ejvl schreef:Reforummer schreef:
t Is inderdaad een kwestie van gewenning. Persoonlijk vind ik zelf ook niet veel mis met de verhogingen van bijv. psalm 68, 27, deze klinken best oké (alhoewel het natuurlijk officieel niet hoort)! Maar bij bijv. bijv. psalm 147 waar in de een na laatste regel ook in veel gemeenten een Ais wordt gezongen vindt ik een verhoging echt ronduit lelijk en vals klinken, hetzelfde bij de tweede regel van bijv. psalm 102 en psalm 50.
Volgens mij staat 147 vanouds wel met een ais geschreven, maar wordt deze juist bijna niet gezongen.
Verder blijft het ook een kwestie van harmoniseren door de organist. Bijvoorbeeld psalm 91 regel 2 en 4. Als je de B met een E akkoord speelt wordt de volgende automatisch een G en geen gis. Als je psalm 27 de D in een DM akkoord speelt, wordt de volgende logisch een C en geen cis.
Bij isoritmisch zingen wel de verhogingen gebruiken en bij ritmisch zingen indien mogelijk weglaten. Uiteraard in overleg met kerkenraad en organisten, vind ik.
Nee, in 147 staat geen ais. Het is een frygische psalm, en de wending in de voorlaatste regel van 147 is exact dezelfde als in de 4e regel van 51, waar niemand een ais zingt.
Bij 91 kan ik je evenmin volgen. Een E-akkoord bestaat uit E-gis-b, dus dan ligt de gis juist wél voor de hand. Zet je onder die b een G-akkoord, dan ligt als volgende melodienoot een g voor de hand.
En bij 27: onder de d een dm spelen helpt niet, daar kun je net zo gemakkelijk een cis achteraan zingen. Het gaat erom wat je onder die c zet: geen A-akkoord (want dan kan de melodienoot evengoed c als cis zijn) maar een F-accoord.
Eens met je slotopmerking. Alle onhebbelijkheden als verhogingen, ongelijk inzetten van gemeente en orgel et cetera, bij niet-ritmische gemeentezang hoort het er een beetje bij. Maar stop ermee zodra we ritmisch gaan zingen.