Delftenaar schreef:jemateboer schreef:Ik geloof dat elke uitverkorene een tekst uit de Bijbel kan noemen die hem of haar bekeerd heeft.
Je kunt ook in een geleidelijke weg tot God getrokken zijn, zonder een duidelijk bekeringsmoment of Bijbeltekst. De weg van de geleidelijkheid wordt in onze kringen nog wel eens vergeten.
Bijbels voorbeeld hiervan is Timotheus.
Ik vrees soms dat er in onze kringen veelste weinig aandacht en begrip is voor de onderscheiden wegen Gods.
Thomas Watson schreef:Heeft ieder die de droefheid naar God kent evenveel smart? Nee, er is diepe smart en minder diepe smart. Bij de wedergeboorte kent iedereen pijn, maar sommigen hebben erger pijn dan anderen.
Denk aan mensen die van nature onbuigzamer en hoogmoediger van aard zijn dan anderen. Zij vernederen zich niet zo gemakkelijk. Deze mensen moeten dieper verootmoedigd worden. Sommige mensen zijn groter overtreders geweest dan anderen. Hun droefheid zal groter zijn en in overeenstemming met de zonden die zij gedaan hebben.
In het dagelijks leven moet bij sommige mensen de pus verwijderd worden met een naald, bij anderen moet dat gebeuren met een lancet. Zeer verdorven zondaren moeten zelfs verwond worden met de hamer van de wet.
De Heere heeft sommige zondaren bestemd voor een hogere dienst. Daartoe worden zij ook bekwaam gemaakt. Om uitnemende dienstknechten van God te worden, moeten ze ook diep verootmoedìgd worden. Het is Gods gewone weg om degenen die Hij bestemt om pilaren in Zijn Kerk te worden meer te louteren dan anderen. Paulus, de prins der apostelen, kende drie dagen dat hij niet at en dronk. Hij moest als vaandeldrager Gods Naam dragen voor de heidenen. Daarom werd hij dieper doorboord met berouw.
Petrus Immens schreef:Leer toch onderscheiden acht geven op de wegen Gods. God leidt al Zijn kinderen niet op dezelfde wijze. De één wordt door een bitter Mara, en de ander door een lieflijk Elim naar Kanaän geleid. Ja, soms zal God wel zulken, die het meest buitensporig in de zonden geweest zijn, op het lieflijkst lokken en nodigen tot Zijn gemeenschap, en hun niet meer gezicht van hun zonden en overtuiging geven, dan zij nodig hebben om hen tot Jezus te brengen; ja van het begin hunner overtuiging af het oog op Jezus en Zijn algenoegzaamheid doen vestigen, waardoor alle naarheid wordt weggenomen. En anderen, die burgerlijk hebben geleefd, ja godsdienstigen zedig waren, worden wel eens door zo'n nare weg geleid, dat ze als het ware de spranken van de hel in hun consciëntie gevoelen. Waardoor de Heere hun wil leren, dat het steunen op eigen gerechtigheid even verfoeilijk voor Hem is als openbaar in de zonde te leven. Leert dan tot uw bemoediging de verscheidene wegen Gods kennen.
Bernardus Smytegelt schreef:Meent ge, dat elk een op een en dezelfde wijze uit de natuurstaat in de genadestaat komt? Neen, dat geschiedt op verscheidene wijzen. Met de één gaat het bard toe, en het is een barre noorden wind die er waait; met de ander gaat het zacht toe, 't is als het suizen van een zachte stilte, een liefelijke zuidenwind die hen bewaait; de een wordt als voorbij en door de hel gesleept, de ander wordt als voorbij en door de hemel geleid; de een geschiedt het met vele verschrikkingen en vervaarnissen, de ander met veel vrijmoedigheid en blijdschap. De Heere is vrij in Zijn doen".
Wilhelmus à Brakel schreef:A. Hij onderscheidt een groep mensen die op radicale wijze tot bekering komen, zonder eerst een hele weg van bestrijding en onzekerheid te zijn gegaan. Als voorbeeld noemt hij Zacheüs, de moordenaar aan het kruis en de stokbewaarder te Filippi.
B. Dan noemt hij mensen die op wettische wijze tot bekering komen, met veel verschrikkingen en angsten omtrent de dood en de verdoemenis. Hier geeft hij ook de stokbewaarder als voorbeeld, alsook de drieduizend mannen op de eerste Pinksterdag, die verslagen in het hart uitroepen: ‘Wat zullen we doen, mannenbroeders?’
C. Er zijner die niet met grote verschrikkingen maar op evangelische wijze getrokken zijn, zoals Zacheüs. Levi en Lydia had hij ook kunnen noemen. Brakel verwoordt dit prachtig: ‘De zaligheden en de volheid van de Middelaar Jezus Christus overstelpen de ziel en de zoetigheden van de Evangelische goederen vervullen zo hun zielen dat ze geen tijd hebben om aan hun zonden met verschrikking te denken. Maar ze worden verslonden door het Evangelie en zij ontvangen Jezus met blijdschap.’
D. Degenen bij wie alles er nogal bedaard aan toegaat. Noch de bediening van de wet, noch de prediking van het evangelie gaat gepaard met grote schokkende ervaringen, maar het voortdurend overdenken ervan wekt het vertrouwen op de Zaligmaker. Ik citeer uit de twaalfde druk van 1733: ‘Sy hebben niet veel smertelijke droefheyt/ ook geen verrukkende blijdtschap: maer een genoegen in/ en soete approbatie (=toestemming) van de Waerheden/ soo ten opsichte van haer elende/ als Saligheyt in Christus/ ende hare aennemige van/ ende verlaten op Christus. Dit zijn doorgaens de bestendigste ende vaste Christenen.’ Volgens de woorden van Hellenbroek tijdens Brakels rouwdienst is Brakel zelf een man die net als Obadja de Heere van jongs af vreest. Blijkbaar schetst hij in de vierde soort van wedergeborenen zijn eigen weg.
E. en slotte beschrijft hij mensen die bekeerd worden met afwisselend droefheid en blijdschap, geloof en ongeloof, strijd en overwinning, vallen en opstaan. Brakel meent dat dit de meest voorkomende soort van gelovigen is.