Vraag en antwoord (Refoweb) mbt Gods genade

Madel
Berichten: 64
Lid geworden op: 12 mei 2016, 17:19

Re: Vraag en antwoord (Refoweb) mbt Gods genade

Bericht door Madel »

Voor de geinteresseerden:
http://www.bijbelinfo.nl/Leesvoer/israe ... index.html

Een verklaring mbt wie het "Niet-mij-volk" is.
25 Zoals Hij ook in Hosea zegt: Ik zal Niet-Mijn-volk noemen: Mijn volk, en de Niet-geliefde: Geliefde.
26 En het zal zijn dat op de plaats waar tegen hen gezegd was: U bent Niet-Mijn-volk, daar zullen zij kinderen van de levende God genoemd worden.

Daarmee is mijn visie hierop Bijbels onderbouwd.

Disclaimer: de link houd UITDRUKKELIJK NIET in, dat ik achter de inhoud staat, van alles wat op deze site wordt gepresenteerd.
Gebruikersavatar
Jeremiah
Berichten: 1471
Lid geworden op: 25 mar 2016, 12:43

Re: Vraag en antwoord (Refoweb) mbt Gods genade

Bericht door Jeremiah »

Madel schreef:Voor de geinteresseerden:
http://www.bijbelinfo.nl/Leesvoer/israe ... index.html

Een verklaring mbt wie het "Niet-mij-volk" is.
25 Zoals Hij ook in Hosea zegt: Ik zal Niet-Mijn-volk noemen: Mijn volk, en de Niet-geliefde: Geliefde.
26 En het zal zijn dat op de plaats waar tegen hen gezegd was: U bent Niet-Mijn-volk, daar zullen zij kinderen van de levende God genoemd worden.

Daarmee is mijn visie hierop Bijbels onderbouwd.

Disclaimer: de link houd UITDRUKKELIJK NIET in, dat ik achter de inhoud staat, van alles wat op deze site wordt gepresenteerd.
24 Welke Hij ook geroepen heeft, namelijk ons, niet alleen uit de Joden, maar ook uit de heidenen;
25 Gelijk Hij ook in Hoséa zegt: Ik zal [68] hetgeen Mijn volk niet was, Mijn volk noemen, en die niet bemind was, Mijn beminde.
v Hos. 2:22.
26 En het zal zijn in de plaats waar tot hen gezegd was: xGijlieden zijt Mijn volk niet, aldaar zullen zij kinderen des levenden Gods genaamd worden.
x Hos. 1:10. 1 Petr. 2:10.

Dit zeggen de kanttekeningen:
[68] Namelijk de heidenen, die Hij in het Oude Testament voorbijgegaan was, en nu door Christus ook tot Zijn volk zou aannemen nevens de uitverkorenen uit de Joden, Ef. 2:13. 1 Petr. 2:10. Alzo bewijst de apostel, dat hij niets leerde dan hetgeen van de profeten voorzegd was dat geschieden zou; namelijk dat Hij uit heidenen en Joden het ware Israël Gods zou vergaderen, Rom. 11:26. 1 Petr. 2:10.
Mannetje
Berichten: 7692
Lid geworden op: 23 mei 2014, 09:54
Locatie: Tholen

Re: Vraag en antwoord (Refoweb) mbt Gods genade

Bericht door Mannetje »

Madel schreef:Voor de geinteresseerden:
http://www.bijbelinfo.nl/Leesvoer/israe ... index.html

Een verklaring mbt wie het "Niet-mij-volk" is.
25 Zoals Hij ook in Hosea zegt: Ik zal Niet-Mijn-volk noemen: Mijn volk, en de Niet-geliefde: Geliefde.
26 En het zal zijn dat op de plaats waar tegen hen gezegd was: U bent Niet-Mijn-volk, daar zullen zij kinderen van de levende God genoemd worden.

Daarmee is mijn visie hierop Bijbels onderbouwd.

Disclaimer: de link houd UITDRUKKELIJK NIET in, dat ik achter de inhoud staat, van alles wat op deze site wordt gepresenteerd.
Dan lezen we verder in Romeinen 9:
27 En Jesaja roept over Israël: Al ware het getal der kinderen Israëls gelijk het zand der zee, zo zal het overblijfsel behouden worden.
28 Want Hij voleindt een zaak en snijdt ze af in rechtvaardigheid; want de Heere zal een afgesneden zaak doen op de aarde.
29 En gelijk Jesaja te voren gezegd heeft: Indien de Heere Sebaoth ons geen zaad had overgelaten, zo waren wij als Sodom geworden, en Gomorra gelijk gemaakt geweest.
30 Wat zullen wij dan zeggen? Dat de heidenen, die de rechtvaardigheid niet zochten, de rechtvaardigheid verkregen hebben, doch de rechtvaardigheid, die uit het geloof is.
31 Maar Israël, die de wet der rechtvaardigheid zocht, is tot de wet der rechtvaardigheid niet gekomen.
32 Waarom? Omdat zij die zochten niet uit het geloof, maar als uit de werken der wet, want zij hebben zich gestoten aan den steen des aanstoots;
33 Gelijk geschreven is: Ziet, Ik leg in Sion een steen des aanstoots, en een rots der ergernis; en een iegelijk, die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden.


Hier worden de heidenen door Paulus tegenover Israël geplaatst. Met Israël worden volgens mij nooit slechts de twee stammen bedoeld, maar of de tien stammen, of de twaalf stammen.
Of staat er hier in Romeinen 9:30 ineens een ander woord voor heidenen?

Daar komt bij dat Paulus in Galaten 2 duidelijk het onderscheid maakt tussen "de besnijdenis" en "de heidenen", waarbij hij heidenen verder aanduidt als "voorhuid", en dat is niet van toepassing op de tien stammen.

(Galaten 2:1-10:
1 Daarna ben ik, na veertien jaren, wederom naar Jeruzalem opgegaan met Barnabas, ook Titus medegenomen hebbende.
2 En ik ging op door een openbaring, en stelde hun het Evangelie voor, dat ik predik onder de heidenen; en in het bijzonder aan degenen, die in achting waren, opdat ik niet enigszins tevergeefs zou lopen of gelopen hebben.
3 Maar ook Titus, die met mij was, een Griek zijnde, werd niet genoodzaakt zich te laten besnijden.
4 En dat om der ingekropen valse broederen wil, die van bezijden ingekomen waren, om te verspieden onze vrijheid, die wij in Christus Jezus hebben, opdat zij ons zouden tot dienstbaarheid brengen.
5 Denwelken wij ook niet een uur hebben geweken met onderwerping, opdat de waarheid van het Evangelie bij u zou verblijven.
6 En van degenen, die geacht waren, wat te zijn, hoedanigen zij eertijds waren, verschilt mij niet; God neemt den persoon des mensen niet aan; want die geacht waren, hebben mij niets toegebracht.
7 Maar daarentegen, als zij zagen, dat aan mij het Evangelie der voorhuid toebetrouwd was, gelijk aan Petrus dat der besnijdenis;
8 (Want Die in Petrus krachtelijk wrocht tot het apostelschap der besnijdenis, Die wrocht ook krachtelijk in mij onder de heidenen);
9 En als Jakobus, en Cefas, en Johannes, die geacht waren pilaren te zijn, de genade, die mij gegeven was, bekenden, gaven zij mij en Barnabas de rechter hand der gemeenschap, opdat wij tot de heidenen, en zij tot de besnijdenis zouden gaan;
10 Alleenlijk, dat wij den armen zouden gedenken; hetwelk zelf ik ook benaarstigd heb te doen.)


Dat zou dus betekenen dat Paulus niet eenduidig is in het gebruik van de term "heidenen".
Kortom, het betoog van de site lijkt me nog niet zo overtuigend als je doet voorkomen.
-
Gebruikersavatar
Posthoorn
Berichten: 6465
Lid geworden op: 04 dec 2008, 11:22

Re: Vraag en antwoord (Refoweb) mbt Gods genade

Bericht door Posthoorn »

Bovendien zijn de verstrooide tien stammen inderdaad 'identiek' geworden met de heidenen, dus in de bekering van de heidenen zit dan ook de 'terugkeer' van de tien stammen.
Je ziet in elk geval dat teksten in het OT die slaan op de eenheid tussen Juda en Efraïm, in het NT geciteerd worden als wijzend op de eenheid tussen Jood en heiden. Vgl. bijvoorbeeld Ez. 37:21 e.v. met Ef. 2:11-22. Het NT geeft geen grond voor de gedachte dat deze heidenen geen echte 'heidenen' waren. Integendeel, het NT wijst er keer op keer op dat de profetieën het OT vervuld zijn in degenen die geloven, ongeacht de etnische achtergrond van de gelovige.
Gebruikersavatar
Jacobse
Berichten: 415
Lid geworden op: 04 feb 2009, 19:40

Re: Vraag en antwoord (Refoweb) mbt Gods genade

Bericht door Jacobse »

Heel veel jaren lang, en nog, is en wordt gedacht dat Gods beloften aan Israel na het lijden en sterven van onze Heere, voortaan ( alleen ) gelden voor de christenen/de christelijke kerk(en). Vervangingstheologie wordt dat genoemd. Maar het is niet naar de Schriften.
Ezechiel 37 wordt genoemd; daar wordt mede gesproken over de tien stammen ( Efraim) ; die zullen -vers 19- alsnog gevoegd worden bij de twee stammen ( Juda en Benjamin ). Dat zijn de tien stammen die naar Assur zijn weggevoerd en toen en daarna verstrooid zijn; ze zullen terugkeren. Op Gods tijd en op Zijn wijze.
De heidenen, dat zijn wij. Romeinen 11 spreekt er van, dat de Heere Zich weer tot Israel zal wenden, als de volheid der heidenen ( waaronder u en ik ) tot het heil gebracht is. En dan zal gans Israel - vers 26 - behouden worden; op Gods wijze en op Gods tijd.
Gods beloften aan Israel betreffen Israel.
Onverminderd Gods beloften voor ieder die Hij roept tot Zijn wonderbaar licht; geprezen zij Vader en Zoon en Heilige Geest nu en in eeuwigheid.
Plaats reactie