Natuurlijk chargeerde ik een beetje, als reactie op Psalm 42 van Asma als "hoogtepunt van Hollandse koraalkunst".eilander schreef:Dat laatste klopt inderdaad. Maar het is dan wel droevig gesteld met de Nederlandse koraalkunst: Sweelinck overleed in 1621, Van Noordt in 1675. Dat wordt dan zoiets als 'Van Noordt sloot de poort' als variant op 'Van der Groe deed 't hekje toe'...Hendrikus schreef: Het hoogtepunt van de Hollandse koraalkunst ligt bij mensen als Jan Pieterszoon Sweelinck en Anthonie van Noordt.
Asma was geen componist. Dat was een organist die zo nu en dan dingen opschreef, zodat anderen er ook plezier van zouden kunnen hebben. Maar hij beschouwde zichzelf absoluut niet als componist. Het was gebruiksmuziek.
Ik vind dat wel een beetje te kort door de bocht. Jan Zwart met de trio over Het Gebed des Heeren of dergelijke werken, Feike Asma in sommige stukken van zijn bundel van de 29 gezangen bijvoorbeeld vind ik toch ook goede muziek.
Ongetwijfeld is er tussen die periode en nu nog wel meer te vinden. De namen Jacob Bijster, Cor Kee, Cornelis de Wolf schiet me nu even te binnen.
En meer hedendaags: Niewenhuijse (naar mijn mening een beetje ondergewaardeerd), Margreeth de Jong, Dick Sanderman, Gerard de Wit, Willem van Twillert en anderen.
Niettemin: rond 1600 kwamen ze van heinde en verre, uit Denemarken, Zweden, noem maar op, om van Sweelinck les te krijgen. Dat zegt wel iets over zijn betekenis, internationaal. Dat is nadien niet weer gebeurd, met geen enkele Nederlandse componist van koraalmuziek.
Iemand noemde Bastiaans: nou, die ging naar Leipzig om les te krijgen van de kopstukken uit zijn tijd. Ik bedoel maar...
Van Noordt heeft misschien niet het hekje toegedaan, maar hij en Sweelinck hebben wel echt een internationale maatstaf neergezet, en ik zou zo niet weten welke landgenoot dat nadien heeft geëvenaard als het gaat om de koraalkunst.
In de 19e eeuw zou je de sonates van Samuel de Lange sr misschien kunnen noemen als mooie voorbeelden van koraalkunst (hoewel zijn Fantasie-Sonate 3 dus niét gebaseerd is op Psalm 22 maar op een Evangelisch gezang dat dezelfde melodie had).
Ik denk aan Psalm 150 van Adriaan C. Schuurman, Psalm 8 van Anthon van der Horst. Ook de sombere muziek van Jan Zwart die ejvl noemde, kun je wellicht tot de monumenten rekenen. In die stukken zie je creativiteit, originaliteit en vakmanschap samengaan.
Dan praat je toch over een heel ander genre dan Psalm 42 van Asma. Zelfs een Psalm 25 van Geert Bierling, werkelijk zéér goed in ambachtelijk opzicht en ook heel bruikbaar in de eredienst (in tegenstelling tot Van der Horst...), zit in zekere zin dan meer in de hoek van Asma 42: gebruiksmuziek. Functioneel, bruikbaar, maar daarmee is dan ook wel alles gezegd.
Ziedaar dus ook een definitieprobleem. Als Herman het heeft over Hollandse koraalkunst, bedoelt hij vermoedelijk koraalmuziek die je zou kunnen spelen in een reformatorische kerkdienst. Talloos zijn de verhalen van organisten die op de vingers werden getikt omdat ze "veel te modern" speelden - nadat ze iets van Sweelinck of Van Noordt hadden gespeeld. De "oude schrijvers" van de koraalmuziek worden niet erkend en niet herkend. Terwijl ze internationaal dus van grote betekenis waren!
Bij "Hollandse koraalkunst" denk ik aan muziek die ambachtelijk van hoog niveau is, die "kunst" mag heten omdat ze ook origineel en creatief is, en die op een koraalmelodie is gebaseerd.