Floppy schreef:Goed idee, laten we het eens over het onderwerp hebben.
Ik moet zeggen dat ik het niet eenvoudig vind om mensen aan te spreken. Wat me trof was een stukje uit C.S. Lewis' werk, volgens mij Onversneden Christendom, waarin hij zei dat vroeger de mensen van zichzelf heel goed wisten dat ze zondig waren. Nu is dat veel minder zo, waardoor we - voordat we de blijde boodschap van het evangelie brengen - eerst moeten uitleggen dat ze zondig zijn. Als mensen een leuk gezin hebben, goed inkomen, goede gezondheid, etc, waarom zouden ze op zoek gaan naar God?
Ik vind het ook erg moeilijk als het om buren gaat. Zeker als de verhouding al niet optimaal is en ze eerder vijandig zijn dan toegankelijk voor het Evangelie. Het gedicht vind ik ook altijd confronterend.
Ik heb een buurvrouwversie:
Mijn naaste
Ik droomde dat mijn buurvrouw was gestorven,
Ik zag me huilend bij de lijkkist staan
en deed mezelf niets anders dan verwijten:
wat heb ik voor haar ziel en zaligheid gedaan?
Ik had met haar nooit over God gesproken;
zij wist niet dat ze zalig worden kon.
Want als ik bij haar koffie zat te drinken,
dan hoopte ik dat ze uit zichzelf begon.
Nooit had ik haar verteld van Jezus' liefde
en dat Hij ook voor mij gestorven was.
Waarom was mij dat nooit tot schuld geworden,
besefte ik dat bij haar sterven pas?
Verdrietig werd ik wakker, maar ik leefde.
En buurvrouw had nog steeds genadetijd.
Ik nam me ernstig voor met haar te spreken;
er was gelukkig nog gelegenheid.
Er ging een dag voorbij; twee dagen.
Ik praatte met de buurvrouw over 't weer.
Ik sprak niet over zonde en genade;
dat deed ik dan nog wel een and're keer...
----
O Heere, geef mij iets van uw ontferming,
Uw liefde voor een zondig mensenkind.
Geef mij vrijmoedig van Uw Woord te spreken,
zodat mijn naaste ook het Leven bij U vindt.