Labadie die in de zeventiende eeuw heel veel opschudding in de kerk van Nederland heeft veroorzaakt, stelde dat de bereidheid om verloren te gaan niet alleen noodzakelijk is voor de zekerheid van het geloof, maar dat wij niet in de zaligheid kunnen delen voordat die bereidheid bij ons wordt gevonden. Koelman en à Brakel hebben nadrukkelijk tegen deze zienswijze gewaarschuwd. Zij wezen erop dat als dit waar is, aan het zien op en omhelzen van Jezus ware liefde tot God voorafgaat. Eigenlijk betekent het dat God geen vijanden maar vrienden met Zichzelf verzoent.

Afgaande op de woorden is het de meest verregaande vorm van het zoeken van zaligheid in zichzelf. Men biedt namelijk niet eigen tranen en godsdienstige verrichtingen maar zijn eigen ziel als schuldoffer aan. Echter, ook dat offer kan God niet behagen. Men vlucht niet tot Chritus Die de drinkbeker van Gods toorn leeg dronk, maar biedt God aan die zelf leeg te drinken. Dat maakt begrijpelijk dat Koelman spreekt over een gruwelijke dwaling. Het getuigt van onkunde zowel met betrekking tot Gods heiligheid als met betrekking tot de betekenis van Christus’ offer. Ware liefde tot God kan er trouwens pas zijn als wij met God verzoend zijn en nooit voordat dit het geval is.

Ook Bunyan spreekt in zijn boek Het komen tot Jezus (Come and Welcome to Jesus Christ) duidelijke taal. Hij brengt naar voren dat Paulus toen de stokbewaarder hem vroeg wat hij moest doen om zalig te worden, niet wilde weten of de man dat vroeg met het oog op de eer van God of met het oog op eigen zaligheid. Immers, zo zegt Bunyan, zo lang een mens niet door het geloof in Christus vrede heeft met God kan en zal hij de eer van God niet bedoelen. Aan mensen die verontrust zijn over hun zonden kan daarom Christus niet indringend en helder genoeg worden voorgesteld en aangeboden met bevel van bekering en geloof. Nooit kan te duidelijk gesproken worden over de bereidwilligheid van Christus om zondaren te ontvangen.

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat een enkele Amerikaanse puritein opvattingen had in de richting van Jean de Labadie. Dan denk ik aan Thomas Hooker en Thomas Shepard. Koelman vertaalde een boek van Hooker waarin deze gedachten voorkomen. De titel luidt in vertaling De ware zielsvernedering en heilzame wanhoop. In een woord vooraf geeft hij dan ook echter aan dat wij hier Hooker niet moeten volgen en de genoemde uitdrukkingen zo moeten lezen dat wij moeten erkennen dat hij rechtmatig is om verloren te gaan om juist zo om behoud te smeken. Koelman wijst erop dat nergens in de Schrift grond is voor de gedachte dat het afzien van eigen zaligheid behaaglijk is voor God. Wat wel nodig is, is dat wij erkennen dat wij het verdiend hebben verloren te gaan om zo tot Christus te vluchten.

In de Bijbel vinden we een tweetal voorbeelden van mensen die betuigen bereid te zijn ver­lo­ren te gaan. Allereerst is dat Mozes. Hij biedt zichzelf aan om verloren te gaan, opdat het volk Israël niet door God wordt uitgedelgd vanwege de zonde met het gouden kalf. We lezen in Exodus 32:32 van Mozes: ‘Nu dan, indien Gij hun zonden vergeven zult! doch zo niet, zo delg mij nu uit Uw boek, hetwelk Gij geschreven hebt.’ Dan moeten we niet vergeten dat Mozes zelf met God verzoend is en dit vraagt met het oog op de zaligheid van anderen. Dan nog blijft staan dat God Mozes terecht wijst en antwoordt: ‘Dien zou Ik uit Mijn boek delgen, die aan Mij zondigt’ (Ex. 32:33).

Van Paulus lezen we in Romeinen 9:1-3: ‘Ik zeg de waarheid in Christus, ik lieg niet (mijn gewe­ten mij mede getuigenis gevende door den Heiligen Geest), Dat het mij een grote droefheid, en mijn hart een gedurige smart is. Want ik zou zelf wel wensen verbannen te zijn van Christus, voor mijn broe­deren, die mijn maagschap zijn naar het vlees.’ Ook hier geldt dat een man aan het woord is die zelf met God is verzoend en ter wille van de zaligheid van anderen stelt dat hij wel zou wensen van Chris­tus verbannen te zijn. De wijze waarop Paulus deze wens formuleert laat wel zien dat Paulus zelf beseft dat dit niet mogelijk is. Hoe dan ook geldt, dat bij de twee voorbeelden die wij in de Bijbel vinden van mensen die uitspreken metterdaad bereid te zijn verloren te gaan, het gaat om men­sen die reeds met God verzoend zijn. Zij spreken dat juist uit met het oog op de zaligheid van an­de­ren. Het bereid zijn verloren te gaan met af­zien van het vragen om de zaligheid, vinden we nergens in de Schrift.

Is Gods eisend recht zoet?

Een van de verdrietige dingen in Nederland is dat een gedachte die strijdig is met de gerefor­meerde theologie en waartegen onze vaderen hebben gewaarschuwd, ingang vond in de gereformeerde gezindte. Het meest extreem verwoord vond ik het bij ds. E. du Marchie van Voorthuysen. Die gaat hierin nog veel en veel verder dan Jean de Labadie en zeker dan Hooker en Shephard. Daarbij is deze predikant niet geheel duidelijk of hij de bereidheid om verloren te gaan ziet als een weg tot de zekerheid van de zaligheid of als weg tot de zaligheid zelf. Soms lijkt het eerste het geval. Hij heeft het dan namelijk over mensen die op Jezus hebben leren zien en Zijn dierbaarheid gesmaakt hebben. Meer dan eens geeft hij echter de wel heel verwar­ring­wekkende indruk dat men op Christus kan hebben gezien en Zijn dierbaarheid kan hebben gesmaakt en toch verloren kan gaan. Dat is uiteraard onbestaanbaar of het moet een niet waarachtig zien zijn geweest en een ingebeeld smaken.

Du Marchie van Voorthuysen kon in zijn preken naar voren brengen: ‘Liever naar recht ver­doemd, dan buiten recht verzoend. Zo verblijd en verheugd vanwege de oordelen, o Heere. Dat is de rechte verheuging in Christus. Dat is vrolijkheid en licht, aan Gods kant te vallen.’ Hij kon ook betuigen: ‘De verheerlijking van de deugden Gods, al zou dat je ondergang bete­kenen, die deugden moeten oneindig méér waarde voor je krijgen dan je eigen zaligheid in het omhelzend recht. Lieve recht, zoete recht. Alles geurt en druipt van het recht.’

Als het ging over deze voorstelling van zaken, heeft de gereformeerde en ook zeer bevin­delijke Amerikaanse theoloog Archibald Alexander gesteld dat zij absurd is. Hij wees erop dat afgaande op de woorden de ernst van het recht Gods niet wordt verstaan en dat men zich nog boven Christus Zelf verheft. Immers, als Hij, Die mens werd, maar God was en bleef, er als Middelaar tegen op zag de drinkbeker van Gods toorn leeg te drin­ken, zouden wij dan met recht kunnen beweren dat wij daartoe wel bereid zijn en dat het ons zelfs zoet is?! Alleen wie on­bekeerd sterft, moet voor eeuwig in de hel onder Gods recht doorgaan en verzinken. En dat is ont­zagwekkend en huiveringwekkend. Zalig zijn wij als wij hier op aarde leren erkennen verdiend te hebben onder het recht te worden verbrijzeld en met onze schuld de toevlucht nemen tot Hem Die plaatsvervangend in Gods gericht heeft gestaan. Dan gaan we verstaan: ‘Al zou ikzelf slechts één druppel uit de drinkbeker van Gods toorn hebben moeten drinken, dan was er voor mij geen zalig­heid geweest. Dan zou ik op hetzelfde moment mijn ogen hebben opgeslagen in de eeuwige ramp­zaligheid.’

Wie meent dat een mens met het oog op de eer van God zo ver moet komen dat hij metterdaad be­reid is verloren te gaan, heeft feitelijk moeite met de leer van verzoening door vol­doe­ning. Niet alle bevinding is door Gods Geest gewerkte be­vinding. Dat geldt zelfs voor de bevinding van mensen die God werkelijk vrezen. Zij kun­nen ten onrechte bepaalde ge­voe­lens en er­varing volledig of ten dele met het werk van Gods Geest verbinden, terwijl dat niet of slechts ten dele het geval is. De Schrift is de norm, niet al­leen voor leer en leven, maar ook voor ge­loofs­er­va­ring.

Niet de Sinaï is zoet, maar Sion. Niet Mozes, maar Christus. Dat is de taal die de Heilige Geest de eeuwen door Gods volk heeft geleerd. Christus heeft door Zijn onuit­spre­ke­lij­ke be­nauwd­heid aan Gods heilig en ontzagwekkend en allesbehalve zoet recht van God vol­daan. Van alle ware gelovigen geldt: ‘Maar gij zijt gekomen tot den berg Sion, en de stad des leven­den Gods, tot het hemelse Jeruzalem, en de vele duizenden der engelen; Tot de al­ge­mene ver­ga­dering en de Gemeente der eerstgeborenen, die in de hemelen opgeschreven zijn, en tot God, de Rechter over allen, en de geesten der volmaakte rechtvaardigen; En tot de Midde­laar des nieuwen testaments, Jezus, en het bloed der besprenging, dat betere dingen spreekt dan Abel’ (Heb. 12:22-24). Zaak is dat wij in plaats van dat wij in onkunde onze eigen ziel als een schuldoffer aanbieden, tevreden zijn met het ene schuldoffer van de Heere Jezus Christus. Een zondaar die overtuigd van zijn zonden en schuld voor God moet niet het recht Gods maar Gods eigen Zoon kussen Die aan het eisend recht van God heeft voldaan. Dan mogen we van Zijn bloed en Naam zeggen dat die ons zoet zijn. John Newton dichtte:

O Jezus, hoe vertrouwd en zoet
klinkt mij Uw Naam in ’t oor,
als ik van alles scheiden moet
gaat nog die Naam mij voor.

Het is wellicht goed te weten dat de gedachte dat men God zo lief kan hebben dat men bereid is verloren te gaan, ook in de islamitische mystiek voorkomt. In Amerika vond onder de navolgelingen van Jonathan Edwards de gedachte ingang dat men om zalig te worden Gods eer en recht liever moet hebben dan de eigen zaligheid. Hoe vreemd dat misschien ook op het eerste gezicht lijkt, is dit een van de dingen geweest die ertoe hebben geleid dat men tenslotte bij de vrijzinnigheid is uitgekomen. Immers als men God voordat men Christus persoonlijk kent al zo kan liefhebben dat men bereid is verloren te gaan, hebben we de Middelaar alleen maar nodig om naar de hemel te gaan en niet om vrede met God te vinden. Eigenlijk is er namelijk al een vorm van toegang tot God en heeft men al vrede met God zonder dat men gereinigd is door het bloed van Middelaar. De volgende stap is dan dat de Middelaar geheel niet meer als nodig wordt gezien. Hoe meer benadrukt wordt dat Gods recht zoet is, hoe sneller die stap wordt gemaakt. Immers dan is ook de rampzaligheid niet zo ernstig als de Schrift ons leert.

Liefde tot Gods wet en de eer van God

Ongetwijfeld heeft iedereen die met God verzoend is Gods wet lief. Dan gaat het wel om de wet als regel van dankbaarheid. Elke christen gaat het ook in zijn zaligheid om de eer van God. Echter, naar Gods vaste orde kan hij alleen in de hemel en in het nieuwe Jeruzalem ten volle worden geëerd en hier op aarde ten dele. Het eren van God is altijd verbonden met het roemen in het Lam. Daarom moeten wij ons niet de vraag stellen of wij Gods eisend recht lief hebben boven onze eigen zaligheid, maar of het ons goed is door Christus nabij God te zijn. De grote nadruk op een crisiservaring leidt er ook toe dat alle aandacht naar één punt of moment gaat. De Bijbel legt echter alle nadruk op de dagelijkse wandel met God en omgang met God die ontspruit aan de verzoening met God en de wedergeboorte.

Het ontvangen van een crisiservaring is als zodanig nog geen bewijs dat men het ware geestelijke leven bezit en het feit dat men van zo’n ervaring niet weet, hoeft een mens op zich niet bevreesd te maken dat hij het geestelijke leven mist. Wij moeten ons afvragen of wij met Petrus mogen betuigen: ‘Heere, Gij weet alle dingen, Gij weet dat ik U liefheb.’

Slot

Met Owen zeg ik heel graag dat ik niet graag iemands genadestaat wil afmeten aan de helder­heid van zijn dogmatische inzichten. Daar kan veel aan ontbreken terwijl iemand toch weder­geboren is tot een levende hoop. Het omgekeerde is ook het geval. Een ware christen zal zich altijd kenmerken door smart over de zonde, liefde tot Christus, de drang om anderen voor Christus te winnen en de begeerte om heilig voor God te leven. Een ware christen kan het ook gemakkelijker voor een medechristen bekijken dan voor zichzelf. Het is altijd heel kwalijk als men bij de waarschuwing voor zelfbedrog wel aan anderen maar niet aan zichzelf denkt.

Het feit dat juist dogmatische inzicht en godzaligheid niet hetzelfde zijn, neemt het belang van een juist zicht op de geloofsleer niet weg. Door onhelderheid kan men voor zichzelf en an­de­ren een sta-in-de-weg zijn. De uitdrukking ‘zalig op rechtsgronden’ is hoe dan ook een blijk van zo’n onhelderheid. Dat geldt ook als gesteld wordt dat wij Christus alleen op rechts­gronden kunnen ontvangen. Telkens weer zie je waar het zo door predikanten wordt gesteld dat zij Christus niet nadrukkelijk aanbieden en niet helder spreken over de kenmerken van een christen.

De zaligheid die ons wordt aangeboden, is een zaligheid in overeenstemming met Gods recht en gegrond op het verzoeningswerk van Christus. We moeten leren Gods eisend recht waaraan wij nooit kunnen voldoen te onderscheiden van de toegerekende gerechtigheid van Christus. Het grote wonder is dat een christen mag weten dat Christus hem heeft verlost van de vloek van Gods eisend en heilig recht.

Ik kom nog een keer terug op het reeds genoemde gedicht van Reijer Pothoven. Dat luidt:

Hier drinkt zij het bloed van het Lam
’t Welk haar im het leven laat
Hier wordt de toorn geblust
En is het vree met God
Door ’t offer van de Zoon
O, allerzaligst lot

Hier slaat Pothoven bijzonder mooie en bijbelse tonen aan. Alleen deze zaken moeten reeds aan het kleinste en zwakste geloof worden verbonden. Dat is de kern van de rechtvaar­digings­leer van de Reformatie. De zondaar die worstelt met zijn schuld mag en moet onmiddellijk gewezen worden op Christus. De grond van de vrijspraak ligt in de toerekening van Christus gerechtigheid en het middel is het geloof. Zaligmakend geloof is altijd rechtvaardigend geloof.

In het lied van de Schotse predikant Robert Murray MacCheye met de titel Het wachtwoord van de hervormers wordt vanuit ontstaan van het besef van schuld en verlorenheid en de erkenning dat Gods heilig recht ons had moeten treffen dan ook zeer terecht direct overgegaan naar de persoon en het werk van Christus, het geloof in Hem en de zegeningen die daaraan zij verbonden. Dat geldt zowel voor het Engelse origineel als Nederlandse herdichting van ds. JJ.L ten Kate. Ik geef uit beide versies twee coupletten weer

Maar toen mij Gods Geest aan mijzelf had ontdekt,
Toen werd in mijn ziele de vreze gewekt;
Toen voeld’ ik wat eisen Gods heiligheid deed:
Daar werd al mijn deugd een wegwerpelijk kleed!

Toen vluchtt’ ik tot Jezus! Hij heeft mij gered;
Hij heeft mij verlost van het vonnis der Wet;
Mijn heil en mijn vrede, mijn leven werd Hij:
Ik boog m’ en geloofde - mijn God sprak me vrij.

When free grace awoke me by light from on high,
Then legal fears shook me, I trembled to die;
No refuge, no safety in self could I see —
Jehovah Tsidkenu my Saviour must be.

My terrors all vanished before the sweet name;
My guilty fear banished, with boldness I came
To drink at the fountain, life-giving and free—
Jehovah Tsidkenu is all things to me.

Een zelfde lijn is aanwijsbaar in het gedicht Zielezucht van Hermanus Witsius. Daarin komen de woorden voor ‘Zijt Gij met mijn doem gediend, Zoek Uw' eer. Ik heb ’t verdiend.’ Witsius verwoordt zo dat wie door God Geest overtuigd wordt, van zonde zich de eeuwige rampzalig­heid waardig weet. Heel jammer is dat deze woorden nog al eens buiten hun context worden geciteerd en dan een andere indruk geven dan Witsius heeft bedoeld.

In het bewuste gedicht laat Witsius vervolgens de mens die aan het woord is, direct pleiten op het offer van Christus. Dat blijkt al uit de coupletten die onmiddellijk volgen:

Zo een schuldig mense echter
Spreken mochte tot zijn Rechter,
Wenst' ik dat dit enig woord
Eerst nog van U werd gehoord:
Kon ik U wel ooit betalen?
Och! wat eer zult Gij dan halen,
Als Gij mij gevangen ziet?
'k Lijd wel, maar voldoe U niet.


Moet nochtans Uw recht betaald zijn?
Maar Heer', zou Gij dan verdwaald zijn?
Als Gij, zonder mij te doón,
Zocht betaling bij Uw Zoon?
Geen gewin is in mijn bloed, en
Wil Hij voor mijn zonden boeten,
Hij is 't die betalen kan.
Zeg, wat schade lijdt Gij dan?

Witsius maakt hier duidelijk dat wij zelf met onze eeuwige rampzaligheid Gods toorn niet kunnen wegdragen. Daarom heeft de bereidheid voor eeuwig verloren te gaan ook geen waarde voor God welke vragen wij verder bij die bereidheid kunnen stellen. Gods eer wordt alleen ver­heerlijkt in het offer van Zijn Zoon. Daarop mag de zondaar gaan pleiten. Daartoe wordt ons het Evangelie verkondigd.

Witsius maakt in een verder volgend couplet duidelijk dat Christus als Voorspraak zo’n zondaar zoet is.

Zeg Hem, zoete Voorspraak, zeg Hem,
En met reden onderricht Hem,
Dat de reden niet en duldt
Dubb'le straf voor ééne schuld.
God is immers d' Opperreden.
Zo de Borg heeft straf geleden,
Is dan niet de schuldenaar
Zelve, buiten straf-gevaar?

Als het gaat om de prediking van het Evangelie, dan wordt ons in de prediking eigenlijk niet de zalig­heid of de genade maar de Zaligmaker Zelf aangeboden. In dat aanbod liggen alle zegeningen begrepen. Een predikant kan dat aanbod nooit te indringend brengen. De grote vraag is of wij deze Zaligmaker hebben omhelsd en lief ge­kregen. Dan moet een predikant duidelijk zijn in het aangeven wat de Bijbelse kenmerken van genade zijn. Laten wij onszelf afvragen of wij ons herkennen in de woorden:

Vaste rots van mijn behoud,
als de zonde mij benauwt,
laat mij steunen op uw trouw,
laat mij rusten in uw schaûw,
waar het bloed door U gestort,
mij de bron des levens wordt.

Laten wij deze zaak voorhouden aan hen die ons de vraag stellen hoe zij zalig moeten worden. Laten wij onszelf afvragen of wij ons reeds herkend hebben in taal zondag 23 van de Heidelbergse Catechismus en mogen wij zeggen dat wij ons er telkens weer in herkennen. Een christen moet telkens weer belijden dat zijn geweten hem aanklaagt en dat hij nog steeds tot alle kwaad is geneigd en zo mag hij telkens weer in geloof Christus en in Hem Zijn gerechtigheid omhelzen. Het beste bewijs dat wij de boodschap van recht genade verstaan is daarin gelegen dat wij telkens redenen zien ons zelf te veroordelen en zo telkens weer leren roepen ‘O God wees mij zondaar genadig’ en dat in het vaste vertrouwen dat God die bede om Christus’ wil boven bidden en denken hoort.
Een lastig volk
Gebruikersavatar
Menheerse
Berichten: 62
Lid geworden op: 29 mei 2017, 06:59

Re: Gedichten

Bericht door Menheerse »

Herman schreef:
-DIA- schreef:Lied 17:
Zielenvragen
Tekst: Hermanus Witsius

NOTA BENE
Oorspronkelijke versie van H. Witsius:

[/i]
Het zijn 56 coupletten. Dit zijn de eerste vijf. Uitgegeven door het Kersten Onderwijscentrum, zuiverder kan het haast niet :-)
En in deze link alle 56 :livre
http://docplayer.nl/23400311-Een-nieuw- ... n-god.html
Een lastig volk
Jantje
Berichten: 16185
Lid geworden op: 18 mei 2017, 20:42
Locatie: Walcheren - jantjevanrefoforum@gmail.com

Re: Gedichten

Bericht door Jantje »

Menheerse schreef:
Herman schreef:
-DIA- schreef:Lied 17:
Zielenvragen
Tekst: Hermanus Witsius

NOTA BENE
Oorspronkelijke versie van H. Witsius:

[/i]
Het zijn 56 coupletten. Dit zijn de eerste vijf. Uitgegeven door het Kersten Onderwijscentrum, zuiverder kan het haast niet :-)
En in deze link alle 56 :livre
http://docplayer.nl/23400311-Een-nieuw- ... n-god.html
Waarom zijn dan alleen de verzen, waarin het over de ellende gaat, geplaatst? Vers 50, 51 en 52 hadden het wat evenwichtiger gemaakt...

Het stuk wat u hierboven heeft geplaatst, ondersteun ik van harte.

Ik weet niet of er iemand nog het stukje van ds. Labee heeft, over dit onderwerp? Hij schreef hier onlangs over, in de vragenrubriek, op de achterkant van 'De Saambinder'.
Was getekend,
uw medeforummer Jantje
Gebruikersavatar
Hendrikus
Berichten: 16724
Lid geworden op: 10 apr 2004, 09:37

Re: Gedichten

Bericht door Hendrikus »

Jantje schreef:Waarom zijn dan alleen de verzen, waarin het over de ellende gaat, geplaatst? Vers 50, 51 en 52 hadden het wat evenwichtiger gemaakt...
Die vraag moet je stellen aan het Ds. G.H. Kersten Onderwijscentrum, de samenstellers van de bundel waaruit DIA citeerde.

https://www.elkzingzijnlof.nl/docs/Arti ... %20lof.pdf

https://www.elkzingzijnlof.nl/
~~Soli Deo Gloria~~
Gebruikersavatar
Menheerse
Berichten: 62
Lid geworden op: 29 mei 2017, 06:59

Re: Gedichten

Bericht door Menheerse »

Jantje schreef:
Menheerse schreef:
Herman schreef:
-DIA- schreef:Lied 17:
Zielenvragen
Tekst: Hermanus Witsius

NOTA BENE
Oorspronkelijke versie van H. Witsius:

[/i]
Het zijn 56 coupletten. Dit zijn de eerste vijf. Uitgegeven door het Kersten Onderwijscentrum, zuiverder kan het haast niet :-)
En in deze link alle 56 :livre
http://docplayer.nl/23400311-Een-nieuw- ... n-god.html
Waarom zijn dan alleen de verzen, waarin het over de ellende gaat, geplaatst? Vers 50, 51 en 52 hadden het wat evenwichtiger gemaakt...

Het stuk wat u hierboven heeft geplaatst, ondersteun ik van harte.

Ik weet niet of er iemand nog het stukje van ds. Labee heeft, over dit onderwerp? Hij schreef hier onlangs over, in de vragenrubriek, op de achterkant van 'De Saambinder'.
Het is inderdaad wel een merkwaardige selectie die het Kersten Onderwijscentrum heeft gemaakt.

KO: oorspronkelijke versie:
vers 1 = vers 1
vers 2 = vers 3
vers 3 = vers 26a/29b
vers 4 = vers 5
vers 5 = vers 7

Het staat in de bundel bij het thema: Ellende-verlossing-dankbaarheid.
Dat verklaart dus de selectie wel enigszins.
Of het juist is om dit te doen is een tweede.
Hiermee haal je wel het evenwicht uit hele lied.
Nu wordt Witsius iets in de mond gelegd wat hij niet zo heeft bedoeld.

@Dia geeft overigens in de post ook nog vers 26b en 29 weer.
Waarom hij die juist heeft weergegeven weet ik natuurlijk ook niet.
Mogelijk dat hij hier zelf nog op kan/wil reageren?

Kortom, ik begrijp dat een lied van 56 coupletten mogelijk wat veel is van het goede, maar wil men recht doen aan de dichter dan is het wel nodig het evenwicht in stand te houden. Een vers of enkele regels eruit halen en gebruiken voor een eigen bevindelijke beleving, wat wel gebeurd bij 29b, is toch echt kwalijk. Maar zit ik er ver naast als dit niet alleen gebeurd met dit vers, maar ook met losse Bijbelcitaten?

Het vraag beantwoording van Ds. Labee in de Saambinder heb ik ook gelezen. Heb het vast nog wel liggen, maar om het nu helemaal over te typen;). Was ook een 'mooi' antwoord. Wel vond ik het dat hij bij de beoordeling van 'Gods recht liever dan eigen zaligheid' het wat in het midden liet. Tussen de regels door kon je wel lezen dat hij niet gelukkig was met buiten-Bijbelse uitdrukkingen zoals deze, maar hij wilde het ook weer niet veroordelen.
Een lastig volk
MvD5
Berichten: 62
Lid geworden op: 30 mei 2017, 20:12

Re: Gedichten

Bericht door MvD5 »

Jantje schreef:
Menheerse schreef:
Herman schreef:
-DIA- schreef:Lied 17:
Zielenvragen
Tekst: Hermanus Witsius

NOTA BENE
Oorspronkelijke versie van H. Witsius:

[/i]
Het zijn 56 coupletten. Dit zijn de eerste vijf. Uitgegeven door het Kersten Onderwijscentrum, zuiverder kan het haast niet :-)
En in deze link alle 56 :livre
http://docplayer.nl/23400311-Een-nieuw- ... n-god.html
Waarom zijn dan alleen de verzen, waarin het over de ellende gaat, geplaatst? Vers 50, 51 en 52 hadden het wat evenwichtiger gemaakt...

Het stuk wat u hierboven heeft geplaatst, ondersteun ik van harte.

Ik weet niet of er iemand nog het stukje van ds. Labee heeft, over dit onderwerp? Hij schreef hier onlangs over, in de vragenrubriek, op de achterkant van 'De Saambinder'.

Bedoel je deze?

Vraag: Ik las een stukje over mensenwerk en Godswerk en het is zo lastig om dat te onderscheiden. Want als bepaalde mensen spreken over 'Jezus aannemen' dan zeggen ze er natuurlijk bij dat 'God op dat moment Zelf in je werkt door Zijn Geest'. Hoe moet ik dat zien?

Antwoord door ds Labee:
Helaas zal er altijd verwarring blijven over deze tere zaken. Meestentijds ontstaat die omdat de onmetelijke kloof tussen een heilig God en een verloren Adamskind nooit is ingeleefd. Of, om het anders te zeggen, de totale en radicale doodstaat van de mens wordt ontkend. Laat ik het heel duidelijk stellen: een dode zondaar kan de Middelaar niet aannemen. Daarom leze we in Johannes 1:11 over de Heere Jezus: ' Hij is gekomen tot het Zijne en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen'. Onze kanttekenaren (28) schrijven daarbij: 'namelijk door een waar geloof'. Laat niemand zich overigens achter deze werkelijkheid verschuilen! Het eenzijdige genadewerk van God is vrije gunst, maar het niet-aannemen staat gelijk aan Hem verwerpen. De Heere geve dat deze nood ons zou uitdrijven als een rechteloze bedelaar tot de genadetroon.
Er wordt vervolgens gesproken over mensen die Hem wél hebben aangenomen.
Johannes 1:12: 'Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven.' De vraagsteller schreef het niet, maar we proefden de gedachte dat het aannemen door de mens nodig is om vervolgens als kind van God te gaan leven. Dan zou er toch nog een stukje mensenwerk - hoe klein dan ook - meedoen aan de zaligheid. Maar we moeten vers 13 altijd verbinden aan vers 12. Het is ook eigenlijk 1 zin!
'Welke niet uit de bloede noch uit de wil des vleses, nog uit de wil des mans, maar uit God geboren zijn.' De vrome Joden meenden dat hun natuurlijke (vleselijke) afkomst uit Abraham voldoende was om zalig te worden. Maar nadrukkelijk spreekt de Heilige Schrift over een nieuwe geboorte, de wedergeboorte. Zo'n nieuwgeboren kind wordt niet uit eigen wil geboren, maar uit Gód! Het aannemen van de Heere Jezus Christus is een vrucht van het ware geloof, gewerkt in deze wedergeboorte. Een dode zondaar kan Christus niet aannemen, maar een levendgemaakte zondaar kan niet anders dan Hem aannemen. Mag ik een 'oud' voorbeeld gebruiken om deze dingen nog wat duidelijker te maken? Stel je een arme bedelaar voor. Op een dag rent hij door de straten van zijn dorp met een biljet van 500euro in de hand en roept 'ik heb het aangenomen! Ik heb het aangenomen!' Zou dat geen grote ondankbaarheid zijn jegens de gever? En legt deze dwaas terecht de nadruk op zijn eigen daad in plaats van op het geschenk? Hij had niets kunnen aannemen als het hem van tevoren niet geschonken was. Wat in de hand gelegd wordt door de gever, wordt door de ontvanger aangenomen. Dan sluit de hand zich om wat gegeven is. Daarom is het Bijbelse spreken over de schenking van het geloof, die aan de aanneming vooraf gaat, zo belangrijk.
Ook in onze belijdenisgeschriften wordt op deze wijze gesproken. Het aannemen van het geloof is gefundeerd in het toe-passende werk van de Heilige Geest, Die het geloof werkt. In de Dordtse Leerregels hoofdstuk III/IV vinden we aan het slot van paragraaf 12 'alzo dat al diegenen in wier hart God op deze wonderbaarlijke wijze werkt, zekerlijk, onfeilbaar en krachtiglijk wedergeboren worden en daadwerkelijk geloven. En alsdan wordt de wil, zijnde nu vernieuwd, niet alleen van God gedreven en bewogen, maar, van God bewogen zijnde, werkt hij ook zelf. Waarom ook terecht gezegd wordt dat de mens, door de genade die hij ontvangen heeft, gelooft en zich bekeert.' De hand van het ware geloof is niet de hand van een levenloos standbeeld (stok en blok) maar de levende, bevende zondaarshand. Dan blijft verwondering en aanbidding over!
Panny
Berichten: 1809
Lid geworden op: 02 okt 2013, 16:08

Re: Gedichten

Bericht door Panny »

JCRyle schreef:Daar dachten Thomas Hooker en Thomas Shepard anders over. Zij zeiden dat een mens eerst naar de hel moet willen, voordat ...*
* Ik zeg het even in eigen woorden, dus verbetering is welkom.
Maar dat even terzijde. Ik vind dit overigens een zeer moeilijk punt. Op dit punt komen namelijk het God vrijlaten in Zijn soevereiniteit en eens worden met God, dat God geen onrecht zou doen als Hij aan een mens voorbij zou gaan, kijken. Eigenlijk zie je hiervan ook trekken bij Ds. du Marchie van Voorthuysen, die sterk betrokken was op Shepard. Deze verbondt God de eer geven aan het liefkrijgen, billijken en omhelsen van Gods recht. Een mens moet naar recht verloren gaan en het eens worden met God onder dat verdoemend recht. Ds. Smits (en met hem anderen) noemen dat 'onder God komen'. En dat is iets waar ik bij aansluit, alleen hoe te onderbouwen is altijd een moeilijk punt vind ik.
Die eerste paar zinnen vind ik nogal gevaarlijk. Je schrijft dat een mens naar de hel moet willen????
Ik ben het eens dat je gaat leren dat je de eeuwige straf waardig bent en de zaligheid onwaardig.
Maar daardoor wordt het verlangen naar de Zaligmaker juist zo groot. En leer je te leven uit genade.
Als je God lief krijgt wil je toch niets liever dan dat er een oplossing komt voor de breuk tussen God en jou en uiteindelijk Hem voor eeuwig volmaakt te kunnen eren zoals Hij het waard is.
Je zou het boek 'komen tot Jezus Christus (hoe zondaren tot Hem komen en waarom ze bij Hem welkom zijn)' van John Bunyan eens moeten lezen.
Gods eer en onze zaligheid moeten we niet als twee tegenovergesteldheden gaan beschouwen. Want in Christus worden zondaren zalig tot Gods eer. God heeft Christus gegeven en laat Hem ons prediken zodat we het leven in Hem zouden zoeken. En dat is wat Hij ons in het Evangelie beveelt.
Jantje
Berichten: 16185
Lid geworden op: 18 mei 2017, 20:42
Locatie: Walcheren - jantjevanrefoforum@gmail.com

Re: Gedichten

Bericht door Jantje »

MvD5 schreef:
Jantje schreef:
Menheerse schreef:
Herman schreef: Het zijn 56 coupletten. Dit zijn de eerste vijf. Uitgegeven door het Kersten Onderwijscentrum, zuiverder kan het haast niet :-)
En in deze link alle 56 :livre
http://docplayer.nl/23400311-Een-nieuw- ... n-god.html
Waarom zijn dan alleen de verzen, waarin het over de ellende gaat, geplaatst? Vers 50, 51 en 52 hadden het wat evenwichtiger gemaakt...

Het stuk wat u hierboven heeft geplaatst, ondersteun ik van harte.

Ik weet niet of er iemand nog het stukje van ds. Labee heeft, over dit onderwerp? Hij schreef hier onlangs over, in de vragenrubriek, op de achterkant van 'De Saambinder'.

Bedoel je deze?

Vraag: Ik las een stukje over mensenwerk en Godswerk en het is zo lastig om dat te onderscheiden. Want als bepaalde mensen spreken over 'Jezus aannemen' dan zeggen ze er natuurlijk bij dat 'God op dat moment Zelf in je werkt door Zijn Geest'. Hoe moet ik dat zien?

Antwoord door ds Labee:
Helaas zal er altijd verwarring blijven over deze tere zaken. Meestentijds ontstaat die omdat de onmetelijke kloof tussen een heilig God en een verloren Adamskind nooit is ingeleefd. Of, om het anders te zeggen, de totale en radicale doodstaat van de mens wordt ontkend. Laat ik het heel duidelijk stellen: een dode zondaar kan de Middelaar niet aannemen. Daarom leze we in Johannes 1:11 over de Heere Jezus: ' Hij is gekomen tot het Zijne en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen'. Onze kanttekenaren (28) schrijven daarbij: 'namelijk door een waar geloof'. Laat niemand zich overigens achter deze werkelijkheid verschuilen! Het eenzijdige genadewerk van God is vrije gunst, maar het niet-aannemen staat gelijk aan Hem verwerpen. De Heere geve dat deze nood ons zou uitdrijven als een rechteloze bedelaar tot de genadetroon.
Er wordt vervolgens gesproken over mensen die Hem wél hebben aangenomen.
Johannes 1:12: 'Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven.' De vraagsteller schreef het niet, maar we proefden de gedachte dat het aannemen door de mens nodig is om vervolgens als kind van God te gaan leven. Dan zou er toch nog een stukje mensenwerk - hoe klein dan ook - meedoen aan de zaligheid. Maar we moeten vers 13 altijd verbinden aan vers 12. Het is ook eigenlijk 1 zin!
'Welke niet uit de bloede noch uit de wil des vleses, nog uit de wil des mans, maar uit God geboren zijn.' De vrome Joden meenden dat hun natuurlijke (vleselijke) afkomst uit Abraham voldoende was om zalig te worden. Maar nadrukkelijk spreekt de Heilige Schrift over een nieuwe geboorte, de wedergeboorte. Zo'n nieuwgeboren kind wordt niet uit eigen wil geboren, maar uit Gód! Het aannemen van de Heere Jezus Christus is een vrucht van het ware geloof, gewerkt in deze wedergeboorte. Een dode zondaar kan Christus niet aannemen, maar een levendgemaakte zondaar kan niet anders dan Hem aannemen. Mag ik een 'oud' voorbeeld gebruiken om deze dingen nog wat duidelijker te maken? Stel je een arme bedelaar voor. Op een dag rent hij door de straten van zijn dorp met een biljet van 500euro in de hand en roept 'ik heb het aangenomen! Ik heb het aangenomen!' Zou dat geen grote ondankbaarheid zijn jegens de gever? En legt deze dwaas terecht de nadruk op zijn eigen daad in plaats van op het geschenk? Hij had niets kunnen aannemen als het hem van tevoren niet geschonken was. Wat in de hand gelegd wordt door de gever, wordt door de ontvanger aangenomen. Dan sluit de hand zich om wat gegeven is. Daarom is het Bijbelse spreken over de schenking van het geloof, die aan de aanneming vooraf gaat, zo belangrijk.
Ook in onze belijdenisgeschriften wordt op deze wijze gesproken. Het aannemen van het geloof is gefundeerd in het toe-passende werk van de Heilige Geest, Die het geloof werkt. In de Dordtse Leerregels hoofdstuk III/IV vinden we aan het slot van paragraaf 12 'alzo dat al diegenen in wier hart God op deze wonderbaarlijke wijze werkt, zekerlijk, onfeilbaar en krachtiglijk wedergeboren worden en daadwerkelijk geloven. En alsdan wordt de wil, zijnde nu vernieuwd, niet alleen van God gedreven en bewogen, maar, van God bewogen zijnde, werkt hij ook zelf. Waarom ook terecht gezegd wordt dat de mens, door de genade die hij ontvangen heeft, gelooft en zich bekeert.' De hand van het ware geloof is niet de hand van een levenloos standbeeld (stok en blok) maar de levende, bevende zondaarshand. Dan blijft verwondering en aanbidding over!
Nee, het is niet dit stukje.
Het ging echt specifiek over het feit of je mag zeggen (als zoekende ziel) dat God je in de hel werpt (wat wat anders is als dat je de hel verdient hebt). Het is in ieder geval in de laatste 5 tot 10 weken aan de orde geweest. Bovenstaand stukje gaat echter over 'het aannemen van Jezus'.
Was getekend,
uw medeforummer Jantje
JCRyle
Berichten: 2287
Lid geworden op: 29 mei 2017, 13:08

Re: Gedichten

Bericht door JCRyle »

Panny schreef:
JCRyle schreef:Daar dachten Thomas Hooker en Thomas Shepard anders over. Zij zeiden dat een mens eerst naar de hel moet willen, voordat ...*
* Ik zeg het even in eigen woorden, dus verbetering is welkom.
Maar dat even terzijde. Ik vind dit overigens een zeer moeilijk punt. Op dit punt komen namelijk het God vrijlaten in Zijn soevereiniteit en eens worden met God, dat God geen onrecht zou doen als Hij aan een mens voorbij zou gaan, kijken. Eigenlijk zie je hiervan ook trekken bij Ds. du Marchie van Voorthuysen, die sterk betrokken was op Shepard. Deze verbondt God de eer geven aan het liefkrijgen, billijken en omhelsen van Gods recht. Een mens moet naar recht verloren gaan en het eens worden met God onder dat verdoemend recht. Ds. Smits (en met hem anderen) noemen dat 'onder God komen'. En dat is iets waar ik bij aansluit, alleen hoe te onderbouwen is altijd een moeilijk punt vind ik.
Die eerste paar zinnen vind ik nogal gevaarlijk. Je schrijft dat een mens naar de hel moet willen????
Ik ben het eens dat je gaat leren dat je de eeuwige straf waardig bent en de zaligheid onwaardig.
Maar daardoor wordt het verlangen naar de Zaligmaker juist zo groot. En leer je te leven uit genade.
Als je God lief krijgt wil je toch niets liever dan dat er een oplossing komt voor de breuk tussen God en jou en uiteindelijk Hem voor eeuwig volmaakt te kunnen eren zoals Hij het waard is.
Je zou het boek 'komen tot Jezus Christus (hoe zondaren tot Hem komen en waarom ze bij Hem welkom zijn)' van John Bunyan eens moeten lezen.
Gods eer en onze zaligheid moeten we niet als twee tegenovergesteldheden gaan beschouwen. Want in Christus worden zondaren zalig tot Gods eer. God heeft Christus gegeven en laat Hem ons prediken zodat we het leven in Hem zouden zoeken. En dat is wat Hij ons in het Evangelie beveelt.
Die mening waren godzalige mannen als Thomas Hooker en Thomas Shepard inderdaad toegedaan.
CvdW
Berichten: 2928
Lid geworden op: 23 mar 2015, 13:07

Re: Gedichten

Bericht door CvdW »

http://www.theologienet.nl/documenten/H ... risten.pdf

Leest u wel goed?
Waar hebt u dit gelezen bij Hooker en Shepard? dan kan ik zelf ook nalezen wat ze precies gezegd hebben.
JCRyle
Berichten: 2287
Lid geworden op: 29 mei 2017, 13:08

Re: Gedichten

Bericht door JCRyle »

CvdW schreef:http://www.theologienet.nl/documenten/H ... risten.pdf

Leest u wel goed?
Waar hebt u dit gelezen bij Hooker en Shepard? dan kan ik zelf ook nalezen wat ze precies gezegd hebben.
Hooker: De ware Zielsvernedering en heilzame wanhoop - in het voorwoord neemt Ds. J. Koelman hier afstand van.
en Shepard naar ik meen in: De gezonde gelovige.
CvdW
Berichten: 2928
Lid geworden op: 23 mar 2015, 13:07

Re: Gedichten

Bericht door CvdW »

Bedankt, ik hoop het vanavond na te lezen.
Gebruikersavatar
Ad Anker
Moderator
Berichten: 10572
Lid geworden op: 28 feb 2012, 11:11

Re: Gedichten

Bericht door Ad Anker »

Saambinder 17-08-2017 schreef:Over de uitdrukking waarover de vraagsteller tobt, is verschil van mening. Het was bijvoorbeeld de afgezette prediker Jean de Labedie die dit nadrukkelijk zo stelde. Predikers die ons lief zijn, zoals Thomas Hooker en Thomas Shepard gebruiken eveneens deze uitdrukking. Een tegengeluid geeft bijvoorbeeld de onder ons bekende prediker, Jacobus Koelman die het bovengenoemde boek van Hooker vertaalde. In de inleiding beveelt hij dit boek aan met één bezwaar! Hij wijst erop dat nergens in de Schrift grond is voor de gedachte dat het afzien van eigen zaligheid behaaglijk is voor God. Wat wel nodig is, is dat wij erkennen dat wij verdiend hebben verloren te gaan om zo tot Christus te vluchten. En we krijgen het recht van God lief. Terecht zou die ernst van het recht Gods ons moeten doen beven. Het was de Middelaar, Jezus Christus, Die in de hof van Gethsémané 'droevig en zeer beangst' werd. Het wraakzwaard van Gods recht bracht de Zaligmaker tot de bede: 'Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat deze drinkbeker van Mijn voorbijgaan, doch niet gelijk ik wil, maar gelijk Gij wilt'
Met enige schroom zouden we de vraagsteller willen oproepen om maar niet te 'tobben' over deze uitdrukking die blijkbaar onder de knechten van de Heere verschillend 'valt'. Wel moeten we het onze lezers toeroepen: Láát u met God verzoenen! Want het zal wat zijn als we nooit geleerd hebben te buigen onder God. Kom valt de Heere te voet in het heden der genade. Ga, zoals de bevende Esther naar koning Ahasvéros ging. Ze had de wet tegen en ging op genade of ongenade. En toen viel genade vrij! Dan moet ons hoofd op het blok, ja eraf, want er is maar één Hoofd (Die aan de deugd van Gods rechtvaardigheid volkomen voldaan heeft). 'Want eeuwig bloeit de gloriekroon, op 't Hoofd van Davids grote Zoon'.
JCRyle
Berichten: 2287
Lid geworden op: 29 mei 2017, 13:08

Re: Gedichten

Bericht door JCRyle »

CvdW schreef:Bedankt, ik hoop het vanavond na te lezen.
Je hoopt vanavond even De Gezonde Gelovige en De ware zielsverneedering en heilzame wanhoop te lezen? Succes alvast :)
JCRyle
Berichten: 2287
Lid geworden op: 29 mei 2017, 13:08

Re: Gedichten

Bericht door JCRyle »

Ad Anker schreef:
Saambinder 17-08-2017 schreef:Over de uitdrukking waarover de vraagsteller tobt, is verschil van mening. Het was bijvoorbeeld de afgezette prediker Jean de Labedie die dit nadrukkelijk zo stelde. Predikers die ons lief zijn, zoals Thomas Hooker en Thomas Shepard gebruiken eveneens deze uitdrukking. Een tegengeluid geeft bijvoorbeeld de onder ons bekende prediker, Jacobus Koelman die het bovengenoemde boek van Hooker vertaalde. In de inleiding beveelt hij dit boek aan met één bezwaar! Hij wijst erop dat nergens in de Schrift grond is voor de gedachte dat het afzien van eigen zaligheid behaaglijk is voor God. Wat wel nodig is, is dat wij erkennen dat wij verdiend hebben verloren te gaan om zo tot Christus te vluchten. En we krijgen het recht van God lief. Terecht zou die ernst van het recht Gods ons moeten doen beven. Het was de Middelaar, Jezus Christus, Die in de hof van Gethsémané 'droevig en zeer beangst' werd. Het wraakzwaard van Gods recht bracht de Zaligmaker tot de bede: 'Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat deze drinkbeker van Mijn voorbijgaan, doch niet gelijk ik wil, maar gelijk Gij wilt'
Met enige schroom zouden we de vraagsteller willen oproepen om maar niet te 'tobben' over deze uitdrukking die blijkbaar onder de knechten van de Heere verschillend 'valt'. Wel moeten we het onze lezers toeroepen: Láát u met God verzoenen! Want het zal wat zijn als we nooit geleerd hebben te buigen onder God. Kom valt de Heere te voet in het heden der genade. Ga, zoals de bevende Esther naar koning Ahasvéros ging. Ze had de wet tegen en ging op genade of ongenade. En toen viel genade vrij! Dan moet ons hoofd op het blok, ja eraf, want er is maar één Hoofd (Die aan de deugd van Gods rechtvaardigheid volkomen voldaan heeft). 'Want eeuwig bloeit de gloriekroon, op 't Hoofd van Davids grote Zoon'.
'Deze' uitdrukking moet geplaatst worden in het licht van de uiting dat een ontdekte zondaar Gods eer liever leert krijgen, dan zijn of haar eigen zaligheid. Dat men alleen zalig wil worden met behoud van Gods deugden door recht. Dan wordt God vrijgelaten in Zijn Soevereiniteit en wordt de mens op het allerdiepst vernederd, zodat er plaats komen mag voor de Heere Jezus Christus. Deze notie wordt node gemist in het hier boven aangehaalde stuk.
Plaats reactie