DDD schreef:@Secor Dabar:
Nou, als je in de bijbel niet kunt vinden dat God met mensen bewogen is dan vraag ik me wel af wat je dan onder rechtzinnige prediking verstaat. In ieder geval is de heilige Schrift er niet onduidelijk over:
Ik noem alleen even een schriftplaats waar heel uitdrukkelijk dezelfde uitdrukking gebruikt wordt:
Luk 1,78
Door de innerlijke bewegingen der barmhartigheid onzes Gods, met welke ons bezocht heeft de Opgang uit de hoogte
Het is niet mogelijk om buiten jezelf bewogen te zijn hoor. Althans, niet als het gaat om het type bewogenheid dat hier aan de orde is. Er wordt niet gedoeld op transport, maar op een gemoedsgesteldheid.
Beste DDD,
Ik bedoel ook juist deze tekst. God is
in Zichzelf bewogen: namelijk door de innerlijke bewegingen der barmhartigheid.
Daarom heeft God Zijn volk bezocht. (Om Zijn eeuwig welbehagen.)
Maar ik begrijp uw reactie wel hoor
, dat het anders klinkt (...ik weet even niet hoe ik dat moet omschrijven...)
Er is meen ik, eens een discussie-onderwerp geweest over de berijmde versie van de lofzang van Zacharias over de zangtekst:
Die met ons lot bewogen.....
Wat daar onder verstaan dient te worden als we dat zingen.
Misschien raadzaam om dat eens te raadplegen in Digibron.nl
Ik vond daar een RD-artikel over deze discussie in de Wachter Sions van
Ds. Mallan:
In de eeuwige verkiezing is God ook niet met
het lot van de mens bewogen geweest. Het hoofddoel in de verkiezing is de verheerlijking Gods geweest. En Hij heeft vrij en soeverein verkoren tot de zaligheid. Hij heeft
geen deugd van de mens in aanmerking genomen en Hij heeft ook de ellende van de mens niet in aanmerking genomen. Dus Hij is wat dat betreft niet met ons lot bewogen geweest.
Hij is in Zichzelf bewogen geweest.
Maar we hebben de Raad des Vredes of het Verbond der verlossing wel te onderscheiden van de Goddelijke verkiezing, al is die Raad des Vredes ook van eeuwigheid geweest. Maar in die Raad des Vredes of dat Verbond der verlossing zag God de door Hem verkorenen als gevallen voor Zich en zag Hij ze in die diep ellendige staat.
En dan is Hij wel (daar het de voorwerpen van Zijn liefde waren) met hun lot bewogen geweest. En zo is in die Raad des Vredes ook de weg geopend, waardoor God Zijn barmhartigheid zou kunnen bewijzen.” Tot zover ds. Mallan.
Verder in het
jeugdblad Daniël, 24 maart 1950
A. de V. te ''s H. A. vraagt of het wel juist is, als. we zingen in het vierde vers van „de lofzang van Zacharias": „Die met ons lot bewogen, Om ons van zond'' en ongeval ''t ontslaan, enz."
Antwoord: Dat is niet juist. In Luk. 1 : 78 staat het dan ook anders. Daar lezen wij: Door de innerlijke bewegingen der barmhartigheid onzes Gods, met welke ons bezocht heeft de Opgang uit de hoogte."
De Heere heeft geen medelijden met zijn volk gehad, want dat drukt „zwakheid", „lijden" uit.
De Heere is bewogen geweest in Zichzelf. De verkiezing is niet geschied om voorgezien geloof, noch om voorgeziene goede werken, noch om redenen, die in een mens zouden zijn, maar uit het welbehagen Gods.
Paulus leert het in Efez. 1 : 5 en 9: Naar Zijn welbehagen, hetwelk Hij voorgenomen had
in zichzelven, Die ons te voren verordineerd heeft tot aanneming tot kinderen, door Jezus Christus
in Zichzelven, naar het welbehagen van Zijn wil."
Ik las op de website
http://www.Psalmboek.nl een stukje van
Ds. C.J. Meeuse:
In sommige verzen van de berijming 1773 klinkt het remonstrantisme door.
In de Lofzang van Zacharias staat bijvoorbeeld in de onberijmde tekst dat God door de innerlijke bewegingen van Zijn barmhartigheid ons heeft bezocht met de Opgang uit de hoogte.
Dit is in de berijmde tekst weergegeven door de woorden 'die met ons lot bewogen'.
Niet een deugd van God is hierin drijfveer van Zijn handelen, maar een oorzaak buiten Hem schijnt Hem tot barmhartigheid te bewegen.
Misschien dat de geschreven woorden van Ds. F. Mallan, het blad Daniël en van Ds. C.J. Meeuse duidelijkheid geven.
Verder kunnen we in de Evangeliën op meerdere plaatsen lezen dat de Heere Jezus Christus, de schare ziende, met innerlijke ontferming bewogen was:
Mattheus 9:36 En Hij, de scharen ziende, werd innerlijk met ontferming bewogen over hen,(39) omdat zij vermoeid en verstrooid waren, gelijk schapen, die geen herder hebben.
Kanttekening 39: innerlijk met ontferming bewogen over hen, Grieks: werd
in Zijne ingewanden beroerd.
Mijn excuses dat ik wat onduidelijk ben overgekomen, het zou makkelijker zijn om in gesprek te discussiëren,
dan schriftelijk het één en ander te verwoorden.