Alle psalmen om te zingen kort en krachtig

Plaats reactie
Bidner
Berichten: 10
Lid geworden op: 24 okt 2012, 22:04

Alle psalmen om te zingen kort en krachtig

Bericht door Bidner »

alle psalmen in één couplet verwerkt. Dus deze dichter heeft totaal 148 coupletten gemaakt.

Psalmen

Per Psalm één couplet die de hele Psalm fragmentarisch weergeeft




Door Bidner

Psalm 1
HET PSALMENBOEK mag recht worden geacht
Een kleinood met inhoud van grote kracht.
’t Is ook als een lusthof op vele tijden
Uit hetwelk geen verkeerd woord valt bezijden.
Hier is in één, positief ’s vromen spoor
Te zien. Maar dat des bozen gaat teloor.

Psalm 2
En dus gelijk ook in den tweeden psalm
Aangehaald in het Boek der Handelingen (Hand. 13 vers 33)
Waar Paulus bespreekt met eerbied’gen galm
’s Messias profetische wandelin—gen.
Hier het ernstig bevel van God den HEERE
Aan koningen en regenten der aard
Zo niet Gods gloed hen op de weg vertere
Hem gehoorzaamheid geeft; het gezag waard.

Psalm 3
O HEER; Gij kent de klacht
Door ’t geen de vijand dacht
En mij zo weet te kwellen.
Bij U zoek ik mijn vreugd
En troost in U verheugd
Om ’t vertrouwen te stellen …
Op U gerust en sterk
En ’t ervaren Uw werk
In al mijn tegenheden.
Gij deed merken bijstand
Zo het kwam van Uw hand;
En nog bidt ik U heden.

Psalm 4
Weet toch; (dat komt met ernst naar voren),
Dat David in zijn hart zeer vast
Bidt tot Hem, en dat God wil horen
Met dat hij zijn vijand in d’oren
Laat weten dat straf hun zeer past;
Volstrekt vermaant zich te bekeren
Van aards overvloed en genot.

Want David zelve heeft de reden
Verheugd, vertroost, voorwaarts te treden
Wand’lend in genâ naar ’t gebod.


Psalm 5
Wil naar mijn smeken gunstig horen
Naar ’t vurig gedurig gebed
Dat de vijand geen schaakmat zet
En wees de Kerk, door U gekoren,
Een sterke toren!

Psalm 6

David ziek en zwak, gele-gen
Op bed. En bang genegen
Vraagt weder gezondheid.
Verzekerd door den HEERE
Gehoor zal triomfere’;
IJdel ’s vijands beleid.



Psalm 7
O HEERE, mogen wij U bidden
Om verlossing, daar wij in ’t midden
Van de wrede vijand verkeer’
En wij heiliglijk protesteer’
Van onschuld? Van U, God der goden
Begeer ‘k recht te midden van noden.
Gij gaaft ’t aan vromen in ’t geweld.
’s Bozen ondergang is gesteld!


Psalm 8
‘k Verhef o hoogste Majesteit naar boven:
“Hoe groot is ’t hier Uw regering te loven!”
Uw onbegrijpelijk genadegoed
Wat Gij in de Zoon aan el lend’gen doet!

Psalm 9
David dankt God met grote vreugd
Tegen ’s vijands macht, zeer verheugd
Gods genâ, door recht, zij geprezen
Der vromen, in druk, hoog gerezen.

Psalm 10
Tegen vervolging is hier deze klacht
Vurig omhoog, vanuit de diepe put,
Der verdrukking door der god’ lozen macht,
Vol hoogmoed, beraadslaagd in hunne hut.
Zo doen zij in de praktijk; zonder VUT.
God! Sta op met Uw hand zeer hoog verheven
Wraak doende. En wij geloofszeker le-ven.

Psalm 11
Dies wordt gewis de spotternij vernomen
Van de vervolgers, die hun tijdverdrijf
In Davids vlucht stellen, zonder te schromen.
Maar nochtans, hij mocht in toevlucht het lijf
En ziel, God bevelen. En aan de vromen
Verklaren dat ook zijn geloof verblijf’
Op God, Die ieder mens weet in te tomen!
Psalm 12
De bede is om Zijn Kerk te behouden
Van algemeen kwaad, valsheid en ontrouw
En richten d’ oproer van jongen en ouden!
Wil God doen; maar ook vromen sparen zou.

Psalm 13
Hoe lang HEERE mijn toeverlaat
Is mijn klacht die naar U uitgaat?
Dat om Zijnen eerwil, de plagen
Het naad’rend verderf mag verda-agen
Komend in ruime geloofsstaat!

Psalm 14
Hier zien we dat David verdorvenheên
En dwaasheden des vijands heeft beschreven!
En in het bijzonder de mens, ontheven
Van luister – strafwaardig – . En zelf mag treên
Tot Hem alleen.
Psalm 15
Een rechten burger van Sion
Zien we in dezen Psalm beschreven
Die van God grote genâ won.
Leeft uit de gerechtigheidsBRON
Van het eeuwig verderf ontheven.
Psalm 16
Wie met verzaking op dees’ aarde leeft
Afziend van verdiensten en al het voordeel
Blij geloofsbelijdend zich overgeeft!
Zo is David, ontheven van het oordeel
’t Volk Gods met hem zich in de Zoon te weten
Zal eeuwiglijk niet van God zijn vergeten.

Psalm 17
David, met een vertrouwensbeeld
Zijn zaaksgerechtigheid te weten
Bidt tot God, door Hem niet vergeten
Tegen hen, wien de zonden streelt; -
Hoewel zij tijd’lijk geluk dragen
d’ Onschuld’ge drukken met vermaak - .
Mag David hebben de troostzaak
Te zien zaligheid; een reeks dagen

Psalm 18
Een heerlijk loflied door David geheven
Te midden van grote noden in ’t leven
Al viel de vijand hem aan – wat hem smart,
Toch was hem God het rustpunt van zijn hart.
Hij trok hem uit; zijnde een zeer groot wonder
Want verlossing, verhoging is bijzonder;
Dempend vijand. Hem gevend ware rust
Wetend zich van des Kerks toekomst bewust.

Psalm 19
Deze Psalm geeft ons weer
Wat de schepping ons leer’

Van Gods goedheid en macht.
Maar toch is ’t bovenal
Daarin een goed geval
Te horen wat God bracht.
Dat is de roem, vervat
In ’t Woord – de zaal’ge schat –

Een licht tot zien van falen
Dat wekt zo het gebed
Om te worden gered;
Een nieuw begin te halen!

Psalm 20
Een zegening en des Kerks bede
Voor de Koning gereed
Uit te trekken wapensgerede
Tot de strijd – o zo heet! –
Met daarbij tevens het vertrouwen
d’ Overwinning te wachten
En triomferende te bouwen
Op des Messias krachten.

Psalm 21
De HEER, de God van David zij
Door hem in naam der Zijnen,
Geprezen, met het mijnen
Van Hem, die zei: “Dat Ik zo lij’ (hier vooruitlopend op Ps. 22)
Is voor u tot verwin”.
Dat is hier de kernzin.
Psalm 22 (½ vers)
Hier immers is de kernzin, dat de pen
Gehanteerd door David, profetisch, en
Dus door deze Geest, de Zoon van “IK BEN” (Zijn lijden)
Weer weet te geven. Reeds benoemd in 21
Psalm 23
David verheft (met “gespiegelde” ogen)
De gelukzaligheid en het meedogen
Van God, waar Hij Zijn kind lief’lijk wil leiden

Onder beleid, zoals herders op heiden,
En zij, als “schapen”, zeer wel mogen weten
Gods voorzorg – in Hem, rechts van Hem gezeten – .

Psalm 24
David, wetend dat Salmon zou (Salomo)
De tempel bouwen, en daar trouw

De ark des verbonds in te dragen;
En hem aldus richtlijnen geeft
Zodat d’ ARK goede ontvangst heeft;
(Des hemelvaartsbeeld later dagen).

Psalm 25
HEER, de vervolgers zijn velen;
Nochtans tot U is ’t gebed
Opheffend; met het meedelen
Van mijn zonden nauwgezet.
Dat U gaf daartoe genâ;
Ook vergeving; en wil sturen
De weg; en altijd daarná,
Vijandsvrij; eeuwig te duren.

Psalm 26
Om recht tégen vijand
Bidt David van zijn kant
Betuigende oprechtigheid,
Onschuld en gunstbewijzen
Waarvoor hij God mag prijzen
Hoorzeker geven dankbaarheid.

Psalm 27
Dit mag David de enige troost wezen
Met daarbij Toevlucht in al le gevaar
Zo heeft hij een verlangen zonder vrezen
Altoos in Gods huis te verkeren daar.
Dit mag ook zijn de kern van zijn gebed
Terwijl hij zich omzwervend nederzet
Verwachtend ook voor and’ren met geduld
In geloof dat God Zijn beloft’ vervuld.

Psalm 28
David bidt vurig voor zichzelven
Maar tégen wien hem wil omwelven
Met vijandschap; wier god’loosheden
Door hem opgeschreven; met reden
Lovend! (Beseft vrucht van ’t gebed)
Weet dat God op heel de Kerk let.
Psalm 29
Gij zeer groten dezer aard’
Geeft den HEERE d’ ere waard;
En ook te dienen Zijn Kerk;
Want God betoont klaar Zijn werk
Door donder en watervloeden.

En dat Hij ook wil behoeden,
Daarvan ontvangt Hij maar alleen
De eer. En zegent algemeen.

Psalm 30
David vertolkt zijn lof en dank
Tegenover God (door de bank
Genomen, genoemd) van ’t gevaar
Des doods te zijn verlost zeer klaar.
En mag daartoe heel de Kerk wekke’
Ook zo doen! Wat tot Gods lof strekke.
Psalm 31
Het gebed is hier om behouden
In ’t vertrouwen alleen
Op God, om de goedheên.
En de Zijnen een juichBRON zouden
Hebben in stee van lijden
Waar velen hen benijdden.
Psalm 32
Deze Psalm wil ons doen zijn, om te leren
Dat gelukkig zijn die mogen verkeren
In de staat waarvan mag gezegd: “Wien God
De zonden vergeeft” kennend Zijn gebod.
Dat wekt in hen oprecht zondebelijden
Hebbend in David voorbeeld aller tijden
Waarschuwend tegen verharding van nek;
Maar blijdschap ook; hetgeen tot ootmoed wek’.
Psalm 33
Aansporing tot Gods lof, vanwege(n)
Zijn Woord, werken en ook Zijn raad
Wat de schepping is aangelegen
Maar ook de regering aangaat;
De mens in ’t bijzonder
Ook des vagebonder
Verijdeld zijn raad.
Tevens die geloven
(daarover God loven)
Vaststelt in hun staat.
Psalm 34
David zeer wonderbaar
Uit gevaar zijn gekomen vrij
Spoort gelovigen aan, dat zij
God groot houden, voorwaar!
Ook vertolkt deze Psalm
’t Rechte middel tot ’s HEEREN vrees.
Leert ook dat God Zich gram bewees
Jegens bozen, niet kalm.
Psalm 35
Vuriglijk is in deze zaak
Het gebed tot God, Die zo vaak
Betoont vóór de Zijnen te strijden
Tégen hen (zijnde van bezijden
Vijanden). Zijn kinderen gaf
Lovensstof! Vijanden wraakstraf.
Dan meldt Gods kind met diep ootmoed
De blijdschap, verheugd in God zoet.

Psalm 36
Verontwaardiging is de toon
Door David in eigen persoon
Aangeheven op bozen;
Maar verwondering is er ook
Als Gods goedheid zijn brein indook;
Zijn recht als grondenlozen.
Dat is het al; en ook het is
Bewijzende goed ordenis
Het scheppingswerk voor ogen.
Meerder is Hij de Levensbron
Voor Zijn Kerk klaarder dan de zon
Bozen niet te gedogen.

Psalm 37
Tegen tijd’lijk geluk der goddelozen
Krijgen zachtmoedigen dit onderwijs
Om toch zeker niet de weg van de bozen
Te volgen; maar (uit de Grote Kostprijs
Levend) heiliglijk wandelend verpozen
En God Zelf gunst toont (aardsenvaderswijs).
Psalm 38
Gods kind, zijnde in zwaar lijden
En kastijden
Door zijn zonden overstelpt
Bidt God in ellend’ en plagen
Onverdragen
Door mensen. ’t Is God Die helpt.

Psalm 39
Het voornemen in woorden en werk (niet
Zich vergrijpen aan een bandiet
Hebbend voorspoed of tegenslag) is goed
Beseffend zwakheid; (ook met gloed)
Bedenkend vergankelijkheid. En tracht
Hoop stellen op: HET IS VOLBRACHT.

Psalm 40
Profetisch is hier het beeld neergelegd
Van het lijden des koom’den Knecht
Zijn voorbede, en aan het recht
Te voldoen. In de boekrol was gehecht

Dat Hij ’t al zal gaan dragen
En zal ’t oud Woord vervagen.
Zo wordt Zijn reddingswerk
Den Jood en heiden goed
Contra der bozen gloed
Gode blij door Zijn Kerk.

Psalm 41
Hij die komt in ziekte of lijden zwaar

En bij de legersteê
Een godzaal’ge en meelijdend’ aldaar
Ontvangt – dan is het vree.
Alsook lere men in druk Gods genâ
Met dat men in het nú
Ontrouw verkrijgt van vriend als Judas ná
En weet het: IK VOOR U!

Psalm 42/43 (wijze 42)
De profeet heeft recht tot klagen
De wrede vijand ten spijt
Ook is er het onbehagen
Door niet verkregen kerktijd.
Begerend van God zeer hoog
Vervulling voor ’t levensoog
Om weer te hebben HET LEVEN
Voor de ziel met hoop gegeven.
Psalm 44
De kerk trooste en sterkt zichzelven
Door betrachting van Gods gewelven
Zijnde weldaân, voorheen verleend
Maar ook is er tevens vereend
Wijdlopig aan verbonden, dat
Er is de klacht: ellendigheden
Komend van vijands geweld. Wat
Uitdrijft tot God om hulp met beden.

Psalm 45
Een uitnemend bruiloftslied, zeer gelegen

Zo is deze Psalm profetisch gegeven
Vanuit de liefde in Salomo’s hart
Waar is de band met zijn bruid zonder smart

Dichterlijk breed een plaats is gaan bekleden
Als voor de Troon van Gods gerechtigheden
Waarin de geheimenis wordt verklaard
Dat Gods Zoon Zijn lieve bruid heeft op aard’.

Psalm 46
De zekerheid en het vertrouwen
Van Gods kerk is hier te beschouwen
Hoe de golven ook mogen woên
Gods bescherming is tot behoên.
Dees’ is met een wond’ren verlossing
Bewezen; ook al zou ontbossing
Door geweld, vrees aanjagen wreed!

God is Sion groot, Die “Burcht” heet.


Psalm 47
Psalmzingt tot Gods eer /Triomferend zeer
Die geeft rijksgeboôn / Drager van de Kroon
Die volken verneerd /De Zijnen regeert

Die in des ARKS-beeld /hoog Zich aanbeveelt
Aan de Rechterhand /des Vaders. Daar ’t land
Bereidt. Heid’nen zegt / het hen ook toelegt!

Psalm 48
In heerlijkheid en zaligheid
Is de staat des stads tref’lijkheid;
Zo kan de Kerk Gods van bezijden
Bekeken worden aller tijden
Jeruzalems bolwerken

Die de stad gans versterken
Ja, met haar torens hemelhoog
Der ganse Kerk hier typoloog,
Waar die tégen des vijands kroost
Vóór hen, van God ontvange troost.

Psalm 49
Gij, volken, hoort, hoe gij wordt onderricht
Tot achtslaan, “Daar IK sta hoog opgericht!
Boven u!”, waar u zich ook mee beroemt,
Macht, rijkdom, en ere; wat men ook noemt;
Schoon gij u in de aardse wellust baadt,
“Ik heb voor u een veel beteren raad”,
Opdat ge ook, wat vromen reeds verkregen,
HET LEVEN krijgt, aards geluk overstegen!

Psalm 50
In dezen Psalm zien wij een sprekend God
Majesteit-vol vertolkt; komende tot
Israël met het plechtig onderricht
Wijzend op aangename godsdienstplicht,
Waarin “het niet”, en “juist wel” is te vinden
“wéé ontzinden!” … “eeuwig wél”, zeer beminden!

Psalm 51
David gevallen zijnd’ in zware fout
Zodat een vrouw van hem een kind moest baren;
Onbedachtzaam en zeer blind voor gevaren
Haar begerend, terwijl ze was getrouwd.
Nathan had hem bestraft; hij kwam in schuld
Voor God; en bad Hem ernstig te vergeven
(Ook ’t kwaad in hem door Adams val gevuld)
Levensvernieuwing! En hierná HET LEVEN!

Psalm 52
De dwingeland, die Doëg heette
Wordt hier bestraft; zeer fel
Op zijn verraderlijke bete;
Het zal hem nooit gaan wel.
Maar Gods Kerk lere door ootmoed
Bloeiende vrucht; zeer zoet.

Psalm 53
Zie psalm 14.

Psalm 54
Van die van Zif tot Saul zeer groot
Gekomen, hem hebben verraden,
Zo bidt David met zorg beladen:
“O God, verlos mij uit de nood,
Want vreemden staan op tot mijn leed
Wil mij beschermen in mijn lijden
Vergelden, die tegen mij strijden.
Toon mij, dat Gij mij nooit vergeet?”

Psalm 55
Klagend tot God, zijnd’ in gevaren
Van omsingelingen en baren
Over ’t hoofd gegaan van vijanden
Bidt en profeteert David hier
Hun tégen! “vergaan in rivier
Des toorns” … Vóór Kerk de eeuw’ge stranden!

Psalm 56
Door Saul gedurig vervolgd (dien boosaard!)
In handen der Filistijnen vergaard;
Door het éérste komt het tweede in kaart
Dat moet David beleven!
Zijn klaagzang wordt zo uit de pen gedreven
Als daar is: huilen, lijden en rondzweven.
Roept hun straf in. Roemend bij ’t Woord gebleven;
In ’t Levenslicht gestaard!

Psalm 57
David roept tot de Koning van ’t heelal
Tot God, Die weet heeft van zijn naar geval.
Vluchten moest hij voor Saul; smeekt om ontfermen,
En genâ. ’t Is God, Die het ook doen zal;
Den “bit’ren” brengt ten val. Hém zal beschermen!

Psalm 58
Hovelingen en Sauls raadsheren
Wat bent u toch vol van onrecht,
Goddeloos’lijk kwaad aangelegd,
Laat Gods machtsarm, uw arm verneren
Dat uw raadslag, mét u vergaat!
Die óók voor geloofsvrucht instaat.

Psalm 59
Red mij uit officieren handen
Die mij brachten in hunne banden;
Zouden grijpen, doden! Zo is
’t Gebed, “Redt mij HEERE, gewis”,
Zie mijn onschuld. Bij hen ’t vals roemen
En wat bloeddorstig is te noemen.
Met dat ik bange dag aan dag
Van Uw hulp mag maken gewag!

Psalm 60
Overwinning van God zeer goed
Verkregen hebbende, zo doet
De dichter hier een vergelijk
Op de toestand binnen zijn rijk
Zo die eer was. En ook nú is.
Hij triomfeert dan ook gewis
In biddend opzien tot de HEERE
Die de wederpartij vernere!

Psalm 61
David gevlucht,… erg zijnde …
Ondermijnde
In gevaar die is zeer groot!
Bidt, of God hem wil bevrijden
Uit dit lijden …
Straks eeuwig Gods gunst genoot!

Psalm62
David betuigd veelvuldig zijn
Gerustheid in God. “Hij is mijn
Heil en Rotssteen” (dat is te noemen)

Tégen de praktijk des vijands” …
En vermaant Gods volk onderhands
“God zó kennen om te beroemen”.

Psalm 63
De omzwervende hoofdpersoon
Van deze Psalm, klaagt hier zeer bitter
Verjaagd zijnde; een nietsbezitter
d’ Opgang missend, zoals gewoon!
Maar nochtans zal hij zich verblijden
In Gods gunst, en in Zijn beschut.
Profetisch wijst hij het boos grut
Neergang toe! Hem zelf vreugdetijden.

Psalm 64
De klaagstem tot Gods troon verheven
Tot behouding tégen de list
En verberging vóór vijandist
Met wrede praktijk; … hij zal beven
Op vreugd oneven!



Psalm 65
Ja, het is goed door Geestesgaven
Uitgestort in de Zoon,
De Vader te loven; gewagen
Zijner weldadenloon,
Als Zijn Tempel. Hij wil de zonden
Vergeven; en ook geeft
Genade, en in mensenmonden
Spijs; en vocht aan wat leeft.

Psalm 66
Aansporing (en wel zonder talmen)
Om God te brengen dank en lof
Over Zijn werk, om zo in Psalmen
Te zingen met de schoonste stof.
Dat werk is bijzonder ’t bevrijden
Van Zijn Kerk, zo Hij hen beproefd.
Model staat David zelf; uit ’t lijden
Verlost ná lang te zijn bedroefd

Psalm 67
De geloofsgemeenschap mag bidden
In ’t vertrouwen dat Godes rijk
In den Zoon ter heidenen midden
Moge worden verbreidt; gelijk
Het vóórdien mocht wezen
Onder Is’relezen
En nú uitgebreidt
Ook mét alle zegen
Psycho-soom’ gelegen (Psycho-somatisch = ziel en lichaam)
Zó de HEERE leidt!

Psalm 68

Zie, zo hoog de ARK op mag gaan
In Sion, zo komt het vermaan
Van Daav’ om God te loven
Want Gods wondere liefd’ en kracht
Aan zijn dierbaar volk toegebracht
Deed des vijands macht doven.
Tot Sion heeft Hij Zijnen eer
Dat werd Zijn ARKE woonsteê zeer
En onder deze zaken
Is ’t gezicht gericht op de troon
Met de weldaden van de Zoon
Die Jood en heiden smaken.

Psalm 69
David als type Christi’, uit’ de klacht
Tot God, over het menigvuldig lijden
Wat zwaar valt, en bidt vurig van bezijden
In zwarigheid, zodat verlossingskracht
Binnen ’t leven een plaats krijgt te bestaan
En dat Gods arm ’t geweld des vijands stuite
Dat over hem de put wordt toegedaan (Hem = de vijand)
Maar vóór de Kerk eeuwig geluk ontsluite.

Psalm 70
Daal haastig ter verlossing neer
Dat is de bede van beneden
Ter beschaming van trotse leden,
Maar vromen verheugen zich zeer,
Dat zij in dezen zeggen mogen:
“God zij groot!, ja zeer groot gemaakt
Hoog Zijn NAAM”, Hij is zeer volmaakt
Wij laag en arm. God wil verhogen.

Psalm 71
In nood van worden val te over (bijlmoedig = blij te moe, dus
Is ’t vertrouwen op God overvallen = val te over
Op Hem alleen; ja tot als voorbeeld zó)
God de vraag: vijandsvrij een lover
(Reeds jong geleerd) te blijven
En oud nog mag bedrijven.

Psalm 72
David, die heeft de dood voor ogen
Bidt. Aan Salmon voorzegt
Een zeer goede staat van vermogen
Typoloog aan de Knecht
Ja aan Hem, die is Knecht des HEEREN
Die wordt verheven hoog
Want Hij zal voor eeuwig regeren!
Dankbaarheid in het oog.

Psalm 73
Ja waarlijk door eigen verdriet
Verwerkt te hebben is dit lied
Hier door Asaf Gods Kerk gegeven
Als toonvoorbeeld met recht beschreven:
“aanvechting” in ’t zien van voorspoed
Des verkeerden; ’t kruis díé zíjn goed!
Om te leren: wat is “al wel”
Contra hen, weig’rend hét bevel!

Psalm 74
Van vijand is door een vuurgloed verteerd
Gruwelijk in stad en land; dus maar klagen
Geen enkel genadeteken kwam dagen
Wat God gaf. ’t Gebed worde níét geweerd!

Psalm 75
Dank met alle vromen saam’
Voor genade van omkeer
Der zaken, van God de HEER.
Mag beloven zonder blaam (Belofte van David)
Recht te richten; bozen min
Vromen hoog (midden ’t kwaad in).

Psalm 76
De profeet vertolkt heel zijn dank
Tegenover God in de klank
Van wonderbare verlossing
Der trotsen die de “ontbossing”
Hunner macht kregen “voor de kiezen”.
Profeets’ ijver deed hen verliezen!

Psalm 77
Zeer levendig ondervonden
Was de aanvechting, gebonden
Te zijn in de benauwdheid
Daar Gods goede vertrouwdheid
Gemist zijnde; nú verkregen
Wederom Gods dier’bre zegen.

Ná het nooit ontdekte spoor
Was ’t pad gans de woestijn door!

Psalm 78
Wil, o Mijn volk, ja wil toch wél opmerken
De lessen van Gods Woord en van Zijn werken
Want niets is te verbergen van Zijn daden
Lankmoedig als Hij was in hun zij-paden;
Dus Silo verliet, maar Sion verkoos
Held David koning, zijn handen niet loos.

Psalm 79

Getrouwe God, heid’nen gekomen, samen
In uiterste wreedheid, zeer verwoed, namen
Als vijanden, Jeruzalem met poorten
En grendelen, in. … Al zijn er veel soorten
Zonden bij het volk zelf
Toch is naar ’t luchtgewelf
De bede, dat genade
In vergeving van schuld
Daar schrikkend mee vervuld!
Lof Gods is!, contra ’t kwade.

Psalm 80
Geklag van psalmist in ellenden
Die behelst de Kerkstand, door benden
In wreedheden gekomen aan
Zo ze kwam te staan ná weldaân
Haar bewezen. Nu is ze zeer
Vervolgd. Bidt om troost van weerkeer.

Psalm 81
De profeet vermaant
Dat ’t volk, God lof brenge
Zo het is hoogstaand
Wegens Gods weldaân.
Klacht dient ook te gaan
Daar ’t zich in ’t kwaad menge!

Psalm 82
De psalmist stelt het presideren;
Dat het gericht de HEER der heren
Toekomt; dus hebben die het ambt
(met plichten daaraan vastgeklamt)
Van rechteren (als kleine goden)
Bedienen, om zo alle noden
Recht te doen, … straf verdiend, want ach!?
’t Ontbreekt wat men verwachten mag!
Psalm 83
Een klacht der gemeente van God
Over de aanslagen die tot
Hen van god’lozen zijn gekomen.
De gemeente Gods, (dus der vromen)
Vraagt biddend: Dat God die god’lozen
Straffe; als Richt’rentijd die bozen!

Psalm 84
De profeet geeft de droefheid weer
Omdat hij niet, zoals weleer
Op kon gaan in Gods heil’ge tempel
Verklarende hoe het mag zijn
Doeltreffend daarin te verschijn’,
Al was het maar “wacht” bij de drempel
Gelijk een mus heeft daar een nest;
Hijzelf ook daar wonend huisvest!

Psalm 85
De verlossingen voor ogen gesteld
Waarvan voorheen zeer kon worden vermeld.
Nú de vraag: Uit de dood herleven doen
Opdat Gods toorn niet op ’t nakroost zou woên
En ook Gods Volk zich weer in God verblij’
Met dat ’t zich door Gods goedheid weet bevrij’;
Daar God het door recht, genade bewees
Dus is ’t dat bij psalmist, Gods lof hoog rees!

Psalm 86
David zijnde zeer vervallen
In zwarigheid zonder tallen
Zo groot, dat hij toevlucht leent
In den gebede vereend
Tot God, Die kan en wil horen
Goedertieren neigend d’ oren
Verkrijgende troostgeklank
Vijand schand; en Gode dank.

Psalm 87
Gesproken worde van de heerlijkheden
Betreffende de gemeente Gods zeer
En dat er ook kome een groot verméér
Uit heiden, om te zijn des Zoons Gods leden.


Psalm 88
Een onderwijzing van Heman.
Hier zwarigheid gesteld voor ogen
Waar hij ook was onder gebogen
Om zo gelovigen daarvan
In tegenspoed en kruis te leren,
Troost wachtend, zich tot God te keren.

Psalm 89
Een onderwijzing hier gekomen van Ethan
Den Ezrahiet, die levend was ten tijde van
Salomo en dááróvér (= daarna)
Waar Sisak was rover (in die tijd)(1 Kon. 14:25 e.v.)
Des tempels; ook in die dagen
Reden tot klagen.
Toch mag hij Gods gunst des verbonds Davids voor ogen
Stellen; biddend Christoloog vrij zijnd, leven mogen.

Psalm 90
Mozes de man Gods, Gods macht zeer te loven!
Die deze psalm tot galmen bracht van boven, (inspiratie van H. Geest)
Verwoordt daarmee zeer wel krachteloosheden
En ellendigheên met kort-tijd besteden
Der mensheid. Tevens is ook zijn gebed
Krijge gena; en God recht kennen mét.

Psalm 91
De psalmist stelt hier, wat past zeer
De gelegenheid heb-be
Met alle godzaal’gen zeer teer
In deze wereldweb-be.
Het mag zijn schuiling in gevaar
En altijd weer ontvangen
Weldaân zeer groot voor hen die dáár
Godswachtend Hem verlangen.

Psalm 92
In dit lied voor het rusten
Op sabbat, wordt mensheid
Opgewekt met beleid
God te loven met lusten,
Wegens Zijn grote werken;
Maar ook wraak toont tot ’t kwaad.
Die zich op God verlaat
Mag Gods goedheid opmerken.

Psalm 93
Verheffend de kracht en óók heiligheid
Met daarbij Gods zeer grote Majesteit.
Zo heeft deze psalm het profetisch zicht
Op Messias’ Rijk. Hij is ’t die Kerk sticht.

Psalm 94
De profeet spreekt hier uit, een bede,
Dat God wraak doende is alrede.
Over tyrannen zonder God;
Hen nochtans wijst op Zijn gebod
Dat Gods voorzien boven al gaat;
En Zijn erfenis niet verlaat.

Psalm 95
Opwekking van gehoorzaamheid
Tot God, om Zijne Majesteit
En Zijne grootheid lof te zingen.
Ook ligt hier goede raad in neer
’t Hart niet verharden als weleer;
Rust krijgend met de hemelingen.

Psalm 96
Gij volken, hoort, waar ‘g op de aarde
Woont; geeft des Hemels eer van waarde.
Zie Gods wijze van Zijn regeer;
Over alles heeft Hij beheer.
Hij komt richten; Hij de Vermaarde.

Psalm 97
Des Rijks Gods Majesteit
Vreugd, der godzaligheid
Toont ’t hier van alle zijden
Des oprechten verblijden.
Maar ook rechtvaardigheid
Van God, naar dat Hij leidt.
Treft het goddeloos woên
Waardig om te verdoen.
Ook wordt Gods lof verbreidt.

Psalm 98
Zingt een gezang den HEERE, Joden
Alsook heiden en creatuur,
Wegens ’t goed van de God der goden
Opmerkend Zijn waardig bestuur,
Zijn goedertierenheên, omvangen,
Waarheid, verlossingen en heil
Ooit in de Messias ontvangen.
Maar toont ook Zijn recht zonder peil.

Psalm 99
Van des HEEREN macht
En van Zijne kracht;
Goedertierenheid
Vol van Majesteit
Toont hier deze Psalm
In een blijde galm
Aan Zijn Volk bewezen
Hem als Mozes vrezen.

Psalm 100
De aansporing is hier de lof
Tot God te brengen uit het stof
Des aardrijks, naar Gods goedigheid
Genade en Zijn getrouwheid.

Psalm 101
David zelf weet zich verbonden te wezen
Recht te oefenen als koning ná dezen,
Ja vromen goed; maar tot straf die zijn boos;
En goddeloos.

Psalm 102
Reden tot klacht in ellenden
Biddende dat het mag enden
Makende verkwikking in
Gods barmhartigheid en min. (liefde)
En zo God te mogen danken.
Zo wil deze Psalm verklanken
’t Beeld van verlossing uit Babel
Voltrokken in Meerd’re Abel.

Psalm 103
David voert zijn ziel sprekend in tot loven
Van God, door genâ, verkregen van boven
Aan hem; maar ook gemeente in het veel.
God toonde dit bewijs wel in Zijn Woorden
Maar ook Zijn werken. Scheps’len aller oorden
Krijgen spoorslag tot loven in ’t geheel.

Psalm 104
De psalmist voert zijn ziel sprekende in
Om God te loven; zo is híér ’t begin.
Gelijk het ook was (en is) hier te voren (Ps. 103)
Waarbij nú een verhaal in ’t licht beschoren
Wat vertelt Gods hoogheid, wijsheid en macht
Van de zon bij dag en de maan bij nacht;

Ook Zijn regering en het onderhouden.
Zó looft hij God; vloekend wie God wantrouwen.

Psalm 105
Laat ons verheugd de HEERE loven
En Hem, de God des hemels, boven,
Prijzen, ziende Zijn wond’re macht;
Opmerkend Zijn getrouwe wacht
Vervuld in beloften gedaan.
Ook straf, die op Egypt’ kwam aan.

Psalm 106
Ook hier een aansporing tot lof
Des HEEREN; en ook is er stof
Te smeken, om zonden vergeven
Over wat vaderen eens ooit
(waarin ’t Volk zich één weet) bedreven
In ’t woest; en God díé gedacht nooit!

Psalm 107
Ook wil ’t hier doen aansporen
Gode te brengen lof
Zoals hen die tevoren
Zijn bevrijd (nou én of)
Uit des weerpartij’s hand;

Voorts al die op zee varen
Ná storm kwamen aan land;
Lof stijgend als aad’laren.

Psalm 108
David zegt zelf te zijn bereid
Zijn hart en tong in der waarheid
Te verheffen tot God de HEER
Lofzingend en biddende zeer;
Vragende vertrouwend bijstand
En door Gods gunst de overhand
Hebben op hen die wederstreven;
Door God vertreden. ’t Wordt beschreven.

Psalm 109
David klagend over aanklagers
Die hem kwaad voor goed als belagers.
Vergolden, wensende ten teken
Dat God tot hem in gunst wild’ spreken
En daarmee profetisch vér ziet;
Verstokten het ongeluk biedt.

Psalm 110
In deze psalm (van ’t evangelie zijnde
Een kort begrip) geeft David woord’lijk weer
De Komende Priester, naar het belijnde
Van Melchizedek; overwinnend zeer.

Psalm 111
Looft den HEERE naar het voorbeeld
Van Psalmist; die ’t ook aanbeveelt
Om met de oprechten te samen
Onderling Gods werken geheel
Zeer groot, te prijzen, daar ’t voordeel
Der heid’nen erf, kwam, op ’t Volks name(n)

Psalm 112
Zingt, zingt Gods lof van alle zijden
Daar Zijn beloft’ is voor veel tijden
Voor godzaal’gen, nú, en voor ’t leven
Hierná; wankeloos, zelfs niet even
Ook al is dat voor goddelozen
Hartzeer op de weg die zij kozen!

Psalm 113
Gij ’s HEEREN knechten, ’t past u zeer
De lof Gods te verbreiden meer;
Zijne roem dient breed uitgemeten
Te worden hier en overal;
’t Is God die ellendigen zal
Doen zitten naast “prins” (zo ’t mag heten)

Psalm 114
Als Israël, die ganse schare, liet
Ná het landschap ’t Egptisch grondgebied
Is de Psalmist gedreven,
Dit te bezingen én mét daarbij het
Spreken Gods op Sinaï en Hor, met
And’re bergen, … die beven!

Psalm 115
Godzaal’gen bidden tot God of Hij wil
Hén behoeden om Zijns groten Naamswil,
Aanwijzend de leegheden
Der afgoden mét die hun heeft gesmeed;
Aansporend dat ieder in geloof weet:
“Den waren God beleden!”
Psalm 116
Liefde verklaard tot God is uitgangspunt
Dezer psalm, doordat er mocht zijn bewezen
-uit dood’lijk nauw- weldaad, verlost uit dezen
Smekend te blijv’; gevend vergeldings”munt”.

Psalm 117
kort wordt het hele heidendom
Opgewekt; doordat het alom
Gods goedheden in nood en dood
- Voor Israël alrede groot -
Ooit getoond; daar ook de waarheid
Der beloft’ geldt in eeuwigheid.

Psalm 118
Spoorslag tot loven, die geloven
Door Gods genâ, in wederkeer
Naar God, voor verlossing van boven
Met geschonken goed en zo meer.
Want God was aan de spits getreden
Daar de vijand had onderdrukt.
Ook ziet deze Psalm uit ‘t verleden
Op Hem, Die uit boze macht rukt.

Psalm 119
’t Is goed deze lange psalm te bezien
Met het bestaan uit twee-en-twintig delen
’t Hebreeuws schrift wil ons zoveel letters biên;
Zo is ’t als een A-B-C te bevelen,
Lof, gebeên, ’t getuig’nis van vrome liên
Kan in wet én beloft’ de harten strelen.

Psalm 120
Gebed tégen zeer boze tongen
En lasteraars die zo besprongen
Met leugentaal en bitter honen
Tot hen die gewoon om te wonen
En als vreemd’ling in Mesech zwerven
Met ook Kedars tenten verwerven.
Zo is het dat deze psalm leert
Vreêtoning, wie ook tegenkeert.


Psalm 121
Hulp verwachtend bij dag en nacht
Is te stellen zeer vast
Vertrouwen in de last
Van hitte en kou, op God acht.
Hij wil ons recht behoeden
In kwaad en tegenspoeden.

Psalm 122
Verblijdingen mogen er zijn
Over welstand der hele kerk
Zoals is Jeruzalem sterk
Waar poorten vormen vaste lijn;
Waarbinnen de stammen opgaan
Waarin de rechterstoelen staan.’
Dát dáárbij ’t gebod ook zou wezen:
Tot vrede houden dag aan dag
Wat ook zo zeer lang duren mag
En welvaart ook mag zijn geprezen.

Psalm 123
Geduldig vertrouwen is hier de zin
(vóór, ná en middenin)
Daarbij zijn de woorden van deze bede
“verlost te zijn alrede”
Om dát in nooddruft zeer wel te begeren
Zoals het zien op ’s heren
Handen door slaven, en maagden op vrouw.
Waar spotters zijn ontrouw.
Psalm 124
Reden tot roemen dé grote weldaad
Bewezen aan Gemeente vroeg en laat.
Indien de HEERE niet had bijgestaan
Toen werd gevreesd hoe vijand tegen-staat
Mét gespannen strik …. Wij waren vergaan!

Psalm 125
De vastheid voor hen die den HEERE
Vertrouwen. Met gebed;
Waarbij men ook oplet
Dat d’ oprechten bedoelen d’ ere
Gods. Dát ’t hún ga wél. Tégen bozen;
Die geen vreê kozen.

Psalm 126
Gods gemeente brenge haar dank
Voor Gods hulp, met een blijde klank.
(hulp) ter verlossing die is uit
De gevangenis (ongestuit)
Van Babylon met ook de bede
Of God zo wil maken alrede
Zijn werk volbrenge metterdaad
Gelijk de vrucht is van het zaad.

Psalm 127
Een psalm die leren wil en mag
Dat alle welstand tot ons komt
Van Gods zegen, Die heeft gezag
Over huis en stad. Opgesomd
Is ’t bovenal opmerk’lijk goed
Dat kind is erf voor ‘t vroom gemoed.

Psalm 128
Psalmist mag hier verhalen
Waar God dienen, toe leidt.
Komend uit Sions zalen
De gelukzaligheid.
Zo mag betrokken wezen
Met vrouw als een wijnstok;
Blij en fris kroost bij dezen
En vrede zonder wrok.

Psalm 129
De verdrukkingen van ’t volk Israël
Alias Gods gemeente, zijn ontelbaar.
Tot hén wil God tonen, Emannuël.
Dat vijand in afkeer, verga, helegaar!

Psalm 130
Hartgrondiglijk mag klinken
Een gebed, ook met mond
Van een kind Gods, tot hinken
Gereed, ja elke stond.
Dat zonden steeds verstoren
God belijdend. Daarbij
Vast vertrouwend (herboren)
Eens met Is’rel zijn vrij.





Psalm 131
David bewijst ootmoedigheid
In ’t zeggen “geen verhevenheid
In hart te hebben”. Wijst de Kerk;
Zeer te vertrouwen op Gods werk.

Psalm 132
Hier des dichters zorgvuldigheid
Belangende binnen geleid
Van de ARK, in Jeruzalem.
Zijn gebed met eed. Spreekt van Hem
In beloft’. Des Groten Zoons feit!

133 (half vers)
In deze Psalm wordt kernachtig beschreven
Dat David beroemt, ja zeer hoog verheven
De broederlijke gemeenschap.

Psalm 134
De Psalmist spoort de Leviet hier
Met priesters, aan, de lofbannier
Op te heffen tot hemelboog
Bidden voor ’t volk, gunst van omhoog.

Psalm 135
Dienaars Gods! Het is zeer groot
Lof aan te heffen ter eer
Van God, waar Is’rel genoot
Zijn goedheid. Zag op hén neer
Tégengesteld aan, die kracht
Van ijd’le afgoôn verwacht.

Psalm 136
Allen die geloven, looft!
Gods oneind’ge gunst, met hoofd
En hart …. Want, Hij gaf groot blijk
In schepping en des volks rijk.

Psalm 137
Een zeer bedroefde klacht van alle Joden
In Babel over schimpen, spotten, noden,
Aangedaan door de vijanden zeer fel
Bij het verkeren aan de waterwel;
Waar de vijand dwong dat men liederen zong
Wat niet kon! En Edom kwam in enen wrong.



Psalm 138
Wegens Gods grote goedigheid
En ook waarheid
Van Hem bewezen!
Profeteert David hier er van
Dat vorsten dán
“God zij geprezen!”
Het gehoord hebbend; met hun mond
Zingen hét rond
Met zich verblij-den.
En David zó wederom toont
Zelf niet hoog troont
God wil belijden.



Psalm 139
Gods alwetendheid en voorzien
Zo wil het hier onderwijs biên
Over ons, eer er ook maar iets
Van ons was; en dus totaal niets.
Verklarend niet met de vijanden
Gemeen zijn! Dat God slaakt de banden.

Psalm 140
Bede om verlossing der banden
Van kwaden, opgelegd; daarbij
Vraagt, dat ’s bozen wens niet zal landen
Vertrouwend rechtzaak; goed voor mij.

Psalm 141
Angstgebed is met het begeren
Verhoord en getroost wezen moog’
Met goed geweten nooit verlooch’
Slag van vroom’. God doe vijand weren.

Psalm 142
David zijnde voor Saul gevlucht
Zich verbergend in spelonk, zucht
Terwijl is zijn geest overstelpt
Roept God: “of Hij uit gevang’ helpt”.

Psalm 143
In besef als God recht zou richten
In eigen bestaan, wel moest zwichten.
Toch is ’t gebed: “Haast worde vrij
Van boos’! Maar God hém wil verlichten!”
(’s Boos neergang) … Hij zelf veilig zij!

Psalm 144
Onderwijs (om zeer wel te mogen roemen)
De handen tot de strijd. En het benoemen
Aller en ieder mensen nietigheid;
Met het gebed of God zeer is bereidt
Krachtig! … te verlossen uit benauwdheden
Der handen dergenen die leugens smeden
Zodat wij gezegend zijn (met ’t geslacht)
Roemend dat de tong jubelt! Zonder klacht!

Psalm 145
Lofzang van David, hier van God, voluit!
Grootheid, mogendheid, luister, ongestuit!
Wél vermeldend, mét wonderlijke daân
Alsook ’s Konings goedheid en recht bestaan.
Om, waar zich ’t hart ooit voelt in leerzucht blaken
Te noemen Gods zorg en Zijns Konings taken.
Bovenal wil Hij de Zijnen goed wezen.
Verdelgt de bozen! Toch zij Hij geprezen.

Psalm 146
Prijst God in Psalmen te zingen
Maar vertrouw geen edel mens.
Zalig!, hulp wachtend in dingen
Die gaan bóven onze lens (wat we dus niet kunnen bekijken)
Lof!, die armen vrij verblij’.
Bozen doemt! Looft, eeuwig vrij.

Psalm 147
Laat ’s HEEREN lof ten hemel rijzen
En zó naar Zijn zorg uit te wijzen
Die Hij tot Zijn Kerk uit wil strekken,
Zijn wijsheid en genade, wekken!
Om God in alles groot te maken!
En zo tot Zijns Naams eer, te smaken
De zaligheid, vol van meêdoge
En wordt bevonden uit ’t gelove.

Psalm 148
Alles in ’t heelal, krijgt vermaan
God te loven. Ook wonderdaan
In schepping; zó ook van de aard’
Én uit de diepe watervaart
Mét dieren en de neerslag samen
God te loven. ’t Mag ook betamen
Koon’gen, jong’ren en oud van dag
Is’rel én die Gods Kind zijn mag.


Psalm 149
Tot dankzegging wordt opgeroepen
Is’rel, gunst’lingen uit volksgroepen
Sion vóór, hun Koning te loven,
Die hén goed is van boven!
Het zacht gemoed versiert met heil
Lof in keel; zwaard in hand. Geen feil
Misse tot straf, als inkt gehecht;
Gods kind goed! Looft God recht!

Psalm 150

Looft! Want driemaal heilig, ja,
Is Zijn Naam. Dat ook zeer ná,
Bazuin, luit en tamboerijn
Snaren, fluit en cimbaal, zijn
Mét orgel samen, het galmen ….
Waard. Ook ’t schel metaal en ’t spel
Van cimbel. Vooral, let wél!
LOOFT GOD IN ’t GEHEEL DER PSALMEN!
Online
Gebruikersavatar
Zita
Moderator
Berichten: 10441
Lid geworden op: 11 aug 2007, 13:12

Re: Alle psalmen om te zingen kort en krachtig

Bericht door Zita »

Ik kan het niet fraai vinden. Bovendien zijn er wat vreemde keuzes gemaakt, zoals bijvoorbeeld de eerste twee regels van psalm 51.
DDD
Berichten: 28637
Lid geworden op: 11 jul 2012, 17:48

Re: Alle psalmen om te zingen kort en krachtig

Bericht door DDD »

Het beste wat er taalkundig van te zeggen is dat de woorden aan het eind van de zinnen op de juiste plaatsen rijmen. Maar wellicht is het ook niet de bedoeling een literair product te schrijven. Erger is dat sommige zinnen gewoon geen betekenis hebben, alleen maar degelijk klinken.

Het moet naar mijn idee ondanks het archaiserende taalgebruik een recente berijming zijn, want -voor zover ik tenminste kan beoordelen- is aan de regels van de spelling en naamvalsvormen van vóór 1934 niet consequent de hand gehouden en er komen ook moderne woorden in het geheel voor.

Ik vind overigens dat er heel merkwaardige keuzes uit de psalmen worden gemaakt. Het zijn meer (woord)associaties in een bevindelijk geacht taalkleed.

Is het van je eigen hand?
Gebruikersavatar
Hendrikus
Berichten: 16745
Lid geworden op: 10 apr 2004, 09:37

Re: Alle psalmen om te zingen kort en krachtig

Bericht door Hendrikus »

Zo, daar is heel wat tijd en energie in gestoken!
Jammer dat zoveel woordaccenten verkeerd vallen. Het is niet te zingen op de desbetreffende psalmmelodieën, althans niet in het juiste ritme.
Inhoudelijk kan ik het vaak niet volgen, daar zal ik wel te dom voor zijn.

Looft! Want driemaal heilig, ja,
Is Zijn Naam. Dat ook zeer ná, [hoe bedoel u, dat ook zeer na?]
Bazuin, luit en tamboerijn
Snaren, fluit en cimbaal, zijn
Mét orgel samen, het galmen …. [ik begrijp deze zin niet]
Waard. Ook ’t schel metaal en ’t spel [waard?]
Van cimbel. Vooral, let wél! [vooral, let wel, zijn dat stoplappen als ai, och etc.?]
LOOFT GOD IN ’t GEHEEL DER PSALMEN!
~~Soli Deo Gloria~~
DDD
Berichten: 28637
Lid geworden op: 11 jul 2012, 17:48

Re: Alle psalmen om te zingen kort en krachtig

Bericht door DDD »

Dit nodigt uit tot een nadere exegese.

Er staat volgens mij dat bazuinen, citer en nog wat instrumenten het galmen waard zijn. Bedoeld zal zijn dat God het waard is dat deze instrumenten galmen. Alleen galmen citers niet, anders dan bazuinen. Maar dat is dan een pars pro toto. In ieder geval is volgens mij het idee dat al deze instrumenten God moeten loven.

Zo zou ik het althans interpreteren. Maar ik kan me niet voorstellen dat op deze manier alle zinnen schijnbaar zonder betekenis zijn uit te leggen.
Marieke
Berichten: 1317
Lid geworden op: 29 nov 2010, 22:47

Re: Alle psalmen om te zingen kort en krachtig

Bericht door Marieke »

Hendrikus schreef:Zo, daar is heel wat tijd en energie in gestoken!
Jammer dat zoveel woordaccenten verkeerd vallen. Het is niet te zingen op de desbetreffende psalmmelodieën, althans niet in het juiste ritme.
Inhoudelijk kan ik het vaak niet volgen, daar zal ik wel te dom voor zijn.

Looft! Want driemaal heilig, ja,
Is Zijn Naam. Dat ook zeer ná, [hoe bedoel u, dat ook zeer na?]
Bazuin, luit en tamboerijn
Snaren, fluit en cimbaal, zijn
Mét orgel samen, het galmen …. [ik begrijp deze zin niet]
Waard. Ook ’t schel metaal en ’t spel [waard?]
Van cimbel. Vooral, let wél! [vooral, let wel, zijn dat stoplappen als ai, och etc.?]
LOOFT GOD IN ’t GEHEEL DER PSALMEN!
Regel 5 en 6 horen bij elkaar denk ik....met orgel samen, het galmen waard.....
Het doet me als je het zingt allemaal een beetje aan Datheen denken. De klemTOON valt wel heel vreemd soms...
Marco
Berichten: 3604
Lid geworden op: 31 jul 2007, 13:55
Locatie: Waddinxveen

Re: Alle psalmen om te zingen kort en krachtig

Bericht door Marco »

Zinloze actie.
Gebruikersavatar
Herman
Moderator
Berichten: 12002
Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:21
Locatie: Geldermalsen

Re: Alle psalmen om te zingen kort en krachtig

Bericht door Herman »

Het ritme klopt inderdaad niet met de te zingen melodie.

En 119 samenvatten in één couplet is fantastisch, maar de inhoudelijke samenvatting in de laatste regel is nog beknopter dan ik voor mogelijk zou houden.
Online
Gebruikersavatar
Zita
Moderator
Berichten: 10441
Lid geworden op: 11 aug 2007, 13:12

Re: Alle psalmen om te zingen kort en krachtig

Bericht door Zita »

Ik scroll nu net langs psalm 149. De tweede helft is echt abracadabra.
DDD
Berichten: 28637
Lid geworden op: 11 jul 2012, 17:48

Re: Alle psalmen om te zingen kort en krachtig

Bericht door DDD »

Behalve dan toch de laatste drie woorden.

Ik word steeds nieuwsgieriger naar een toelichting van de auteur. Misschien dat (mijn) reacties wat kritisch zijn maar ik ben toch ook oprecht benieuwd wat iemand beweegt om op deze manier alle psalmen door te nemen en of je ook begrijpt dat sommige dingen op mij onbegrijpelijk overkomen.
Gebruikersavatar
Hendrikus
Berichten: 16745
Lid geworden op: 10 apr 2004, 09:37

Re: Alle psalmen om te zingen kort en krachtig

Bericht door Hendrikus »

Zita schreef:Ik scroll nu net langs psalm 149. De tweede helft is echt abracadabra.
Als dat het enige abracadabra was...
Psalm 120 schreef:Vreêtoning, wie ook tegenkeert.
Nou ja, het is wel creatief. Er worden zelfs woorden uitgevonden waar Van Dale nog nooit van gehoord heeft. Vreetoning, wie biedt er meer?
~~Soli Deo Gloria~~
DDD
Berichten: 28637
Lid geworden op: 11 jul 2012, 17:48

Re: Alle psalmen om te zingen kort en krachtig

Bericht door DDD »

Toch denk ik dat er kerkmensen genoeg zijn die helemaal niet zouden opkijken als een predikant dergelijke zinnen in een preek zou verwerken. De klank is bekend, en daar gaat het maar om.

Wat dat betreft is dit werk er een mooie illustratie van dat het handhaven van een bepaald taalgebruik dat wordt ervaren als de tale Kanaans, helemaal niet alleen gaat om de inhoud, maar een waarde op zich heeft.
Simon
Berichten: 2035
Lid geworden op: 19 sep 2011, 23:34

Re: Alle psalmen om te zingen kort en krachtig

Bericht door Simon »

DDD schreef:Toch denk ik dat er kerkmensen genoeg zijn die helemaal niet zouden opkijken als een predikant dergelijke zinnen in een preek zou verwerken. De klank is bekend, en daar gaat het maar om.

Wat dat betreft is dit werk er een mooie illustratie van dat het handhaven van een bepaald taalgebruik dat wordt ervaren als de tale Kanaans, helemaal niet alleen gaat om de inhoud, maar een waarde op zich heeft.
De vraag is, heeft het waarde voor God?
Hij houdt nl. niet van omhaal van woorden en deftigheid .
“Wij prediken tot mensen alsof zij zich ervan bewust zijn stervende zondaars te zijn; dat zijn zij niet; zij hebben een goede tijd, en ons spreken over wedergeboren worden ligt op een domein waarvan zij niets weten. De natuurlijke mens wil niet wedergeboren worden”.
- Oswald Chambers -
DDD
Berichten: 28637
Lid geworden op: 11 jul 2012, 17:48

Re: Alle psalmen om te zingen kort en krachtig

Bericht door DDD »

Dat mag misschien zo zijn, maar er zitten wel mensen in de kerkenraad, natuurlijk...

En deftig lijkt me in dit verband niet de juiste benaming, maar dat terzijde.

Waar leid je uit af dat God niets opheeft met deftigheid, trouwens?
sirdanilot
Berichten: 772
Lid geworden op: 26 jun 2012, 13:49
Locatie: Leiden

Re: Alle psalmen om te zingen kort en krachtig

Bericht door sirdanilot »

Ik zou niet zo ver willen gaan als dit tijdverspilling noemen: de dichter heeft in ieder geval alle psalmen bestudeerd en geprobeerd daar iets uit te destilleren. Voor hemzelf zal het een ontzettend leerzaam proces zijn geweest. Maar nee, deze psalmen zijn volstrekt ongeschikt voor zang. Ten eerste klopt de klemTOON niet, ten tweede zijn er onbegrijpelijke samenstellingen van woorden gebrouwd, ten derde is er veel te veel elisie waardoor het nauwelijks nog begrijpelijk is (elisie = weglaten van een deel van een woord, bijvoorbeeld 'bêen' in plaats van 'gebeden' of zo), ten vierde slaan de zinsstructuren vaak nergens op. Ten vijfde is er nodeloos gekozen voor onbegrijpelijke tale kanaäns. Volstrekt onbegrijpelijk dus.

Dichtkunst is iets dat je moet afwegen. Je kunt het té vrij doen, maar dan wordt het meer puur je gevoelens opschrijven zonder dat die in enig kader worden gevat (en stijlmiddelen als rijm, metrum etc. dus volledig ontbreken), en dus ongeschikt voor zang (liedteksten en gedichten liggen vaak dicht bij elkaar). Maar als je het kader veel te strak toepast, zoals hier is gebeurd (AABB rijmschema, precies aantal lettergrepen, veel boodschap in weinig ruimte) doe je afbreuk aan de boodschap en wordt het middel (de stijl) het doel. Je ziet dat in deze 'psalmen' de boodschap als het ware 'kapot is geperst' in het rigide schema.


Nuttigere psalmprojecten vind ik:

- Modernere psalmberijmingen met meer vrijheid erin (zoals de bundel Psalmen voor Nu en sommige opwekkingsliederen die op een psalm zijn gebaseerd)
- Psalmen in dialect (het dialect is voor veel mensen iets wat veel meer 'de taal van hun hart' is dan de standaardtaal, laat staan de Tale Kanaäns die wij met z'n allen zo mooi hebben gebrouwd). Zo is er hier een Psalmenbundel in het Zeeuws te koop. Helaas is er geen preview beschikbaar, en ik ga hem zelf niet kopen want negen van de 10 keer gebruikt men het zeeuws van Zuid-Beveland wat heel anders is dan mijn Zeeuws...... daar heb ik dan ook weer niks aan.
Plaats reactie