B.V. deze:
Gij hebt het hoog geheim doorbroken, Here Jezus,
tussen ons en de Vader, naar Uw Woord
mogen wij zonder zonde zijn en nieuwe wezens,
wat er ook in ons leven is gebeurd.
Ik deed, van alles wat gedaan kan worden,
het meest misdadige – en was verdoemd.
Maar Gij hebt God een witte naam genoemd,
met die van mij. Nu is het stil geworden,
als een zomer om de dorpen bloeit.
En moeten ook de bloemen weer verdorren:
mijn leden zijn omgord, mijn voeten staan geschoeid.
Uit Uwe Hand ten tweeden maal geboren,
schrijd ik U uit het donker tegemoet.
(Gerrit Achterberg)