Nee, het gaat om het gezag van de Schrift. Wanneer we stellen dat delen van de Schrift alleen allegorische betekenis hebben en dat deze allegorische betekenis voor ons duister is (feitelijk volgt dit uit wat wat DDD leert), dan ontneemt dit het gezag van de Schrift. Het strijdt bovendien met de wijze waarop Christus en de apostelen de geschiedenissen hebben uitgelegd en daaruit leringen hebben gehaald. Voor Genesis 1-3 denk ik dan aan wat ik eerder noemde, zaken als: Adam als verbondshoofd en de val van alle mensen in hem (Romeinen 5), de dood als straf op de zonde, het huwelijk en huwelijkse verhoudingen en plichten op basis van Genesis 2, enzovoort.modesto schreef:Waarschijnlijk begrijp ik je bedoeling verkeerd, Zonderling, maar zo lijkt het net alsof je vast wilt houden aan een bepaalde uitleg van de Bijbel omdat je bang bent dat anders je theologie niet meer klopt. Dat vind ik eerlijk gezegd een a-reformatorisch argument. De gereformeerde theologie staat niet boven de Bijbel. (Voor alle duidelijkheid: dit is geen ontkenning van de grote waarde van onze gereformeerde theologie.)Zonderling schreef:... We moeten dan de hele theologie opnieuw uitvinden om te ontdekken wat de Bijbel nu werkelijk leert. ...
Onze vaderen leerden: "Hoewel de Schrift op vele plaatsen anagogisch (naar de diepere zin), tropologisch (overdrachtelijk), analogisch (naar analogie), en met dergelijke wijzen van uitlegging tot nut van de Kerk kan worden toegepast, zo is toch de enige onmiddellijke en zekere betekenis ervan, de grammaticale of historische zin." (Synopsis hoofdstuk 5) Wie dit loslaat voor de Schrift of delen van de Schrift, die tast naar mijn overtuiging wezenlijk het gezag van Gods Woord aan.
Het is dus omgekeerd van wat je schrijft: niet de traditie staat boven de Schrift, maar de Schrift staat boven de traditie. Maar dan wel de Schrift zoals die zich aan ons als gezaghebbend openbaart, niet een Schrift die gelezen wordt als een boek met verhalen of inzettingen die (alleen) geschreven zijn met het oog op de toenmalige mensen en de toenmalige orde. Daarbij moet Schrift met Schrift worden verklaard; de wijze waarop Christus en de apostelen de Schrift hebben uitgelegd en verklaard is daarbij voor ons een vaste regel.