We hebben deze discussie werkelijk al talloze malen gevoerd via het forum. Er is niets ongezonds aan een levenslange ambtsdrager, sterker nog - ik lees nergens in de Schrift over een roeping van twee keer vier jaar waarna men aftreden moet. En wie hier de DKO bij haalt, mag me nog eens duidelijk uitleggen waarom de kerkorde hierin het einde van alle tegenspraak is en op talloze andere punten totaal genegeerd kan worden...Hendrikus schreef:Goed dat je dat ook benoemt. Zulke levenslange ambtsdragers kunnen evenzeer potentaten worden die niemand durft tegenspreken. Ongezond en strijdig met DKO.Wim Anker schreef:De praktijk dat ambtsdragers soms tientallen jaren blijven zitten is een fundamentele fout die dit soort problematiek eerder faciliteert dan bestrijdt.
Ambtsdragers met ruime ervaring staat niet gelijk aan een ongezonde situatie. Ik ken er velen die met vrucht de gemeente mogen dienen - met de nadruk op het woord dienen. Sterker nog, het zijn vaak juist deze oudere broeders die langer dienen in de kerk die ook milder zijn geworden met de jaren, en meer het beeld van hun Zender vertonen. Daarnaast ken ik diverse situaties waar kerkenraden door voortdurende wisselingen en een continu gebrek aan ervaring het overwicht missen om werkelijk geestelijk leiding te geven aan de gemeente.
Uiteraard weet ik ook van de andere voorbeelden en ken ze ook. Ongezond is echter niet de lengte van een ambtstermijn, maar de invulling ervan. Ongezond is het als ambtsdragers menen dat opzicht gelijk staat aan heerszucht. Ongezond is het als men de gemeente niet meer voorgaat in dienende, zelfverloochenende liefde, waarbij juist de ambtsdrager de eerste is om te tonen wat het is de minste te zijn en schade te lijden om Christus' wil. Ongezond is het als het er in een gemeente of kerkenraad zo aan toe gaat dat het lijkt alsof de Bijbel nergens iets heeft geschreven over onze onderlinge omgang met elkaar en voorschriften heeft gegeven over hoe om te gaan met conflicten in de gemeente. Ongezond is het als een ambtsdrager niet leeft naar het Woord en niets weerspiegelt van Christus.