De radicaliteit van zonde en genade

[Afgewezen]

In aanvulling op mijn vorige post:

Dit zegt Calvijn wel: …”Ik twijfel er niet aan, of Jezus wilde door hem gekend worden als de Christus, om van hem van uit dat beginsel des geloofs te brengen tot een volkomener kennis van Zijn Persoon…”

Vergeet niet dat Calvijn hier spreekt over het geloof van de blindgeborene nadat Christus Zich aan hem geopenbaard heeft als de Zoon van God. Dus dat brengen tot die 'volkomer kennis' vindt plaats nadat de blindgeborene Hem heeft beleden als de Zoon van God.

[PvS]

.

[refo]

In aanvulling op mijn vorige post:

Dit zegt Calvijn wel: …”Ik twijfel er niet aan, of Jezus wilde door hem gekend worden als de Christus, om van hem van uit dat beginsel des geloofs te brengen tot een volkomener kennis van Zijn Persoon…”

Vergeet niet dat Calvijn hier spreekt over het geloof van de blindgeborene nadat Christus Zich aan hem geopenbaard heeft als de Zoon van God. Dus dat brengen tot die 'volkomer kennis' vindt plaats nadat de blindgeborene Hem heeft beleden als de Zoon van God.

Bij Calvijn gaat het juist om het beginsel des geloofs vóór de volkomener kennis aan Christus.
Want er staat in het 37ste vers van Joh.9: "En Jezus zeide tot hem: En gij hebt Hem gezien (met geestelijke ogen), en Die met u spreekt Dezelve is het."

Hee, welke vertaling is dat? Bij mij staat er"En Jezus zeide tot hem: En gij hebt Hem gezien , en Die met u spreekt Dezelve is het."

[Afgewezen]

In aanvulling op mijn vorige post:

Dit zegt Calvijn wel: …”Ik twijfel er niet aan, of Jezus wilde door hem gekend worden als de Christus, om van hem van uit dat beginsel des geloofs te brengen tot een volkomener kennis van Zijn Persoon…”

Vergeet niet dat Calvijn hier spreekt over het geloof van de blindgeborene nadat Christus Zich aan hem geopenbaard heeft als de Zoon van God. Dus dat brengen tot die 'volkomer kennis' vindt plaats nadat de blindgeborene Hem heeft beleden als de Zoon van God.

Bij Calvijn gaat het juist om het beginsel des geloofs vóór de volkomener kennis aan Christus.
Want er staat in het 37ste vers van Joh.9: "En Jezus zeide tot hem: En gij hebt Hem gezien (met geestelijke ogen), en Die met u spreekt Dezelve is het."

Hee, welke vertaling is dat? Bij mij staat er"En Jezus zeide tot hem: En gij hebt Hem gezien , en Die met u spreekt Dezelve is het."

Ik denk dat het 'zien' hier in de eerste plaats letterlijk moet worden opgevat, maar dat Jezus er nog wel meer mee bedoelde, namelijk het zien van Zijn werk, van Zijn macht. Maar juist als Zoon van God, als de Messias, had de blindgeborene Hem nog niet 'gezien'.

[Afgewezen]

In aanvulling op mijn vorige post:

Dit zegt Calvijn wel: …”Ik twijfel er niet aan, of Jezus wilde door hem gekend worden als de Christus, om van hem van uit dat beginsel des geloofs te brengen tot een volkomener kennis van Zijn Persoon…”

Vergeet niet dat Calvijn hier spreekt over het geloof van de blindgeborene nadat Christus Zich aan hem geopenbaard heeft als de Zoon van God. Dus dat brengen tot die 'volkomer kennis' vindt plaats nadat de blindgeborene Hem heeft beleden als de Zoon van God.

Bij Calvijn gaat het juist om het beginsel des geloofs vóór de volkomener kennis aan Christus.
Want er staat in het 37ste vers van Joh.9: "En Jezus zeide tot hem: En gij hebt Hem gezien (met geestelijke ogen), en Die met u spreekt Dezelve is het."

Lees even wat Calvijn echt geschreven heeft bij dit vers.

[PvS]

.

[Afgewezen]

Dit heeft Calvijn geschreven:
Vs 37: En gij hebt Mij gezien.
De blinde kon door deze woorden van Christus niet verder gebracht worden dan tot een sober deel des geloofs.
Want over Zijn macht en over het doel, waartoe Hij door den Vader gezonden is, en wat Hij voor de menschen verworven heeft, zegt Christus niets.
Toch is dit in het geloof het voornaamste, dat wij weten hoe door de offerande Zijns doods onze zonden uitgedelgd en wij met God verzoend zijn, dat Zijn opstanding en triumf is over den overwonnen dood; dat wij door Zijn Geest vernieuwd worden, om aan vleesch en zonden gestorven zijnde, der gerechtigheid te leven; dat Hij de eenige Middelaar is; dat Zijn Geest het onderpand onzer aanneming is; kortom, dat in Hem alle deelen van het eeuwige leven besloten liggen.
Maar één van beide - de Evangelist deelt ons niet alles mee wat Christus gesproken heeft, òf hij wil slechts aanduiden, dat de blinde zich aan Christus verbonden heeft om voortaan één van Zijn discipelen te worden. Ik twijfel er niet aan of Jezus wilde door hem gekend worden als de Christus, om hem van uit dat beginsel des geloofs te brengen tot een volkomener kennis van Zijn Persoon.

Wat bedoel je dan, Afgewezen?

Dat het hier gaat over het geloof van de blindgeborene, nadat Christus Zich aan Hem heeft geopenbaard als de Zoon van God. De woorden 'En gij hebt Hem gezien' worden aangehaald als de beginregels van deze tekst (dat gaat steeds zo in het commentaar), maar Calvijn legt hier de hele tekst uit. Misschien veroorzaakt dat de verwarring?
Overigens: waarom is dit hele punt voor jou zo belangrijk?

[PvS]

.

[Afgewezen]

Dit heeft Calvijn geschreven:
Vs 37: En gij hebt Mij gezien.
De blinde kon door deze woorden van Christus niet verder gebracht worden dan tot een sober deel des geloofs.
Want over Zijn macht en over het doel, waartoe Hij door den Vader gezonden is, en wat Hij voor de menschen verworven heeft, zegt Christus niets.
Toch is dit in het geloof het voornaamste, dat wij weten hoe door de offerande Zijns doods onze zonden uitgedelgd en wij met God verzoend zijn, dat Zijn opstanding en triumf is over den overwonnen dood; dat wij door Zijn Geest vernieuwd worden, om aan vleesch en zonden gestorven zijnde, der gerechtigheid te leven; dat Hij de eenige Middelaar is; dat Zijn Geest het onderpand onzer aanneming is; kortom, dat in Hem alle deelen van het eeuwige leven besloten liggen.
Maar één van beide - de Evangelist deelt ons niet alles mee wat Christus gesproken heeft, òf hij wil slechts aanduiden, dat de blinde zich aan Christus verbonden heeft om voortaan één van Zijn discipelen te worden. Ik twijfel er niet aan of Jezus wilde door hem gekend worden als de Christus, om hem van uit dat beginsel des geloofs te brengen tot een volkomener kennis van Zijn Persoon.

Wat bedoel je dan, Afgewezen?

Dat het hier gaat over het geloof van de blindgeborene, nadat Christus Zich aan Hem heeft geopenbaard als de Zoon van God. De woorden 'En gij hebt Hem gezien' worden aangehaald als de beginregels van deze tekst (dat gaat steeds zo in het commentaar), maar Calvijn legt hier de hele tekst uit. Misschien veroorzaakt dat de verwarring?
Overigens: waarom is dit hele punt voor jou zo belangrijk?

Volgens mij veroorzaakt dit de verwarring, dat de blindgeborene juist een sober deel des geloofs bezat (de blindgeborene had al schuldvergeving), vóórdat Christus Zich aan hem openbaarde in het vlees.
Wanneer je dan zegt:"Maar juist als Zoon van God, als de Messias, had de blindgeborene Hem nog niet 'gezien'", dat ben ik wel met je eens.

Dat sobere deel van het geloof ontstaat (volgens Calvijn) op het moment dat Christus Zich aan Hem openbaart. Dat doet Hij juist dóór de woorden: En gij hebt Hem gezien, enz... Dus de blindgeborene gelooft nadat Christus Zich aan hem geopenbaard heeft, en vervolgens gaat Calvijn uitleggen waar dat geloof uit bestaan zal hebben etc.
Overigens, dat terzijde, spreekt Calvijn bij de blindgeborene ook vóórdat Christus Zich aan hem openbaart over een 'beginsel des geloofs'. Maar dat kan bij Calvijn meerdere betekenissen hebben, het kan ook weer 'uitdoven' bijvoorbeeld.

Waarom het voor mij zo belangrijk is?
Wel, dat heb ik al eerder genoemd. Er wordt van de geschiedenis van de blindgeborene een bekeringsweg gemaakt, en dat is, als ik Kohlbrugge en Ryle daar op nalees, niet waar.
De blindgeborene had geloof, waarvan Christus het Fundament is, want vóór de kennis van Christus is er immers geen geloof.

De blindgeborene had in elk geval een wondergeloof. Of hij ook het ware geloof bezat vóór Christus Zich aan hem openbaarde, blijkt niet per se uit de geschiedenis. Zoals ik al eerder zei, er zijn twee mogelijkheden: óf hij was een OT gelovige, die door dit wonder Christus leerde kennen, óf hij was nog geen gelovige, maar werd door dit wonder tot het ware geloof gebracht.