Gepubliceerd op: 1 februari 2002
Karla Hofman
Meer informatie
Alles wat adem heeft, love de Heere
Eén van de mooiste en grootste gaven die God de mensen geschonken heeft, is muziek; een overgebleven paradijsbloem. Lutherzei ervan dat na het Woord van God muziek de hoogste lof verdient. Muziek, niet in woorden te vatten, heeft een grote zeggingskracht. Daar waar woorden tekort schieten, kan zij de juiste toon treffen. Muziek kan troostend en bemoedigend zijn in moeilijke momenten of juist de verklanking zijn van de vreugde, blijdschap en dankbaarheid die in je hart leven. In de eredienst neemt muziek dan ook een belangrijke plaats in. Zij komt niet ter vervanging van het Woord, maar wel naast het Woord; 'ter versterking van het gepredikte en als hulpmiddel tot vroomheid'.
Gesprek over muziek in de eredienst met ds. G. J. Baan
Voordat we dieper ingaan op de plaats van muziek in de eredienst en christelijke traditie, stellen we eerst ds. GJ. Baan voor. Hij is een groot muziekliefhebber en bespeelt ook zelf een instrument. Op zijn negende begon hij met orgelles, gevolgd door een aantal jaren pianoles. Muziek had een zodanige plaats dat het zelfs zijn bedoeling was om naar het conservatorium te gaan. Uiteindelijk kon ds. Baan dit toch niet in overeenstemming brengen met de opdracht die God hem in dit leven gegeven had met betrekking op het ambt. De liefde voor muziek bleef echter. Bevlogen vertelt hij over de muziek die hem, naast Mendelssohn, Chopin en Mozart, het meest aanspreekt. "Nooit heb ik muziek gehoord die me zo geweldig gegrepen heeft als die van Bach. Zijn werken zijn technisch en muzikaal gezien van een geweldig niveau. De Mattheüs Passion is diep ontroerende muziek en zijn motetten doen me denken aan hemelse muziek. Zo zuiver, helder en doorzichtig dat het duidelijk is dat Bach iets begrepen heeft van waar het in het leven en hierna werkelijk om gaat. De intentie van zijn werk is de eer van God."
Een psalm een lied
Ook de Bijbel spreekt over muziek. "De Bijbel is niet alleen een theologisch boek waarin God Zijn wil bekend maakt, opdat mensen verlost worden. Het is ook een prachtige weergave van
allerlei culturele aspecten. Muziek is daarvan één van de meest in het oog lopende, met name in het Oude Testament."
In vogelvlucht passeren we een aantal voorbeelden. Jubal die harpen en orgelen bouwde, het volk Israël dat een lied zong nadat het van Farao verlost was, het lied van Mirjam, maar ook het lied van Lamech dat spreekt van wraak.
"De climax vind je bij David. Niet alleen in zijn psalmen, maar ook in de tabernakeldienst waar zang en instrumenten een grote plaats hadden. Denk maar aan Psalm 150. In de psalmen wordt ons van Godswege duidelijk gemaakt dat we met muziek om moeten gaan tot Gods eer. Niet alleen met zang, maar óók met instrumenten! Muziek krijgt zo een geweldige betekenis in het leven van de mens." Het is opvallend dat in de tijd van de ballingschap niet over muziek gesproken wordt.
"De harp werd toen aan de wilgen gehangen. Het lijkt alsof het oordeel dat over het volk kwam invloed had op hun muzikale uitingen."
In het Nieuwe Testament wordt minder over muziek geschreven, maar er zijn toch verschillende momenten aan te geven.
"Bij de geboorte van Christus onderstrepen de engelen de heilsboodschap met hun volmaakte zang; voor Zijn lijden zingt de Heere Jezus met Zijn discipelen het Hallel (de Psalmen 113-118) om God de lof toe te zingen. In het boek Openbaring lezen we over het gezang van de verlosten, die hun verlossing in klanken uiten. Alles juicht dan volmaakt tot Gods eer; net zo volmaakt als voor de zondeval."
Psalmgezang
We moeten dus zingen tot Gods eer, ook in de eredienst. Hoewel er prachtige gezangen zijn maken we in onze gemeenten alleen gebruik van ons psalmboek. Als argument wordt wel eens aangevoerd dat de tekst van gezangen niet geïnspireerd zou zijn terwijl dat met de psalmen wel het geval is. Ds. Baan wil daar een kanttekening bij plaatsen.
"De berijmde psalmen zijn ook een vertaling van het Woord, dat wil zeggen dat ze niet de oorspronkelijke, geïnspireerde tekst hebben. Het ''niet geïnspireerd zijn'' is daarom geen juist argument tegen het zingen van gezangen in de eredienst. Er zijn juist prachtige gezangen waarin de bevinding van Gods kinderen terug komt. Denk maar aan Vaste Rots van mijn behoud of Eens was ik een vreemd''ling. Ik luister graag naar gezangen en citeer er ook wel eens uit op de preekstoel."
Het zingen van gezangen vindt de predikant niet zonder meer verkeerd. Wel ziet hij een aantal bezwaren.
"Als je gezangen wilt zingen, heb je een bundel nodig. Helaas bevatten de bestaande bundels nogal wat liederen waar we theologisch gezien niet achter kunnen staan. * Bovendien kom je in sommige gezangen, een ''verkeerde geest'' tegen, omdat er algemeen gesproken wordt over de toe-eigening van het heil. De Psalmen geven ons dan toch meer inzicht in de diepten van het hart van Gods kinderen. Hoewel daarin niet altijd even concreet gesproken wordt over het werk en de Persoon van Christus."
Eén keer ademhalen
Het is niet alleen belangrijk wat we zingen, maar ook hóe we zingen. Je zingt immers voor het aangezicht van God! Niet te snel en niet te langzaam is het devies van ds. Baan.
"Een goede maatstaf voor het tempo is dat een zin zonder een keer ademhalen gezongen moet kunnen worden. Sommige gemeenten zingen te snel. Men struikelt over de woorden, waardoor de draagkracht, de gezamenlijkheid ontbreekt. De rust, het majestueuze en het verhevene zijn dan weg; en het lijkt wel alsof we zelfs in de eredienst gebonden zijn aan het jachtige van deze tijd. Een psalm mag je gewoon niet afraffelen. Het andere uiterste is zeker ook niet goed, want dan ontbreekt het lof - karakter. Zo zijn de ritmisch opgestelde psalmmelodieën zeker niet bedoeld! Tempo kun je echter niet los zien van de traditie, plaatselijke verschillen en bevolkingsaard. Distantieer je daarom nooit van het tempo van de gemeente, of dat nu langzaam of snel is. Het is dwaas om één a twee noten voor of achter te zijn op de rest van de gemeente. Je bent bezig met obstructie en per saldo zing je niet sneller of langzamer dan de rest van de gemeente, wantje bent tegelijkertijd klaar! Ik kan me ook niet voorstellen dat Gods Geest dan in je hart is en dat je Zijn eer bedoelt."
Oprecht
Natuurlijk is er wel meer dan alleen het tempo dat er toe doet. Zo hard mogelijk zingen of je mond nauwelijks opendoen vindt ds. Baan van weinig eerbied getuigen.
"Je kunt vaak zien hoe mensen meezingen: afstandelijk en uit gewoonte of vanuit de betrokkenheid van hun hart."
Nadenken over wat je zingt is nodig. Kun je sommige psalmen eigenlijk wel zingen als je weet datje ze niet met een oprecht hart kunt zingen? Volgens de predikant geldt dat voor alle dingen.
"Ten diepste is alles, ook de hele eredienst, bedoelt tot Gods eer. Hij heeft recht op ons aller leven en allen moeten Hem de eer toebrengen; al is het dan alleen met de mond. Dat zou ons moeten uitdrijven tot de Heere. Bid dan, terwijl je zingt, of Hij je oprecht wil maken. Zo kan het een medicijn zijn als middel in Gods hand om het hart te openen."
Breekpunt
Hoewel de psalmmelodieën van oorsprong ritmisch bedoeld zijn, zingen
wij ze niet-ritmisch. Helaas, vindt ds. Baan.
"De metriek en de tekst zijn gebaseerd op het ritme. Muzikaal gezien zou ik graag willen dat we weer ritmisch gaan zingen. Kerkelijk gezien echter niet, omdat het een breekpunt zou worden in onze gemeenten. Verandering zou dan meer verlies dan winst betekenen."
Ook het meerstemmig zingen wordt niet meer beoefend. Dat heeft volgens de predikant alles te maken met de muzikale verschraling van deze tijd. "Muziek is vaak een ondergeschoven kind. Toch zou ik er ook weer niet voor willen pleiten meerstemmig te gaan zingen. Vroeger werd het namelijk alleen gedaan door de koren die in de eredienst zongen. Er zou dus eerst heel veel geoefend moeten worden voor je als gemeente mooi meerstemmig kunt zingen. Bovendien moet iedereen mee kunnen doen. Dat levert nogal wat beperkingen op. Zomaar een bovenstem meezingen is zeker niet aan te bevelen, omdat het vaak niet klopt met akkoorden die de organist speelt."
Tekstverklanken
Het lijkt erop dat er zo maar weinig middelen overblijven om uit te drukken watje zingt. Toch zijn er wel een aantal dingen te noemen, hoewel ds. Baan voorop wil stellen dat het niet altijd in de vorm zit.
"Je moet natuurlijk altijd je best doen om zo mooi, zuiver en helder mogelijk te zingen én te spelen. Er is echter verschil in muzikale kwaliteiten. Iets dat minder mooi gezongen of gespeeld wordt, kan dan wel eens meer tot eer van God zijn dan iets dat muzikaal gezien ''perfect'' is."
Als het gaat om tekstverklanking kunnen we denken aan volume. Een boetelied moet ingetogener gezongen worden dan een loflied. De organist heeft wat dat betreft een belangrijke taak. Hij geeft immers de toon aan! Ook articulatie is iets om aandacht aan te besteden.
" Het uitspreken van woorden is belangrijk. (Het is ''hij'' en ''zijn'', niet ''hai'' en ''zain''). Zoals sommigen de woorden uitspreken: hai en zain. Daar horen we echt op te letten. Wat we zingen moet verstaanbaar zijn, zodat de boodschap helder overkomt en de klankkleur goed is."
Meer zingen
De gemeentezang is het enige moment in de dienst waarop we allemaal tegelijk spreken tot God. Ds. Baan probeert dan ook om, binnen de geldende kaders, zoveel mogelijk te laten zingen. De anderhalf uur die voor een kerkdienst staan, wil hij echter liever niet overschrijden. "Voor de preek heb je echt drie kwartier nodig. Het zingen moet dus passen binnen de ruimte die je hebt."
De tijd vóór de kerkdienst dan maar besteden met zingen?
"Het is niet de gewoonte, maar het kan stichtelijk zijn, er is in ieder geval meer heil in dan in de gesprekken die we doorgaans voeren voor de dienst. Er kleven wel bezwaren aan, zoals mensen die binnenkomen onder het zingen en het feit dat kinderen dan wel erg lang moeten stilzitten."
Dienend
De organist heeft een belangrijke functie tijdens de eredienst. Sommigen gaan zelfs zover om te zeggen dat de organist ook Woordverkondiger is. Dat gaat ds. Baan een beetje te ver. "Hij heeft absoluut een grote en ook verantwoordelijke taak. Een slechte preek brengt echter meer schade toe dan slecht orgelspel. De organist heeft tot taak de eredienst zo goed en zo waardig mogelijk te begeleiden. Dat wil zeggen tot stichting van de gemeente, in lijn met de inhoud van de preek én muzikaal verantwoord. Dat betekent dat er bij iedere Psalm een voor-en naspel hoort, dat de organist zo lang mogelijk probeert te spelen voor de dienst en zeker ook dat hij zich voorbereidt op de dienst. Hoe kan hij de tijd voor de dienst anders ooit verantwoord volspelen! Er is keus genoeg als het gaat om muziek die geschikt is om voor en na de dienst te spelen. Denk maar aan de koraalvoorspelen of delen uit (trio-)sonates van componisten als Mendelssohn en Bach."
En voor de insiders: "Wie de Fanfare van J.N. Lemmens, de Sorties van Lefebure - Wely op de lessenaar zet in de eredienst, gaat zijn boekje te buiten."
Professionaliteit
Ds. Baan betreurt het gebrek aan écht goede organisten in de erediensten. "Ik heb nog niet zo veel goede organisten gehoord en ben weinig professionaliteit tegengekomen."
Volgens hem vindt dat zijn oorzaak in onze oppervlakkige cultuur, waarin jongeren steeds minder voorkeur hebben voor klassieke muziek.
"Er ligt een opdracht voor de ouders om hun kinderen muzikaal op te voeden. We hebben nu gewoon te weinig keus aan goede organisten. De conservatoriumstudenten wijken helaas vaak uit naar de Hervormde Kerk, omdat ze daar over het algemeen een mooi orgel hebben om op te spelen en bovendien een vaste baan als kerkorganist kunnen krijgen. Wat dat betreft hebben wij niet zo veel te bieden." Het minste wat een organist kan doen om de eredienst waardig te begeleiden is zijn best doen om in zichzelf te investeren.
"Je moet zeker les houden, anders pleeg je roofbouw op je eigen speelniveau. Voor beroepsmusici ligt dat wat anders; die zetten zichzelf, als het goed is, steeds opnieuw op scherp. Vraag jezelf altijd af of je het wel goed doet en bereid je in ieder geval goed voor. Doe ook wat met de kritiek en opmerkingen die je krijgt over je spel. Daar kun je echt wat van leren. Ik wil ook de VOGG een hart onder de riem steken. Ik vind het een geweldig initiatief! Jammer dat sommigen dat niet kunnen
waarderen of denken nodig te hebben."
Blijvende gave
Ook kunstmuziek heeft een plaats binnen de christelijke traditie. Luther zei zelfs dat muziek, na het Woord van God, de hoogste lof verdient. Ds. Baan is van mening dat er naast de genade geen grotere gave is waarmee de Schepper ons heeft bedeeld, dan muziek. Deze gave stijgt ver boven alle andere gaven uit en heeft een grote kracht.
"Muziek kan troosten in moeilijke momenten, ze heeft invloed op de psyche van een mens (denk maar aan Saul), ze maakt rustig en kan tot bemoediging zijn. In muziek kun je uiting geven aan je gevoelens en andersom raakt muziek je. Het is een wisselwerking. Bovendien is muziek een blijvende gave. In de eeuwigheid zal de Gemeente God eeuwig de lof toe zingen. Wat moet die hemelse muziek wonderlijk mooi zijn als ze hier op aarde soms al zo schitterend is."
Orkest in de kerk
In de tempel en ook later was muziek een wezenlijk onderdeel van de eredienst. Een koor en orkest in de kerk waren net zo gewoon als bij ons het orgel. Calvijn heeft de eredienst echter ontdaan van alle franjes die de Rooms Katholieke Kerk eraan toegevoegd had. Er mocht niets zijn dat de aandacht zou afleiden van waar het uiteindelijk om gaat. Dat resulteerde in de sobere vorm die wij nu kennen, hoewel Calvijn het gebruik van het orgel niet toestond. Volgens ds. Baan zijn er geen bijbelse bezwaren tegen koorzang in de eredienst aan te wijzen. Het is wel opvallend dat het koor zong na de wezenlijke ceremoniën. Het gevaar ervan is dat het doel er door op de achtergrond zou kunnen raken en dat de mens in het middelpunt komt. "Maar dat kan ook gelden voor de organist en de predikant. Wat de instrumenten betreft: in de kerkdienst gaat het om het begeleiden van de gemeentezang. Wij hebben daar het orgel al voor, zodat het gebruik van extra instrumenten geen toegevoegde waarde heeft. Zo is onze cultuur nu eenmaal. Het hoeft echt niet té sober, maar je moet ook niet van alles en nog wat willen doorbreken. Als alternatief zou de kerkenraad buiten de kerkdiensten om alternatieven moeten bieden in de vorm van gemeente-of zangavonden."
Paradijsbloem
De gave van muziek moetje tot eer van God gebruiken. De Heere verdient immers het beste offer, ook in talent, van Zijn schepsel. Waar kan muziek dan beter een plaats krijgen dan in de eredienst? Dat muzikaal talent een gave van God is, onderschrijft ds. Baan. Dat geldt echter voor alle talenten.
"Je zou de lijn dan door moeten trekken. Dat zou dan betekenen dat ook de beeldhouwer en de schilder hun talent moesten gebruiken in de eredienst. Je kunt echter niet verwachten dat alle kunst in de kerk gebeurt. Het is wel zo dat alles wat we doen tot eer van God moet zijn. De mens is beelddrager van God, geschapen met de wonderlijke gave van de muziek. In die zin is muziek een overgebleven paradijsbloem. Die gave kunnen we echter ook doordeweeks, buiten de kerkdienst, op de juiste wijze gebruiken. Dat is tot bemoediging van de beroepsmusicus. Wie in de muziek zijn brood verdient, mag ook spreken van zijn goddelijke beroep. Ik zou willen dat er meer jongeren naar het conservatorium gingen om zich te beijveren in de klassieke muziek (met name op het orgel). Zonder dat ze losraken van hun kerkelijke wortels. Om zodoende hun talent te besteden ten nutte van onze gemeenten én kerkmensen."
Evangeliseren met de Mattheüs
Klassieke geestelijke werken gebruiken we dus niet in onze erediensten. Zijn ze dan, vanwege hun soms diepe inhoud, niet bijzonder geschikt als evangelisatie middel? Denk maar aan de Mattheüs Passion, de Psalmen van Mendelssohn, werken van Schütz, en dergelijike. Het antwoord is duidelijk. "Nee! Hét middel blijft het Woord. Dit soort muziek is bovendien best moeilijk te begrijpen. Je moet verstand van muziek, theologie en taal hebben om er uit te kunnen halen wat er in zit. Muziek als de Mattheüs Passion heeft wel een zeer gewijd karakter. Daar mag je, mijns inziens, wel degelijk naar luisteren. Het is inderdaad een bezwaar dat vaak niet-christelijke zangers bepaalde partijen zingen, maar wij spreken en zingen toch ook woorden van Christus. Het grote doel van deze Passion is, zoals Bach ook boven deze partituur schreef, Soli Deo Gloria. De tere wijze waarop hij het lijden en sterven van Christus verklankt, is heel bijzonder en diep ontroerend. Bach heeft er echt veel van begrepen. Dat kan niet anders. Ik heb liever dat onze jongeren naar een uitvoering van de Mattheüs Passion gaan dan luisteren naar verkeerde muziek, wat helaas veel te vaak gebeurt!"
Tot eer van God