Mister schreef:DWW schreef:esthervanbuuren schreef:TheKeimpe schreef:Regelmatig hoor je opmerkingen als: een wedergeborene is een tweemens, hij/zij heeft nog last van de oude mens etc.
Het gaat mij met name om die "oude mens".
Want Paulus schrijft in Romeinen 6:5,6
5 Want indien wij met Hem een plant geworden zijn in de gelijkmaking Zijns doods, zo zullen wij het ook zijn in de gelijkmaking Zijner opstanding;
6 Dit wetende, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam der zonde te niet gedaan worde, opdat wij niet meer de zonde dienen.
De oude mens IS gekruisigd, het lichaam der zonde WORDE te niet gedaan.
Met andere woorden: als ik dit lees zoals ik het er in eerste instantie zie staan, dan kan de wedergeborene geen last meer hebben van de oude mens, want die IS gekruisigd. Wel is er een lichaam der zonde waar hij last van kan hebben, want dat is nog niet te niet gedaan.
Maar als dit nu werkelijk zo ligt, wat moet ik dan met al die preken waarin het wel over de oude mens gaat, als ware hij nog steeds levend?
Kan iemand mij verder helpen?
PS. Ik ben geen erg actieve refoforummer, dus verwacht van mij geen snelle reacties...
ik elendig mens,wie zal mij verlossen het lichaam deze doods.
dat zegt paulus na zijn wedergeboorte.
maar we moeten wel groeien in heiligmaking.
De zonden niet meer liefhebben maar afschuwen.
groeten esther.
Dag Esther,
En hoever ben je al op weg én gegroeid in de heiligmaking....??
Weet je hoevér Asaf al op weg was en gegroeid was in de heiligmaking...??
"Heere, ik ben een groot beest bij U", dat was de heiligmaking van Asaf.
Ontken jij hier de heiligmaking?
Bovendien spelen we hier niet op de persoon.
Opdat geen vlees zou roemen voor Hem. Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, Die ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid, en heiligmaking, en verlossing; Opdat het zij, gelijk geschreven is: Die roemt, roeme in den Heere, 1 Kor. 29-31
Christus is de rechtvaardigmaking, de heiligmaking en de verlossing voor Zijn Kerk, krachtens toerekening. Die Kerk is als een goddeloze Asaf gerechtvaardigd in Hem, en heilig gemaakt in Hem, en verheerlijkt in Hem, krachtens toerekening. Het geloof en de liefde worden ingestort in de ziel van de verloste goddeloze zondaar, maar het voornoemde is krachtens toerekening. Rome leert de rechtvaardigmaking en de heiligmaking, krachtens instorting. Daarom spreekt men van de heilige Maria, de heilige Paulus, en de heilige Petrus. Waren zij dan niet heilig, Gods Woord spreekt toch ook van de Bijbel-heiligen? Jawel, maar die heilige Paulus was en bleef een goddeloze zondaar in zichzelf, een onheilige, maar was heilig in Hem. Het slechte dat hij niet wilde deed hij daarom, naar zijn verdorven goddeloze overgebleven vlees, dat door de wormen opge(vr)eten is geworden, maar het goede dat hij wilde doen, naar zijn vernieuwde mens, dat deed hij niet, want dat had Christus gedaan voor hem. Waar Paulus onheilig was, was Christus Paulus heilig voor hem, krachtens toerekening. Was Paulus daarmee dan tevreden over zichzelf, en kon hij daar gedurig in berusten, dan? Nee, want Paulus klaagde over dat dooie lijk, die gestorven oude mens wat hij dagelijks mee moest sjouwen, die goddeloze vleselijk natuur die niets anders wenst dan tegen de geboden Gods in te gaan.
Want hetgeen ik doe, dat ken ik niet; want hetgeen ik wil, dat doe ik niet, maar hetgeen ik haat, dat doe ik. Daartoe beeindigde Paulus zijn Romeinenbrief met te zeggen :
"ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? Ik dank God, door Jezus Christus, onzen Heere. Zo dan, ik zelf dien wel met het gemoed de wet Gods, maar met het vlees de wet der zonde."
De vraag die ik daarom in dit verband aan Esther stelde, was precies dezelfde vraag als de vraag die Kohlbrugge destijds aan Isaac Da Costa stelde, die Kohlbrugge (bijna) in zijn brief uitmaakte voor een Antinomiaan . "Hoe ver bent u dan al gevorderd op de weg van de heiligmaking...?"
Velen verstaan het stuk van de heiligmaking daarom verkeerd. Maar Kohlbrugge had het van God geleerd, namelijk waar hij gedurig zijn goddeloze verdorven bestaan/natuur voor God in moest leven, niet in de uitleving, maar in de inleving, daar was Christus rein en rechtvaardig voor Kohlbrugge. Dat is nu de volle troost voor de Kerk van Christus. Velen moeten nog zoveel doen in het stuk van de heiligmaking, maar Kohlbrugge behoefde NIETS meer te doen. Want, het was voor hem volledig volbracht..!! Niet half, maar geheel. Voor hem was er betaald. Klaagde hij dan nooit over zijn oude natuur met Paulus? Natuurlijk wel, misschien kan je nu ook wat beter vatten waarom Job tot het graf zei: "gij zijt mijn vader", en tot het gewormte : "gij zijt mijn moeder en mijn zuster, Job. 17:14...."
Daarom was Job een geestelijke broer van Paulus, maar ook van Kohlbrugge.