Een veelal onbegrijpelijk gedicht.
van
Reijer Pothoven (1904-1976)
Als onder ’t heilig recht
De ziele niet meer vecht,
Maar billijkt ’t zondeloon
Wat haar ook overkoom’
Rechtvaardigend haar God.
Wat eeuwig zij haar lot;
Als in haar laatste vreugde
(het eren van Gods deugden)
De deugd van ’t recht het wint,
Al eist zij: Doodt het kind.
O, stonde van ’t gericht;
O, dood’lijkst tijdgewricht.
Dan wordt verloren gaan
Door God niet toegestaan.
Hier wordt de Zoon gekust,
Eer z’op de weg vergaat.
Hier wordt zij welbewust,
Verzekerd van haar staat.
Hier drinkt zij’t Bloed des Lams,
’t welk haar in het leven laat.
Hier wordt de toorn geblust,
En is het: Vree met God,
Door ’t offer van Zijn Zoon.
O, allerzaligst lot.
http://www.digibron.nl/search/detail/01 ... een-zanger
Bron: Reformatorisch Dagblad 9 december 2004
heb de tekst weggehaald i.v.m het copyright, waar op werd gewezen.