http://www.tua.nl/index.php?paginaID=11 ... agendastuk
Vooral stelling 6 en 7 zal toch wel wat discussie opleveren, denk ik zo:
Ds. Moerkerken zei in een interview in het RD van 25-05-2000 namelijk dit:ds. M. Golverdingen, stellingen bij proefschrift schreef:6. Het kerkrechtelijk denken vanuit de regels van de Dordtse Kerkorde vertoonde in de jaren 1948-1950 in de Gereformeerde Gemeenten een ongekend diepe inzinking. De onkerkrechtelijke behandeling van R. Kok door de Generale Synode in 1950 was daarvan een voorbeeld.
7. De schorsing van R. Kok door de Generale Synode in 1950 berustte op een betreurenswaardig misverstand ten aanzien van het begrip belofte, dat verschillend werd geïnterpreteerd door hem en door de Synode.
Het kan niet beide kloppen, en ds. Moerkerken zal - hem kennende - dit ook niet zonder grond zeggen. Dan blijft het vreemd dat ds. Golverdingen op zo'n afwijkend standpunt terecht komt.ds. A. Moerkerken, RD 25-05-2000 schreef:Het kost mij persoonlijk geen moeite om in beide gevallen mijn spijt te betuigen over de gang van de zaken. Het had bij ds. Kok anders moeten verlopen, maar hij moest wel geschorst worden. Het had ook bij dr. Steenblok anders moeten gaan, maar hij was als docent niet langer te handhaven. Als er gevraagd wordt om eerherstel van ds. Kok kan ik alleen maar zeggen dat deze man zorgvuldiger geschorst had moeten worden. Maar op grond van de mij bekende stukken zeg ik dat hij dus wel geschorst moest worden.
Ik ben zeer benieuwd naar het proefschrift zelf.