Ach, Spurgeon wist ook al van die beschuldiging:
Spurgeon schreef:Sommige mensen zijn heel erg bang voor deze leer. Zij stellen: ‘Het is allemaal waar, dat wel, maar
toch is het beter dit niet te bepreken voor een gemengd gezelschap. Het is heel geschikt voor de
troost van Gods volk, maar we moeten hier zeer zorgvuldig mee omgaan, u kunt er beter niet
openlijk over preken’. Heel goed luisteraar, ik verlaat u om dit met mijn Meester te overleggen. Hij
heeft mij dit gewichtige Boek gegeven om eruit te preken, en ik kan niet uit iets anders gaan preken.
Wanneer Hij iets in dit Boek heeft laten optekenen wat naar uw mening niet geschikt is, kunt u beter
bij Hem gaan klagen, en niet tegen mij!
Ik ben slechts Zijn dienstknecht; als de boodschap die ik breng aanvechtbaar is, kan ik dat niet
helpen! Als ik mijn huisknecht met een boodschap naar de deur stuur en hij brengt die boodschap
getrouw over, verdient hij geen uitbrander. Dan moet u mij beschuldigen, niet mijn knecht. Daarom
zeg ik u: Beschuldig mijn Meester, en niet mij, want ik verkondig slechts Zijn boodschap. ‘Nee’,
zegt een ander, ‘dit moet niet gepreekt worden’. Maar het moet wèl gepreekt worden! Ieder woord
van God is door inspiratie gegeven en het is nuttig voor een goed doel. Zegt de Bijbel ons dat niet?
Weet u waarom veel kerken in afgaande lijn zijn? Het is omdat deze leer niet meer van de kansels
verkondigd wordt. Waar deze leer in alle vrijmoedigheid verkondigd werd, was het altijd ‘weg met
de roomse leer’.
De eerste reformatoren verkondigden deze leer ook. Een theoloog van de Engelse kerk zei eens
tegen zijn tegenstanders ‘let op uw eigen Luther; is hij voor u niet dé leraar van de Kerk van
Engeland? Wat Calvijn en de andere reformatoren leerden, wordt gevonden in zijn boek over de
vrije wil van de mens’. Bovendien kunnen wij u wijzen op een rij predikanten van heel vroeger tot
nu toe. Spreek van de opvolgers van de apostelen! De man die het leerstuk van vrije genade preekt,
is inderdaad een navolger van de apostelen.
Kunnen wij onze afkomst niet nagaan, door een lijn te trekken naar mensen zoals Newton en
Whitefield, Owen en Bunyan? En daarna deze lijn doortrekken totdat we uitkomen bij Calvijn en
Luther en Zwingli? En van daaruit nog verder terug naar Jerome van Praag, naar Johannes Huss en
dan naar Augustinus, de machtige prediker van de vroege kerk? En van Augustinus naar de apostel
Paulus is maar één stap. Wij hoeven ons niet te schamen voor onze afkomst. Wij zijn en moeten
steeds orthodox blijven. Dit is de oude leer. Koop maar een of ander puriteins boek en kijk of u er
iets van arminianisme in vindt. Ga langs alle boekhandelaren en zie of u één oud boek kunt vinden
dat iets anders bevat dan de leer van vrije genade. Waar deze leer ingeprent wordt, verdwijnt de leer
van boetedoening en biechten; daar wordt afgerekend met het betalen van geld, om vergeving van
zonden te ontvangen. Zodra genade vrij en soeverein in Gods hand is, verdwijnt de macht van de
priester, verdwijnt het kopen en verkopen van aflaten en dergelijke dingen. Die zaken worden
verstrooid naar de vier windstreken van de aarde. En de kracht van goede werken valt aan stukken
zoals Dagon voor de ark des Heeren in stukken viel. ‘Goed’, zegt iemand, ‘ik houd van deze leer.
Toch zijn er maar weinigen die deze leer brengen en degenen die dat doen zijn moeilijk te
begrijpen’. Dat klinkt heel aannemelijk, maar ik maak me er niet druk om wat anderen van mij
zeggen. Het is niet belangrijk hoe anderen u noemen. Veronderstel dat men u een antinomiaan
noemt, daarmee bent u er nog niet een.
Ik moet echter bekennen dat sommige mensen deze leer wel brengen, maar daarmee tienduizend
keer meer kwaad dan goed doen. Want zij preken niet dat wat ik u nu ga zeggen, terwijl dat even
waar is! Zij kunnen wel over het ene preken, maar niet over het andere. Zij maken een karikatuur
van Gods Woord. En sta mij toe hier te zeggen dat een bepaalde groep hypercalvinisten de
gewoonte heeft om hen die preken dat een mens zich moet bekeren en geloven, aan te duiden als
‘remonstranten’.
Bron: Vrije genade in het komen tot Jezus Christus - Deel III